Tekst: MattheĆ¼s5: 1-12
Wat mooi om van
jongeren te horen wat hun dromen zijn. Het zijn de meest uiteenlopende dromen,
van zangeres tot hersenchirurg en van een wereldreis maken tot varen met een
eigen boot. Of van dieren verzorgen tot mensen in nood helpen. Allemaal even
mooie dromen. En soms is je droom maar klein, en soms heel groot. Een hele
simpele droom voor je gevoel, of een droom waarvoor je alles op alles zult
moeten zetten om die te bereiken. Allemaal mooie dromen. Geen droom is beter
dan de ander, want als het goed is dan past je droom bij jou. En daarom is die
droom mooi. En daarom gunt iedereen je van harte dat je je droom in vervulling
ziet gaan.
En hoe ouder je
wordt, hoe meer je daaraan kunt doen. Door een opleiding te volgen, te gaan
werken. Anderen te zoeken die van hetzelfde dromen om de handen ineen te slaan.
Maar je zult ook steeds meer zien dat het niet altijd lukt om je dromen waar te
maken. En soms is het leven ook gewoon een nachtmerrie. Kranten, televisie en
internet staan er vol mee. Zo vol, dat we eigenlijk nauwelijks goed nieuws
kunnen bedenken. We zijn vaak geneigd om eerst te zeggen wat er niet goed gaat.
Wat we niet hebben bereikt. Wat niet leuk is. Hoe houden we dan in het oog wat
er wel goed gaat?
De dingen die niet goed gaan horen er ook bij
Het heeft weinig
zin om te ontkennen wat er niet goed gaat.