zaterdag 23 juli 2016

Mijn 3 missionaire zomertips!

In Brabant liggen zoveel mooie kansen voor de kerk. Graag wil ik je deze zomer een paar mooie zomertips meegeven om het komende seizoen meteen een mooie boost te geven!

Met een hartelijke groet en een hele fijne zomer gewenst!,

Otto Grevink, missionair predikant/pionier

Missionaire zomertip 1: Benefietconcert band Trinity voor Finnspiration
zaterdag 3 september 20.00u, Waalwijk

Lekker de zomervakantie met een inspirerend concert afsluiten, en een goed doel daarmee steunen? Ik nodig je graag uit voor een benefietconcert voor een club jonge mensen die zich inzetten voor een van hun kinderen.

Op het Landelijk Missionair Festival stalen ze al de show met hun zomerse aanstekelijke muziek: band Trinity. Drie broers zijn getogen in Zuid-Amerika, en dat hoor je in hun ritmische muziek, waarin ze aangevuld worden door een bassist. Inspirerende muziek. Luister maar naar hun nummers op Youtube.

Ze worden terzijde gestaan door cabaretier Timzingt. Timzingt staat bekend om zijn combi van ontroerende en hilarisch mooie liedjes, scherpe inzichten en (vrij) zinnige grappen over opvoeding, geloof, de liefde en tal van andere onderwerpen.

Trinity en Timzingt komen een benefietconcert geven voor Finnspiration. Een groep fietsers, waaronder twee dominees (en daar hoor ikzelf bij ;)), die gaan fietsen om geld in te zamelen voor onderzoek naar de ziekte Duchenne. We zijn allemaal geïnspireerd door Finn, een jongen van 10 jaar die Duchenne heeft. Tijdens dit concert sluiten we alle inzamelacties af en vragen we om een zegen voor deze fietsers. En genieten we vooral van de muziek.

Wil je dit concert mee promoten? Kijk op www.finnspiration.nl voor het verhaal achter de actie of neem contact op met de ouders van Finn: patrickenfemke@kpnmail.nl.

Locatie: Willem van Oranje College, De Gaard 4, Waalwijk, 20.00u

Kaarten kosten slechts €17,50 en zijn te krijgen via Truetickets.

Missionaire zomertip 2: JOP Coach Live
woensdag 28 september, middag of avond, Waalwijk

Ik hoor in Brabant veel vragen over jeugdwerk, en hoe je dat voor steeds minder kinderen en jongeren zinvol kunt inrichten. Ik heb meteen Ja! gezegd op een aanbod van JOP om een JOP Coach Live dag te organiseren bij ons in Brabant in de Ambrosiuskerk. Het programma is als volgt:

14.00u Middagprogramma: voor predikanten, kerkelijk werkers en professionele jeugdwerkers. 'Hoe draagt het jeugdwerk van de kerk bij aan het leven in verbinding met elkaar en met God?'

18.00u Maaltijd waarin deelnemers middag- en avondprogramma elkaar kunnen ontmoeten.

18.45u Avondprogramma: voor vrijwilligers in het jeugdwerk, zoals jeugdouderlingen, club-, tiener-, en kindernevendienstleiding en iedereen die kinderen en jongeren een warm hart toedraagt. Workshops over 'Vieren met alle leeftijden',  '16+ jeugdwerk', 'Kleine groepen', 'Relatiegericht jeugdwerk', 'Geloofsgesprek voeren'.

Locatie: Ambrosiuskerk, Ambrosiusweg 25, Waalwijk

Aanmelden via de website van JOP.

Missionaire zomertip 3: Missionaire verkendag
woendag 5 oktober, middag of avond, Etten-Leur

Brabantse protestantse kerken hebben zo hun eigen verhaal. Dat bleek al tijdens de eerste missionaire verkendag, die in Waalwijk werd georganiseerd op mijn uitnodiging. En wat een verlangen bleek er te zitten om meer van het geloof te delen!  Ruim 60 mensen kwamen op deze middag en avond af. En daarmee was het de bestbezochte verkendag van het voorjaar! Ook in Brabant kan er gepionierd worden!

Nu gaan we verder, meer in westelijke richting, naar Etten-Leur. Voor iedereen die daar dichterbij woont of eerder niet kon.

Locatie: De Baai, Lukaserf 2, 4871 ZM Etten-Leur

Van 14:00 tot 17:00 uur - voor predikanten, kerkelijk werkers en gemeenteadviseurs

Van 19:30 tot 21:30 uur - voor kerkenraadsleden, evangelisatiecommissies en belangstellenden

De Protestantse Kerk in Nederland maakt ruimte voor pioniersplekken: experimentele vormen van kerkzijn voor mensen die niets (meer) met de kerk hebben. We delen met u wat de huidige ontwikkelingen zijn in Nederland en wat dit voor u kan betekenen. Tegelijk kent pionieren in elke streek een eigen dynamiek en aanpak. Hoe kunnen we pionieren in regio West-Brabant? Waar liggen kansen en valkuilen?

Vanuit het landelijk projectteam pionieren begeleidt Erik Verwoerd deze dag. Natuurlijk is er ruimte om te bespreken hoe pionieren in uw context eruit zou kunnen gaan zien. Pionier Walter Willigenburg (Buurtvrij, Zeist) is aanwezig om met zijn verhaal te inspireren. Ook zal de Brabantse predikant/pionier Otto Grevink (Waalwijk) met zijn kennis van de Brabantse context ons ondersteunen.

U bent van harte uitgenodigd! De toegang is vrij. Wel graag aanmelden via missionair@protestantsekerk.nl, graag vóór donderdag 29 september. Bij vragen kunt u bellen met 030 880 1892 (secretariaat Missionair Werk). Meer informatie over pionieren vindt u op www.protestantsekerk.nl/ pionieren.


donderdag 14 juli 2016

Waarom Barack Obama zo goed preekt

Een preek van 40 minuten tijdens een uitvaart. Barack Obama deed het. En ik had er geen woord van willen missen. Wat maakte zijn preek zo goed?


Uit het hoofd en uit het hart

Wanneer je in het Engels iets uit het hoofd leert, dan leer je het 'by heart'. En dat is wat ik bij Obama zag. Natuurlijk geholpen door de meest geavanceerde autocue's rechts en links van hem (net in beeld) komt zijn hele preek uit het hart. Hij staat niet boven zijn gehoor, maar:

Hij kent de mensen

Obama kent de overledenen en hun families, alsof hij bij hen allemaal op bezoek is geweest. Hij weet wie ze zijn en wat hen drijft. Hoe ze 's ochtends na het ontbijt - 'misschien twee crackers', je ziet het voor je - naar hun werk gingen. Wat ze de avond ervoor gedaan hadden. Dat er één net getrouwd was en nog een hele toekomst voor zich had... 

Hij kent het probleem en ontwijkt het niet

Geen lieve woorden over eenheid die de problemen verbloemen, maar ook geen vinger wijzen naar anderen. Het is het probleem van heel Amerika. We hebben allemaal deel aan het kwade, zegt hij met zoveel woorden. Hij prijst mensen, en hij schetst tegelijkertijd het dilemma. Het gaat niet goed zo, maar het is ook niet hopeloos. Maar we mogen de verantwoordelijkheid ook niet afschuiven. Wij zijn allemaal verantwoordelijk. Hij begrijpt de angsten van zwarte mensen voor de politie; hij begrijpt de angsten van de politie. Obama durft scherp stelling te nemen. Op een zachte manier geeft hij wel degelijk een oordeel, waar hij zelf ook onder valt, want:

Hij spaart zichzelf ook niet; hij is deel van zijn publiek

'Kennelijk helpen mijn woorden die ik eerder sprak niet', zegt Obama. Hij stelt zich niet boven zijn publiek. Hij maakt er deel van uit. Ook hij maakt de ontwikkelingen mee. Ze grijpen hem aan. Hij probeert er iets aan te doen, en voelt zichzelf ook falen. 'Het maakt niemand compleet perfect, of compleet slecht; het maakt ons menselijk.' En dat laat hij zich ook zelf gezeggen, door de Bijbel:

Ik geef je een nieuw hart - bekering

De Bijbel als tegenover, zou je dat durven tijdens een uitvaart? Obama doet het. Geen lieve bijbelteksten als doekje voor het bloeden. Nee: 'In uw lijden is uw glorie'. 'Deze tekst stelt ons op de proef vandaag.' Hij gaat het niet uit de weg. Het is de enige uitweg. Want lijden geeft glorie, glorie geeft vasthoudendheid, vasthoudendheid geeft karakter, en karakter geeft hoop. Ga er maar aan staan tijdens een uitvaart. Als tweede uit het Johannes evangelie: Heb elkaar niet alleen lief met woorden, maar ook met daden. En dat gaat dus over ieders verantwoordelijkheid. 'Ik geef je een nieuw hart, zegt de Heer, en ik geef je een nieuwe geest. Ik zal je hart van steen weghalen, en je een hart van vlees geven. Daar moeten we voor bidden. Voor een open hart naar elkaar.' Op een bijzondere wijze preekt Obama hier oordeel, zonder over de mensen heen te praten, maar ze te kennen. Hij weet wat hen kwelt. En hij roept op tot bekering, zonder het met zoveel woorden te zeggen.

Een bijzondere preek

Wat mij zo raakt is dat Obama zonder zijn geloof op te leggen, en zonder iemand tekort te doen, wel de tekorten durft te benoemen, mensen kent en ze meeneemt naar een nieuwe weg.

Het zou mij een eer zijn om als ouderling van dienst te mogen zeggen: 'Vandaag gaat voor ds. Barack Obama', en een preek van 40 minuten te horen. Elke week.

zondag 10 juli 2016

Waarom zou ik mijn geloof willen uitdragen? Preek 03-07-16

Tekst: Lucas 10: 1-9 en 17-20

Wat heeft de tijd met ons geloof gedaan? Wat de tijd met de kerk heeft gedaan is duidelijk. De kerk is een minderheid geworden. Een kleine groep in de samenleving. En we merken dat aan den lijve als onze kinderen er niet meer voor kiezen om bij een kerk te horen of zelfs te geloven, of 'op hun manier' dat nog wel voortzetten. We merken het aan het kerkbezoek en aan de verzilvering, dat vind ik mooier klinken dan vergrijzing, van de leden van de kerk.

En wat heeft de tijd met ons geloof gedaan? Wat ik in reacties van gemeenteleden op #themakeofthepreek breder herken is dat we in ons geloof bescheidener zijn geworden. Er is veel gebeurd in het verleden van de kerk, waarin zij haar macht misbruikte. En veel mensen zitten niet meer te wachten op de kerk. Het roept zelfs irritaties op. Althans, dat verwachten we. En merken we vast ook aan den lijve. De tijd, en de vijandigheid die we kunnen ervaren, doet wat met ons. En het maakt ons bescheiden. Misschien wel erg bescheiden. Geloven we er nog wel in?

Wie zijn die 72?
En dan zien we Jezus 72 leerlingen uitzenden. Niet zijn naaste leerlingen, niet de twaalf. Nee, een veel grotere groep. Die in zijn aantal ook staat voor de volheid van Israël; zoveel nakomelingen als Jakob kreeg. Maar het getal staat ook voor het aantal volken in de wereld, en het symbolisch aantal talen dat er gesproken wordt. En die 72 worden uitgezonden, twee aan twee. Want het is beter om met zijn tweeën te zijn dan alleen. Maar ook: dan is er altijd een getuige bij. Nog anders gezegd: het staat voor waarachtigheid als je met zijn tweeën komt. Je bent niet zomaar een loslopende gek. Organisatorisch gezegd: Jezus werkt altijd met teams.

Dit uitzenden van 72 anderen komt ons dichtbij. Die apostelen kunnen we nog wel hebben. Dat zijn die twaalf die Jezus persoonlijk heeft uitgekozen. Maar dit zijn 72 anderen. En we voelen het appèl. Dit kunnen wij ook zijn. Een van die 72. Jezus bedoelt ook ons erop uit te zenden. En in kerkelijke termen gesproken: niet alleen de kerkenraad, die het wel voor ons opknapt, ook de andere gemeenteleden. Jij, jij en jij. Jezus doet hier een appèl op óns!

Weerstand verwachten als je met je geloof te koop gaat lopen
Maar gaan we zomaar naar buiten om met ons geloof te koop te lopen? We voelen ons er niet prettig bij als we het zo omschrijven. We verwachten weerstand. Maar dat niet alleen. We hebben ook geleerd bescheiden te zijn. En kijk nou eens naar David Maasbach. Een leider van een kerk die veel op televisie is. En die deze week in het nieuws is gekomen omdat hij zijn leden oproept met hun familie te breken. Kijk eens wat een ellende er in en door een kerk kan gebeuren? Maar wat hebben wij daarmee te maken? Natuurlijk moeten we onze plaats kennen als er zoveel negatiefs vanuit kerken gebeurt en is gebeurd. Maar wat hebben wij er verder mee te maken? Het gaat toch niet om ons?

Wees bescheiden maar voel je niet minderwaardig
Laat jezelf geen minderwaardigheidsgevoel aanpraten. Er zijn tal van redenen om bescheiden te zijn. In de eerste plaats al in onszelf. Maar ook door de reacties van anderen. Maar vergeet niet: het gaat niet om ons. We gaan misschien wel iets teveel van onszelf uit. Van ons eigen geloof, en of we dat wel kunnen uitdragen. Maar ook, of we er wel zin in hebben om al die negatieve reacties te ontvangen. Hoed je voor valse bescheidenheid. Het gaat niet om ons.

Gelukkig ook maar. Want het gaat om iets heel anders. 'De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig; vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.'

Geloof je er nog in?
In hoeverre is dat nog reëel? Dat de oogst groot is? Dat hangt er vanaf of je erin gelooft. Dit is geen sociologisch verhaal. Van of er werk voldoende is en we dus aan de slag kunnen. Nee, het is een geloofsverhaal. De oogst is groot ja, ik geloof erin. Maar niet omdat ik dat zelf kan bereiken, maar omdat er een eigenaar van die oogst is. God.

En lieve mensen, ik ben in die oogst gaan geloven. Niet omdat ik het allemaal precies weet hoe we die oogst binnen moeten gaan halen. Ook niet hoe ik andere mensen moet overtuigen. Ik geloof in die oogst, omdat Jezus het zegt. Althans, dat probeer ik. Want ik voel natuurlijk ook de tegenslag, de negatieve reacties, de dichte deuren. Maar dat leert me vooral één ding over mezelf: dat de antwoorden niet uit mij moeten komen. Wel dat ik mezelf beschikbaar moet stellen om iets te kunnen laten gebeuren. Want als we achterover leunen gebeurt er inderdaad niets. Maar dan moeten we niet wijzen en zeggen: zie je wel? Want als we met één vinger wijzen, wijzen er altijd nog vier naar onszelf.

In het diepe gegooid om je beschikbaar te stellen
En dat is wat Jezus van de arbeiders vraagt. Er staat heel mooi letterlijk dat de eigenaar van oogst mensen niet zozeer wil sturen, maar wil uitdrijven, uitwerpen letterlijk. Dat heeft iets van in het diepe gegooid worden. En daar houden we doorgaans niet zo van. Want we willen weten waar we aan toe zijn en wat we gaan doen. Maar Jezus heeft eigenlijk geen plan, sorry. Ja, de oogst moet worden binnengehaald. Maar hoe en wat is niet van te voren te voorspellen.

En zo werkt het met missionair werk buiten de bestaande kerk ook. Dat is vooral je beschikbaar stellen. En in zekere zin ook zien wat er gebeurt. En daarin op zoek gaan wat geloof kan betekenen. Niet omdat jij dat wil, maar omdat de eigenaar van de oogst dat wil. Ga maar zoeken. Ook al weet je niet hoe het eruit ziet wat je zoekt. Ga maar zoeken.

Niet achterover leunen
En niet achterover leunen. Want dat doen we in de kerk teveel. We denken dat onze antwoorden en onze vormen en instituten toch voor zich spreken. Is dat zo? Hoe zouden wij achterover kunnen leunen, als mensen buiten de kerk steeds opnieuw moeten zoeken naar hoe ze hun leven kunnen leven? Blijven wij dan stilstaan? Of slechts wat vormen aanpassen?

Van Randwijk schreef een aangrijpend gedicht:

Wij, zonder geld op reis gegaan
en zonder buidel uitgezonden
om te genezen waar wij konden,
te zegenen waar and'ren slaan,
te vroeg vertraagde onze voet,
wij hebben ons te warm genesteld
en een weerbarstig fort gemetseld
rondom een volk dat trekken moet.

Daarom moeten wij erop uit. Niet omdat we het allemaal beter weten. Maar omdat we mee moeten trekken met mensen die ook moeten trekken. Hun leven door, elke dag opnieuw, zoekend naar hoe ze moeten leven. En dan is Jezus opdracht een belofte: de velden zijn wit om te oogsten. Niet iets wat we ook nog moeten doen, een hele grote klus. Nee, een belofte.

Niet zonder slag of stoot, maar wel met vreugde
Ja, dat zal niet zonder slag of stoot gaan. Maar als we de vreugde horen van de 72 als ze terugkomen, dan is die vreugde geen arbeidsvreugde omdat ze zo hard gewerkt hebben. Ze zeiden: 'Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons bij het horen van uw naam'. Laat je niet afleiden door wat ze zeggen over demonen. Voor hen is dat taal om te laten zien dat blokkades bij mensen zijn doorbroken. Dat ze niet meer in bezit genomen worden door wat ons onmenselijk kan maken. Belangrijker is dat dat gebeurt bij het horen van Jezus' naam. Dat betekent geen abacadabra, als een soort toverspreuk. Nee, het is dus Jezus' naam die de doorslag geeft. Niet wat wij doen en verzinnen. Maar Jezus' naam. Niets meer en niets minder.

Omdat Jezus het zegt. Punt
Ik geloof dat de velden wit zijn om te oogsten. Omdat Jezus dat zegt. Een belofte doet. Laat je niet weerhouden door negatieve reacties, die er ongetwijfeld zullen zijn. Maar daar voorziet Jezus ook in: sla dan het stof van je voeten. Jammer dan. Natuurlijk laten we iedereen in zijn waarde, maar doe dat dan ook. Er zitten namelijk ook mensen wel te wachten op dat verhaal van Jezus. En niet omdat jij dat nou zo goed kan vertellen of precies allemaal weet, maar gewoon: omdat je beschikbaar bent. Wees beschikbaar. Nee, je hoeft er niet mee te koop te lopen, maar hou het ook niet voor je. Wees beschikbaar. Niet omdat je dan weer wat moet doen, maar omdat je niet achterover wil leunen. Wees beschikbaar. En de oogst zal groot zijn.

Waarom zouden we iets voor Jezus over hebben? Preek 12-06-16

Tekst: Lucas 7: 36 - 8: 3

Gisteren mocht ik mijn specialisatieopleiding tot missionair predikant afronden. En voor de duidelijkheid: het gaat dan niet om de missie en de zending naar verre oorden, maar om de missie hier in Nederland. Nederland is ook zendingsgebied geworden. Er zijn heel veel mensen die nog nooit over Jezus gehoord hebben, laat staan een kerk van binnen hebben gezien. We zijn geen land meer van een meerderheid van kerkgangers en kerkverlaters. De kerk is een minderheid. Voordeel daarvan is dat het ons niet kan laten rusten op onze lauweren, maar dat we ons steeds moeten realiseren waarom we bestaan en waaruit. De kerk is niet vanzelfsprekend.

In veel nieuwe missionaire initiatieven in kerken, buurthuizen, scholen, café’s en in de natuur zie je een nieuwe spirit, of eigenlijk de oude Spirit op een nieuwe manier aan het werk. Geweldig wat een enthousiasme van deze pioniers. Ze trekken erop uit en zetten opnieuw palen uit, maken zich het gebied en de mensen eigen en gaan op zoek. In de stad, in het dorp, op internet, op school, in het café en in de natuur. En ze hebben er veel voor over. Tijd, energie en middelen. Ze zijn er enthousiast voor.

Enthousiasme
Dat enthousiasme betekent letterlijk in God zijn. En-thou-siasme. In God zijn. En dat enthousiasme werkt aanstekelijk. Wat kunnen wij daarvan meepikken voor onze eigen gemeente? Waarom doen wij wat we doen en waarom willen wij daarmee door? Wat hebben wij ervoor over?

De pioniersgeest zit er bij Jezus en zijn volgelingen ook goed in. De contouren van de eerste gemeente zien we in het begin van hoofdstuk 8: Kort daarop begon Jezus rond te trekken van stad tot stad en van dorp tot dorp om het goede nieuws over het koninkrijk van God te verkondigen. De twaalf vergezelden hem, en ook enkele vrouwen die van boze geesten en ziekten genezen waren – en dan volgen de namen van Maria van Magdala, Johanna en Susanna – en nog tal van anderen, die uit hun eigen middelen voor hen zorgden.

Een bont gezelschap. Je kan niet anders zeggen. Niet de standaard gemeente. Nee, Jezus met de twaalf. Een heilig getal, maar we weten ook dat het gewone mensen waren die streden om wie het belangrijkste was, en waarvan er één Jezus zou verraden. Daarnaast een aantal vrouwen met eenzelfde verleden en heden en nog tal van anderen. Ongetwijfeld de Heer toegewijd, en in die zin een heilig gezelschap. Maar je voelt ook dat het tegelijkertijd inclusief de Twaalf een zooitje ongeregeld is. Saints and sinners, heiligen en zondaars tegelijkertijd. De gemeente zoals die is, ook nu.

En er staat dat ze er veel voor over hadden, voor die eerste gemeente. Er waren nog tal van anderen, die uit hun eigen middelen voor hen zorgden. Er is een grote bereidheid om te geven voor de gemeente van Christus, zoals dat vandaag ook nog zo is. Maar waarom?

Waarom geven we?
Waarom geven we? Uit onze eigen middelen, van onze eigen tijd? En als je dat niet doet of wilt, waarom zou je dat doen? Het verhaal van vandaag laat zien dat deze eerste volgelingen dat doen uit dankbaarheid. Ze willen liefde betonen. Maar waarom?
De vrouw die bij Jezus’ samenzijn met de Farizeeër binnenvalt tart Jezus’ gastheer. Hij kent haar verleden, be- en veroordeelt haar daarop. Maar ziet tegelijkertijd hoe intiem ze met Jezus is. Veel intiemer dan hij. Misschien maakt hem dat ook wel jaloers. Aan de andere kant: waarom zou hij? Wat heeft hij te winnen?

En Jezus houdt hem een gelijkenis voor: stel dat twee schuldenaars hun schuld kwijtgescholden krijgen, de één een grote, de andere een kleine, wie is de schuldeiser dan het meest dankbaar? Helder. Degene die er het meeste bij wint. Precies. En dan die vrouw, die niet met water, maar zelfs met tranen Jezus’ voeten wast. Die hem niet begroet met een kus op het hoofd, maar zijn voeten kust. Die niet zijn hoofd inwrijft met olie, maar zijn voeten met geurige olie. En dan zegt Jezus iets raadselachtigs, wat er op neerkomt dat zij Jezus zoveel liefde betoont, omdat ze beseft hoeveel vergeving ze krijgt. En dat iemand die weinig vergeving nodig heeft, weinig liefde betoont.

Wie betoont de meeste liefde?
Je ziet de farizeeër zijn wenkbrauwen fronzen. Want hij voelt zich eerder bij meer dan bij minder staan. Hij voelt zich meer dan de vrouw, terwijl Jezus eigenlijk zegt dat hij hem minder liefde betoont dan de vrouw. Hij voelt dat hij het toch eigenlijk allemaal erg goed doet. En het gekke is dat Jezus dat niet zal ontkennen, maar er wel bij zal zeggen dat dat dan ook minder oplevert. Kijk niet naar de beste mensen, maar naar degenen die veel erover over hebben om bij Jezus te mogen horen. Zij maken nog meer het verschil.

Dankbaarheid is hun drijfveer
Hun liefde voor Jezus komt voort uit dankbaarheid. Want ze voelen dat Jezus met hen verder wil, ondanks dat ze er af en toe een potje van maken. In al het gepruts is er altijd weer de dankbaarheid dat ze voor Jezus mogen bestaan, dat ze er mogen zijn, telkens weer opnieuw. Dat heet vergeving. En die hebben we allemaal nodig, in meer of mindere mate, of we dat nu willen weten of niet. En dat is niet erg. Want we mogen bestaan voor God.

Kun je je voorstellen dat mensen dan dankbaarheid voelen opkomen? Wauw, we mogen bestaan voor God. Ondanks alles en dankzij Jezus. Kun je je voorstellen dat dat ook iets in mensen oproept? Dat ze iets voor Jezus en zijn beweging willen gaan doen? De liefde is een antwoord op hun dankbaarheid.

Geloof als basis voor dankbaarheid
En Jezus zegt er nog iets cruciaals achteraan bij de vrouw: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.’ Wat is dat geloof? Een hoog ideaal? En 10 voor het godsdienstexamen A en B? Nee. Dat geloof is je realiseren dat wij het niet goed kunnen maken, maar God wel. Dat het weer goed kan zijn, hebben we echt gekregen, gratis. We hoeven daar niets voor terug te doen, maar je voelt dat het wel iets in je oproept. Als dat toch zo is, dat God het goed maakt, dan wil je daar toch iets voor teruggeven. Danken en geven. Het hoort bij elkaar.

Altijd Thanksgiving in de kerk
Eigenlijk is het in de kerk een voordurend Thanksgiving. Danken en geven. En dat is de basis van alles wat we doen in de kerk. Dat we dankbaar mogen zijn, en van daaruit willen geven. Iets voor die beweging over willen hebben. Niet omdat we tijd of geld over hebben, maar omdat we iets van onszelf willen teruggeven.

Als je die dankbaarheid niet voelt, dan geef je jezelf leeg. En dan moet je je afvragen waarom je dan eigenlijk nog geeft. De dankbaarheid voedt. En brengt nog meer teweeg dan je uit jezelf bij elkaar zou sprokkelen aan tijd en geld.

Dankbaarheid in de huiskamerbijeenkomsten
Als je de komende tijd, misschien ook in de huiskamergesprekken, nadenkt over wat jij kunt betekenen voor de gemeente, denk dan eens niet eerst aan je overvolle agenda, want die is er, dat weten we. Die willen we niet overbelasten. Denk eens niet eerst aan je leeftijd, want die is er, dat weten we. Dat ontkennen we niet. Denk eens niet eerst aan te weinig talent, want dat talent is er wel, dat weten we. En we vragen niet wat je niet kan. Denk eens aan waar je dankbaar voor bent. In geloof. Waar ben je vanuit je geloof God dankbaar voor? Wat maakt hij goed, of wat draagt hij met je mee, dat je niet zelf kan? En wat roept dat in je op? Zou je er dan iets voor over hebben? Wat voedt die dankbaarheid? Wat zou je dan willen doen?

Nooit iets doen wat je niet kan
Het gaat niet om een motivatie vanuit de vraag ‘wat als de kerk niet meer zou kunnen blijven bestaan of open zou kunnen blijven?’ Dat is een negatieve vraag. En je voelt dat een motivatie die daaruit komt energie wegzuigt: vooruit dan maar weer. Zoveel mensen lopen op hun tenen. Maar dat vraagt Jezus niet. Denk nooit dat je iets moet doen dat je niet kan. Het gaat ook niet om de kerk in die zin. Die bestaat ook niet om zichzelf. De kerk bestaat zoals in het slot van ons verhaal. Uit mensen die uit dankbaarheid aan Jezus iets over hebben voor zijn beweging. Niets meer, maar ook niets minder.

Betekent die dankbaarheid dat we altijd iets moeten dóen? Dat zou te activistisch klinken. Jezus zegt tegen de vrouw: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.’ Geloof is haar eerste antwoord op Jezus. Niet alles wat ze doet. Geloof is wat Jezus bij de vrouw ziet, en daar gaat het hem om.

Dat betekent dat als het om de toekomst van de gemeente gaat, vooral geloof belangrijk is. Geloof in Jezus, en dan zien wat dat in ons oproept. Dat is het. Niet meer en niet minder. En als je dan weinig mogelijkheden hebt, of je voelt dat je al genoeg gedaan hebt en niet meer kan, begin dan is met te bidden. Voor al die mensen de zich inzetten voor de gemeente. Maar vooral ook om de Geest. Dat de Geest blijft waaien en mensen aanvuurt. Laten we vooral blijven bidden. Het is immers niet onze kerk, maar Christus’ kerk. God dank.