Na mijn boosheid over de seksuele toespelingen, de aanrakingen en de verkrachtingen bij The Voice, vraag ik me af of we de daders ‘monsters’ mogen noemen? Ja, natuurlijk mag dat. We leven in een vrij land. Maar kunnen we vrij leven als we hen hebben weggezet en opgeruimd? Of doet dat ook iets met ons?
Laat me duidelijk zijn: ik voel geen enkele behoefte om Ali B, Marco Borsato, Jeroen Rietbergen en de anonieme regisseur, en wie nog meer te rehabiliteren. Wat ze hebben gedaan – of formeel moeten we zeggen: zouden hebben gedaan – is fout. Toch geloof ik dat het ook iets met ons doet, als wij mensen als monsters typeren, als ‘onmensen’. Dan worden we zelf ook minder mens.
Mens zijn met elkaar
Dat leerde ik van Desmond Tutu. Hij haalde een oud Afrikaans
principe van stal toen hij moest zoeken naar waarheid en verzoening in het door
apartheid verscheurde ‘Zuid-Afrika’. Dat principe is ‘ubuntu’. Ik ben mens,
omdat jij mens bent. Als jij onmenselijke dingen doet, dan leven we allemaal in
een onmenselijke situatie. Hoe krijgen we die weer recht?
Die man
In de bijbel staat een verhaal over de grote koning David
die aan de overkant van de straat een vrouw in bad ziet gaan. Hij wil haar. En
laat haar bij zich komen. Vervolgens zorgt hij ervoor dat haar man in de oorlog
omkomt en neem hij haar als vrouw. Dan komt er een profeet langs, Nathan. Hij
vertelt David een verhaal (2 Samuël 12):
‘Er woonden eens twee mannen in
dezelfde stad, een rijke en een arme. De rijke man had heel veel geiten,
schapen en runderen, de arme man had niet meer dan één lammetje kunnen kopen.
Hij koesterde het en het groeide bij hem op, samen met zijn kinderen. Het at
van zijn brood en dronk uit zijn beker en sliep in zijn schoot; hij had het
lief als een dochter. Op zekere dag kreeg de rijke man een gast op bezoek. Hij
kon het niet over zijn hart verkrijgen om de reiziger een van zijn eigen
geiten, schapen of runderen voor te zetten. Daarom nam hij het lammetje van de
arme man en zette dat zijn gast voor.’
Ik moet nu denken aan al die ouders, die hun jonge kinderen
naar The Voice zagen gaan, hun schaapjes. Blij om de kans die ze kregen. Bang
misschien ook voor de grotemensenwereld waar ze in terecht zouden komen. David
had niet door dat dit verhaal over hem ging. David wordt boos, heel boos. En
zegt tegen Nathan: ‘de man die zoiets doet verdient de dood.’ Toen zei Nathan:
‘Die man, dat bent u!’
Spiegel voorhouden
Nathan zet hier David niet weg. Hij zegt niet: ‘U bent een
monster’. Wel houdt hij hem een spiegel voor. Een spiegel die gaat over de
machtsverhoudingen waarbinnen zijn relatie met Batseba is ontstaan en waarin
hij haar heeft afgepakt van haar man (alsof een vrouw een bezit is). Zoals David
een spiegel verdiende, zo verdienden Ali B, Marco Borsato, Jeroen Rietbergen en
vast veel meer anderen in veel meer situaties dat ook: mensen die hen
tegenspreken. Een spiegel voorhouden. Ik moest terugdenken aan Bill Cosby, bij
wie precies hetzelfde gebeurde. Iedereen wist ervan, niemand zei iets. Omdat
ook zij afhankelijk waren? Ja, vast, maar samen hebben ze, gewone mensen zoals
jij en ik, ook een monster gecreëerd. Iedereen verdient tegenspraak, of ze het
nu willen horen of niet. En niemand mag er op worden afgerekend dat hij of zij tegenspreekt.
Dan moeten we voor elkaar instaan.
Niet zonder gevolgen, maar het stopt ook niet
Davids #metoo affaire bleef niet zonder gevolgen. Het wordt
zelfs zo erg beschreven dat het kind dat uit hun affaire voortkwam niet mocht
bestaan. Vreselijk. Een dader mag ook niet zomaar doorgaat, en moet ook in
zekere zin eerst ‘doodgaan’. Daarna moet er wel een manier zijn om verder te
leven. Samen. Met tegenspraak. God ging ook verder met David. Sterker nog:
Batseba werd een van de voormoeders van Jezus.