Dit verhaal is te beluisteren via de Podcast Petrus Vertelt. Het is mijn verhaal op de nieuwjaarsbijeenkomst van de Protestantse Kerk in Nederland
Hoe kun je ouders en hun kinderen
die nauwelijks nog iets weten van de bijbelverhalen
maar die wel voor een protestants-christelijke school kiezen,
weer in contact brengen met dat Evangelie?
die nauwelijks nog iets weten van de bijbelverhalen
maar die wel voor een protestants-christelijke school kiezen,
weer in contact brengen met dat Evangelie?
Simpel antwoord: door er naartoe te gaan.
En dat heb ik gedaan. Nadat ik op de protestants
christelijke basisschool van Waalwijk City een vertrouwd gezicht was geworden
door de jaren heen ben ik daar maar eens een dagdeel in de week gaan zitten.
Gewoon om te zien wat er op me af zou komen. En het bleek dat de klassen het
leuk vonden als ik af en toe eens langskwam. En dat heb ik gedaan in de aanloop
naar Dierendag. Ik ging met mijn hamster de klassen langs om te vertellen aan
de hand van Genesis 2 waarom God de dieren heeft geschapen; zodat de mens niet
alleen zou zijn. En ik had voor de zondag daarna een Dierendagviering gepland,
waarin iedereen met zijn huisdier mocht komen. En voor alle huisdieren had ik
na de dienst iets lekkers. De ronde langs de klassen bracht wel wat teweeg. Een
moeder vertelde een andere moeder op het schoolplein dat haar kind met zo’n
raar verhaal thuiskwam: dat de dominee met z’n hamster in de klas was geweest.
Mijn kind ook, zei de andere moeder. Dus het was doorgekomen. Maar die zondag
kwam er behalve de kinderen van de kerk niemand van de kinderen van school.
Niemand. Dit was wat je noemt een geslaagde mislukking, want ik leerde eruit
dat je op school weliswaar kunt aansluiten bij de belevingswereld van kinderen,
maar dat dat niet automatisch betekent dat ze wel enthousiast worden om naar de
kerk te komen. Dáár op school moet het dus gebeuren.
Dus ging ik in gesprek met ouders. En ik vroeg aan een
moeder die ik kende van de sportschool waarom zei voor deze school gekozen had.
En ze vertelde dat ze eigenlijk drie andere scholen voorbij fietst op weg naar
deze, maar dat ze deze had gekozen vanwege de goede naam, het nieuwe gebouw enz.
Of de identiteit ook een rol in die keuze speelde, vroeg ik haar. Nee,
eigenlijk niet. Ze is katholiek opgevoed, maar doet daar eigenlijk niets meer
mee. Daarom schrok ze ook wel even toen haar zoontje thuiskwam en tijdens het
afwassen ineens een liedje over Jezus ging zingen… O ja, dat kreeg ze er
natuurlijk bij… Maar het herinnerde haar ook aan haar jeugd in de parochie, en
ze betrapte zich er later op dat ook als niemand thuis was zij tijdens de afwas
toch dat liedje over Jezus zong. Of we iets voor haar konden betekenen in die
herontdekking van de verhalen en de liedjes, waarmee haar zoontje thuiskomt?
Een avond over bijbelverhalen of zo? Neu, alsjeblieft niet. Maar waar we wel
mee zouden kunnen helpen was het volgende: we hadden op school het verhaal
verteld over de kruisiging van Jezus. Dat was met Pasen toch? Ja, zoiets… Haar
zoontje had de hele nacht wakker gelegen, want dat doodgaan leek hem niet zo
leuk. En na het nachtelijke gesprek van drie kwartier had zijn moeder om half
vier maar gezegd dat als hij niet in de hemel wilde zijn, dat er dan een knopje
was, waarop je kon drukken, en dat je dan hoppa weer naar hier kon. Waarop het
zoontje dat weekend tegen oma zei: als je niet dood wilt zijn, dan kun je op
een knopje drukken… Handvatten om met je kind over de dood te praten zou dus
wel welkom zijn.
En zo ontstaat er een speelveld, een pioniersveld, waarin je
met opnieuw gewekte interesse in de bijbelverhalen en de levensthema’s die
daaraan raken probeert met kinderen en hun ouders verder te zoeken naar de
relevantie van bijbelverhalen voor hun leven, op weg naar misschien wel iets
van een duurzame gemeenschapsvorm. Omdat daar op school hun leven plaatsvindt,
uitgewisseld wordt wat gezinnen meemaken: daar worden bijbelverhalen en
geloofsthema’s actueel!
Dat is een kwetsbaar speelveld. Aanvankelijk voorzichtig
enthousiasme maakt ouders nog niet tot geloofsleerlingen. De moeder van de
sportschool heb ik nog niet op een activiteit gezien. Het blijft zoeken naar
aansluiting als ouders niet meteen zitten te wachten op iets van geloof als ze
er zelf nauwelijks meer wat mee hebben. Het gaat dus eerst en vooral om
relaties leggen. Ook met de kerk. En dat is ook lastig. En ik pieker me suf
waarom eigenlijk. Want dit is toch een mooie kans, ook al heb je daar als
kerkelijke gemeente in eerst instantie helemaal niet zoveel aan, omdat het op
school gebeurt? En ik realiseer me dat vroeger de christelijke school een
verlengstuk was van de kerk. En dat is ze niet meer. En veel christelijke
scholen zoeken weer een relevante invulling van hun identiteit. En daarvoor
komen ze niet naar de kerk. Daarvoor moeten wij naar hen komen. En dan kan er
zomaar een meisje op je afkomen, dat na een kinderkerstfeest zegt: dominee
Otto, ik wil gedoopt worden. En dat is ze. Niet door mij, maar door de dominee
van de kerk, samen met mijn dochter. Want pionieren kan niet zonder de kerk,
maar de kerk ook niet zonder pionieren.