zondag 20 april 2014

Hoe vind je houvast in een verandering? (preek Pasen 20 april 2014)

Tekst: Exodus 14: 9-14 en Johannes 20: 1-18

Beluister de preek op Kerkomroep

Ook dit jaar is het weer Pasen geworden. Ogenschijnlijk vanzelf. Het is een jaarlijks terugkerend feest dat vroeg of laat kan vallen, maar het komt. Het staat in onze agenda, samen met tal van activiteiten, concerten en festivals voor het lange weekend. Maar zo ogenschijnlijk vanzelf als het Pasen lijkt te worden, zo vanzelf gaat het allerminst in de bijbel. Wie de verhalen gehoord heeft in de kerk, of in de Matthëus of Johannes Passion, of in The Passion op tv, weet en voelt dat het niet zomaar Pasen wordt. Jezus moet het helemaal doormaken. De beker kan niet aan Hem voorbijgaan. En dat, terwijl de leerlingen in slaap vallen omdat de Passion te lang duurt, of wegzappen. De opstanding van Jezus is niet iets dat zomaar gebeurt. Er is een lange weg daar naartoe te gaan. Voor sommigen ook zwaar, zeker als het hele verhaal je zo aangrijpt.

Zwaar was het ook voor het volk Israël dat door Mozes uit Egypte is geleid. In Egypte waren ze slaven. Met recht wordt Egypte daar het Angstland genoemd. En voor het volk Israël is Pasen verbonden aan de bevrijding uit die angst. Bevrijding uit een leven dat beheerst wordt door angst. En dat is erg als je zo moet leven. Dan kun je niet vrij leven. Niet vanuit je passie, vanuit wat je drijft, omdat je telkens over je schouders moet kijken of iemand je niet op de vingers kijkt, je gedachten kent. Angst dus waarin je niet jezelf kan zijn, omdat je in je leven geleid wordt door wat anderen willen, of wat je denkt dat anderen willen. Angst voor wat anderen zullen doen en zeggen. Angst die je ertoe dwingt om of een vlucht naar voren of naar achteren te doen, wat in ieder geval betekent dat je je eigen plaats opgeeft. Wanneer je zo onderdrukt wordt, dan is het fantastisch als iemand je de bevrijding aankondigt. In vrijheid te kunnen leven. In een nieuw leven nota bene, in dit bijbelverhaal op een nieuwe plek, in een beloofd land. Het volk krijgt een plek. Een eigen plaats. Waar het zichzelf niet steeds hoeft te verdedigen en zichzelf een plekje moet veroveren. Waar ieder kan zijn wie hij is, een vrij mens, met zijn kunnen, zijn emoties, om vrij mens te kunnen zijn.

Er doorheen gaan of overleven?
Maar daarmee is niet alles gezegd. Tussen de uittocht uit het Angstland, en de intocht in het beloofde land, zit de doortocht. En die valt niet mee. Want die gaat dwars door de woestijn. Mooi hoor, dat ons leven wordt opgeschud met het vooruitzicht van een echte bevrijding van ons leven, zodat we echt een eigen plek in het leven hebben. Maar is de weg daar naartoe niet veel te zwaar? Het geloof zet veel op scherp, stelt kritische vragen, biedt mooie vooruitzichten en vergezichten, geeft troost en moed, jazeker, maar soms heb je ook het gevoel dat mensen die niet geloven eigenlijk een veel makkelijker leven hebben. Daar loopt ook niet alles zoals het zou moeten, en ja, zij worden ook beheerst door de dingen die nu eenmaal zijn zoals ze zijn, maar ze lijken zich daar gewoon bij neer te leggen. Zo is het leven nu eenmaal. Overleven, en gaan voor het gewin van jezelf en wie je lief zijn. Alles eruit halen wat erin zit. En ja, dat klinkt zoveel makkelijker. Het mag dan korte termijn denken zijn; het leven is toch ook maar kort? Yolo! You only live once.

Oude angsten achtervolgen je
Op de weg naar een vrij leven kunnen de angsten je weer aanvliegen. De Egyptenaren zitten de Israëlieten alsnog op de hielen. Zie je wel?! Dat stomme gepraat over nieuw leven, vrijheid, een eigen plek is gewoon onzin! Het leven is zoals het is, deal with it! Je verandert er geen moer aan. En ja, dan ga ik er maar aan ten onder, maar liever doordat alles voorspelbaar voortkabbelt dan dat ik moegestreden en op de vlucht het onderspit moet delven.

vrijdag 18 april 2014

Hoe vind je vrede in je geloof? (preek witte donderdag 17 april 2014)


Beluister de preek op Kerkomroep

'Het was kort voor het pesachmaal. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan.' Zo begint het verhaal over de voetwassing op de avond dat Jezus het Avondmaal instelde. 'Doe dit tot mijn gedachtenis' zei Jezus over het breken van het brood en het delen van de wijn. Dat doen we in alle kerken in een verschillende regelmaat. 'Ik heb een voorbeeld gegeven' zegt Jezus over het wassen van de voeten van de leerlingen, 'wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen.' Dat doen we dus niet. Of althans, niet letterlijk zoals bij het Avondmaal. Wel als we als mantelzorgers onze dierbare wassen, maar dan in hun geheel. Die voetwassing staat verder van ons af dan het Avondmaal. Wat heeft die voetwassing met het geloof te maken?

Een andere voetwassing
Om daarover na te denken wil ik een overstapje maken naar het Evangelie zoals Lukas dat vertelt. In het zevende hoofdstuk zien we Jezus ook aan de maaltijd zitten. Bij een Farizeeër thuis. Simon heet hij. Vast niet voor niets. Het doet denken aan die wankele rots, waarop Jezus zijn kerk bouwt, Petrus. En bij de maaltijd verschijnt van buiten ineens een vrouw. Een vrouw van wie bekend is dat ze een zondares is, vertelt het verhaal. Een vrouw van 'wie zonder zonde is werpe de eerste steen', maar ja, een oordeel is gauw geveld. En ook makkelijk, want dan gaat het niet over jezelf. Zij komt binnen met een albasten flesje met geurige olie. Hé, dat klinkt dan weer bekend. Het doet denken aan Maria van Bethanië die Jezus' hoofd zalft. Dit tot ontsteltenis van de leerlingen. Zoveel olie gebruiken is je reinste verspilling. Maar Lukas vertelt een ander verhaal. Niet over Maria van Bethanië, maar over een anonieme vrouw. Vanwege haar achtergrond denken mensen aan Maria Magdalena, wie zal het zeggen. In ieder geval zoekt deze vrouw het lager bij de grond, omdat zij ook lager bij de grond leeft. Misschien wilde ze wel Jezus' hoofd zalven, maar ze komt er niet bij. Hij ligt aan aan de maaltijd. En ze komt uit bij zijn voeten. Ze huilt. Haar tranen wassen zijn voeten en ze droogt ze af met haar haren. Haren die niet netjes zijn opgestoken, maar loshangen, wat symbool staat voor haar losbandig leven. Met de olie die ze meebracht zalft ze zijn voeten. Een wonderlijke gebeurtenis.

Testcase voor Jezus, of voor ons?
De Farizeeër Simon kijkt er met argusogen naar, en maakt hier een testcase van voor Jezus: als Jezus een profeet is weet hij wat voor vrouw dit is en kickt hij haar met dezelfde voeten weg. Maar Jezus maakt er een testcase van voor Simon.

zondag 13 april 2014

Laat jij het lijden aan je voorbijgaan? (preek palmpasen 13 april 2014)


Beluister de preek via Kerkomroep

Jezus bidt in de Hof van Getsemané. Hij voelt zich dodelijk bedroefd, zegt hij. Wat lijkt de feeststemming van zijn intocht in Jeruzalem lang geleden. Dit jaar is het ook lang geleden dat we dat verhaal lazen. We begonnen er de veertig dagen van voorbereiding op Pasen mee. Daarna gebeurt er nog zoveel, voordat het Pasen is, dat we daar maar eens de tijd voor namen. En dan voelt het in de Hof van Getsemané weken, maanden geleden dat Jezus zo feestelijk onthaald werd in Jeruzalem.

De palmpasenstokken, waar de kinderen op Palmzondag mee de kerk in komen, voelen nog meer dan andere jaren als versierde kruisen. In de vreugde van het onthaal in Jeruzalem zitten al voortekenen waar het heen zal gaan. Het zijn niet zomaar palmtakken die de kinderen de kerk in dragen. Het zijn versierde kruisen. Tijdens de intocht zingt het volk: Hosanna. En niet veel later: Kruisig Hem!'

Wie kiest voor het lijden?
Zo doemt Jeruzalem vandaag ineens anders op. Het lijkt wel een omsingelde vesting, waar Jezus wel uit kan maar niet uit gaat. Hij zit in zijn missie gevangen. Vrijwillig, maar niet uit vrije wil. Wie kiest hiervoor? Een stad in te gaan, die zijn leven kan bedreigen? En toch kiest hij ervoor, doelbewust. Maar niet zonder angst, en zonder bedroefdheid.

Het beeld wordt voor mij dit jaar getekend met beelden uit de Syrische stad Homs, waar pater Frans van der Lugt deze week is vermoord.

zaterdag 12 april 2014

Is wat ik verdien ook van mij? (preek 23 maart 2014)


Beluister de preek op Kerkomroep

Als je door sommige verre landen reist, dan vraag je je wel eens af wat voor toekomst de mensen daar hebben. De schamele hutjes, of zelfs krotten, herbergen soms meer mensen dan wij in onze grote huizen. Een woonkamer is tegelijkertijd de enige slaapkamer. Privacy hebben ze daar niet. Het riool, als dat er al is, is een open riool, dat door de hutten naar de dichtsbijzijnde rivier loopt. De kleren die mensen aanhebben, hadden wij allang weggegooid. Het lijkt een totaal andere wereld te zijn. Maar tegelijkertijd word je verrast door toch ineens ergens een televisie te zien. Of hangt er in een schamel ingerichte woning ineens een poster van een Westerse topvoetballer. De ene wereld is klein geworden. Maar de leefomstandigheden van deze mensen staan ver van ons af. Omstandigheden waarin het moeilijk lijkt iets op te kunnen bouwen. Waar kinderen al blij zijn met een pen, ongeacht of ze naar school kunnen of niet. En waar veiligheid een luxe is.

En dat terwijl er maar één wereld is. Maar er is een wereld van verschil tussen hoe wij kunnen leven in die wereld en hoe anderen ver weg kunnen leven. Ook de kinderen in India, die door onze kerken gesteund worden met donaties voor de bouw van een kindertehuis.

Wat voor wereld krijgen we cadeau?
Jezus stelt de wereld en alle mogelijkheden die we daarin hebben voor als een wijngaard. Vruchtbaar land met planten die mooie en lekkere vruchten kunnen voortbrengen. Wat is dat voor wijngaard?

Wat verlang je van de stilte? (preek 9 maart 2014)


Beluister de preek op Kerkomroep

Het lijkt wel erg vroeg dit jaar om het verhaal van de intocht in Jeruzalem te lezen. In andere jaren is dit het verhaal van de zondag voor Pasen, Palmpasen. En dan komen de kinderen met hun palmpasenstokken de kerk in. Versierde kruisen als opmaat voor de Stille Week. Maar zover is het nu nog lang niet. We zijn nog maar net begonnen aan de voorbereidingstijd van 40 dagen voor Pasen. Langzaam maar zeker leven we toe naar het diepte- en het hoogtepunt van het verhaal over Jezus. Zijn dood aan het kruis en zijn opstanding uit de dood. Ook zover is het nog lang niet, maar we nemen dit jaar wel wat meer tijd voor de weg daar naartoe. De volle veertig dagen. Er gebeurt in het bijbelverhaal over Jezus zoveel na de intocht in Jeruzalem en voordat de finale begint, dat we het verhaal van Mattheüs wat uit elkaar trekken. En dus beginnen we vandaag met het verhaal van de intocht in Jeruzalem. Het is ook veel aannemelijker dat in de tijd gesproken de intocht veel eerder plaatsvond dan een week voor Pasen. Daar zeggen de evangelisten niets over. Sterker nog, ook zij besteden nog vele hoofdstukken aan wat er daarna gebeurt. Dus als we dit verhaal even losweken van de Stille Week, dan krijgen we de kans het verhaal voor zichzelf te laten spreken, zonder dat het meteen een opmaat is naar de dramatische finale van de Stille Week.

Wat voor feest vieren de mensen in Jeruzalem tijdens de intocht?
En als we dan het verhaal losweken van de Stille Week voor Pasen, dan komen we voor de vraag te staan in welk feestgedruis Jezus dan eigenlijk terecht komt. Mensen zingen uit een psalm: 'Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!' Dat suggereert dat er mogelijk al een feest aan de gang was. En dat zit volgens mij ook in het hoofd van velen; dat mensen naar Jeruzalem voor het Paasfeest. Maar dat zou wat erg vroeg zijn. En de evangelisten zeggen daar ook niets over. Sterker nog, ze hebben eerst nog heel veel te vertellen. Het is niet onmogelijk dat hier in Jeruzalem het Loofhuttenfeest aan de gang is. Een feest dat inderdaad een maand of zeven eerder plaatsvindt. Een feest dat van oorsprong een landbouwfeest is en gehouden wordt op het moment dat de veldvruchten geoogst worden: druiven en zo. Het feest is in het teken komen te staan van de herinnering aan de veertig jaren dat het volk Israël na de uittocht uit Egypte door de woestijn zwierven en in hutten woonden. Het wonen in loofhutten tijdens dit feest herinnert daaraan. Maar meer nog worden volgens sommige bijbelgedeelten takken van klimop, groenen takken en palmtakken gebruikt voor een vrolijke processie. Een processie, een optocht, die nu doet denken aan waar Jezus in terecht komt bij zijn intocht. In de tijd van Jezus ging men voor dit Loofhuttenfeest ook naar de tempel in Jeruzalem. Allemaal puzzelstukjes die niet automatisch in elkaar passen, maar helemaal onmogelijk is het ook niet.

Waar verlangen de mensen naar?
Wat hebben we daaraan als we het verhaal van de intocht in Jeruzalem van Jezus lezen? We kunnen beter gaan begrijpen waar de menigte naar verlangt. Of misschien nog meer: waar de evangelist Mattheüs ons, zijn hoorders, naar wil laten verlangen.