Vandaag lazen we
voor het eerst uit de Bijbel in Gewone Taal. Een bewerking van de Bijbel voor
mensen die geen kerkelijke achtergrond hebben. Hoe laagdrempelig we de Nieuwe
Bijbel Vertaling ook hebben willen uitgeven, zelfs in roman- en in
kunstbijbelvorm; toch blijft het gelovige taal, binnenkerkelijke taal, die niet
altijd even duidelijk is voor wie nooit in de kerk komt of met het geloof in
aanraking komt. De verhalen zijn dan nog wel goed te volgen, maar bij de
brieven wordt het toch moeilijker. Daarom wordt er nu een Bijbel in Gewone Taal
ontwikkeld. Geen vertaling dus eigenlijk voor in de kerk, maar wel mooi werk
van het Nederlands Bijbel Genootschap om op deze bijbelzondag te presenteren.
En dan is het altijd
leuk om nieuwe vertalingen en nieuwe bewerkingen van de Bijbel onder ogen te
komen. Het nodigt uit om ze te vergelijken met andere vertalingen, en dan
ontdek je altijd weer wat. Een bijbelvertaling moet je nooit voor lief nemen.
Je moet hem niet naast je neerleggen omdat hij te vrij is, en je moet hem niet
zomaar aannemen als de enige juiste weergave van de bijbelwoorden. Als je dat
namelijk doet, dan hoor je liever wat je wilt horen, dan wat er gezegd en
verteld wordt.
Wat valt dan op
in deze bewerking van Galaten 5 uit de Bijbel in Gewone Taal? Mij viel op dat
het bekende gebod 'Heb uw naaste lief als uzelf' hier weergegeven wordt als
'Houd evenveel van de mensen om je heen als van jezelf'. En toen begreep ik dat
'Heb uw naaste lief als uzelf' ineens ook niet meer. Wat wordt daar nu
eigenlijk mee bedoeld? Het is een zo makkelijk geciteerd zinnetje, dat de
diepere betekenis je ervan kan ontgaan. En dan is het mooi als een nieuwe
vertaling of bewerking je even stilzet. Vertalers zijn vaak kinderen van hun
tijd, zeker als ze de bijbel in gewone taal willen vertellen. En in onze tijd
is van jezelf houden een van de belangrijkste waarden in het leven. Als je van
jezelf houdt, dan krijg je zelfvertrouwen, kun je tegen een stootje, en kun je
je opwerken op de maatschappelijke ladder. En dan doe je ertoe. Ertoe doen is
heel belangrijk geworden. De sociale media staan vol met berichten van mensen
die het erg goed met zichzelf getroffen hebben. Maar die tegelijkertijd ook de
bevestiging zoeken in de hoeveelheid reacties en likes die hun berichten
opleveren, en niet te vergeten hoe vaak je bericht op Facebook of je tweet op Twitter gedeeld wordt. Nu is het natuurlijk leuk om te zien dat je gehoord
wordt, gelezen wordt, en dat je iets bijdraagt aan een discussie. Maar het gaat
erom dat het geen eenrichtingsverkeer wordt. Dat je niet alleen berichten post
en afwacht wie ze deelt, maar dat je zelf ook deelt en reageert op anderen. Dat
het dus niet alleen om jou draait.
En dat terwijl
het stukje uit de brief van Paulus aan de inwoners van Galatië begint met dat
God wil dat wij als vrije mensen leven. Vrij waarvan? Vrij van de wet. Galaten
5 begint met: 'Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven;
houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen.' Dat slavenjuk is
geen juk van zwarte piet of zo, maar het juk van de wet. Want, zegt Paulus even
later: 'In Christus Jezus is het volkomen onbelangrijk of men wel of niet
besneden is. Belangrijk is dat men gelooft en de liefde kent, die het geloof
zijn kracht verleent.' De eerste christenen waren Joden. En voor Joden was de
besnijdenis het teken dat men leeft volgens de wetten van Mozes. Voor Paulus,
zelf een Jood, was die wet een issue geworden. Want in zijn ogen stond die wet
het geloof in de weg. Paulus is niet tegen de wet. Dat mag je nooit zeggen. Hij
heeft de wet niet afgeschaft. Maar hij heeft iets anders belangrijker gemaakt.
Geloof, dat door liefde wordt gedreven.
Komende week is
het Hervormingsdag. De dag waarop we herdenken dat de kerk hervormd werd door
Luther en de zijnen. Deze Luther las de brieven van Paulus heel goed en kwam
bij dit soort gedeelten erachter dat alleen geloof voldoende is om Gods genade
te ontvangen. En dat het er niet om gaat dat je door de wetten te volgen die
genade verdient. In gewone taal gezegd: dat het er niet om gaat dat je je aan
regels en voorschriften houdt, maar dat je je door liefde laat leiden. Want
liefde is de drijvende kracht achter het geloof. Wie gelooft en door liefde
wordt gedreven zal deel hebben aan Gods nieuwe wereld.
Het hele punt
van Paulus is dat wie gelooft en door liefde wordt gedreven, automatisch de wet
volgt. Want de wet is bedoeld om te zorgen dat we de goede dingen doen, en die
doe je uit liefde automatisch. Maar andersom is dat niet zo. Een wet of
voorschrift kun je tamelijk liefdeloos uitvoeren. Als je maar aan de
voorwaarden voldaan hebt, dan ben je klaar. Zelfs collecten of mantelzorg kun
je liefdeloos doen. Zo, je plicht weer gedaan, klaar.
Zo laten wetten
en voorschriften de ruimte om ze naar eigen inzichten en drijfveren op te
volgen, los van wat een ander echt nodig heeft. Maar aan de andere kant geeft
ook de vrijheid van de wet de mogelijkheid die vrijheid te misbruiken. Volgens
de Bijbel in Gewone Taal gaat het daarbij om slechte verlangens die je ervan
afhouden je te laten leiden door de heilige Geest. Slechte verlangens; ik had
die verwoording niet verwacht. Slecht klinkt, ja, zo... slecht inderdaad.
Waarom zijn verlangens slecht? In de Nieuwe Bijbelvertaling gaat het over
'eigen verlangens' in plaats van over slechte verlangens. Verlangens die dus op
jezelf zijn gericht. En in de oorspronkelijke tekst gaat het om verlangens van
het vlees. Dat woord 'vlees' roept associaties op met veel oudere vertalingen,
en oude theologie en oude preken. En toch vind ik het wel verhelderen, en wel
hierom. Waar het bij het afwijzen van de bedoelde verlangens om gaat, is dat ze
opgesloten zitten in jezelf, alleen maar bedoeld zijn ten bate van jezelf. Deze
verlangens leggen dus geen relatie met een ander mens. Je denkt dan dus alleen
maar aan jezelf.
Mag dat dan
niet? Aan jezelf denken? Jawel hoor, maar niet ten koste van anderen. Aan
jezelf denken staat tegenwoordig wel heel erg op zichzelf. Veel mensen doen
vooral wat zij leuk vinden, of haken af als ze het niet meer leuk vinden. En we
zijn allemaal net zo goed kinderen van onze tijd. Het is goed om aan jezelf te
denken. We hebben het erg druk, en moeten ook onze grenzen stellen. Maar wat
als die grenzen ten koste gaan van anderen of van de gemeenschap van mensen, en
van de geloofsgemeenschap? Het is opvallend dat Paulus hier niet spreekt over
zelfverloochening, maar over van jezelf houden. Natuurlijk is het goed om aan
jezelf te denken, en ook om van jezelf te houden. Maar altijd in relatie tot
andere mensen, en tot de gemeenschap van mensen.
Zo komen we tot
de kern van het overbekende gebod 'Heb uw naaste lief als uzelf' dat we hier
lezen als 'Houd evenveel van de mensen om je heen als van jezelf'. Het gebod
klinkt voor het eerst in Leviticus 19. Daar staat het genoemd na een reeks
verboden van dingen waarmee je een ander tekort doet: alles voor jezelf houden,
stelen, je naaste verdrukken, een dove vervloeken of een blinde iets in de weg
leggen, stoken onder je medemensen, een broeder haten, je wreken en wrok
koesteren. Nee, liefhebben zul je je naaste, zoals jezelf! Met de toevoeging:
Ik ben Heer. God dus.
Je naaste
liefhebben als jezelf betekent dat je in wat je doet rekening houdt met
anderen. Dat je niet voor eigen gewin gaat, die een ander tekort doet. Dat je,
zoals in dat voorbeeld van de sociale media, werkelijk sociaal bent: een
relatie legt met anderen. Het leven is geen eenrichtingsverkeer. Het draait
niet alleen om jou. Die toevoeging in Leviticus vind ik het onthouden waard: Ik
ben Heer. Ik ben de Ene. Wij zijn de Heer niet. Wij heersen niet over anderen.
Wij maken de dienst niet uit. We dienen elkaar, zoals wij ook onszelf dienen.
Wees dan niet te
bang dat je iets tekort komt. De Heer is je herder; je komt niet tekort. Er
zullen ongetwijfeld dingen zijn waar je naar verlangt en die je niet kunt
krijgen, of je naaste tekort zouden doen, maar de Heer is jouw herder, je komt
niet tekort.
We leven in
relatie met elkaar. Wanneer we dat beseffen is het de liefde die ons drijft.
Daarmee krijgen we meer liefde dan we onszelf kunnen geven, hoezeer we ons ook
in het middelpunt zetten. En zo hebben we deel aan de nieuwe wereld van Jezus
Christus, die alles gegeven heeft, zelfs zijn leven, en zo het leven voor
eeuwig heeft ontvangen en verkregen voor ons.