Waarom zou je
een kerk binnengaan om je kind te laten dopen? Een mooi feest is het,
natuurlijk. We zijn dankbaar voor het nieuwe leven. En God is het die we
dankbaar zijn. Dankbaar dat Hij dat nieuwe leven geeft, en zich met dat nieuwe
leven wil verbinden. God zegt in de doop: Ik neem jou aan als mijn kind! Een
mooi feest. Maar waarom zou je dat vieren als het daarna in de kerk toch ook heel
nadrukkelijk gaat over wat er niet goed gaat in de wereld en in ons leven?
Zeker in deze veertig dagen voor Pasen staan we stil bij het lijden in deze
wereld, ons lijden, en ook onze rol daarin. Lekker feest vieren we dan. Hierna
wordt het alleen maar minder. Lijkt het.
Het is zo, dat
we in de kerk, of moeten we niet beter zeggen: in ons geloof, nadrukkelijk stil
staan bij het lijden. Maar we moeten niet doen alsof we dat lijden zelf
bedenken of zelfs willen. Nee, het is er gewoon. Het is er door wat we doen en
door wat we laten. Het is er omdat we mensen verliezen aan de dood en aan het
leven. Het is er omdat we staan voor onze principes, daar iets voor moeten doen
en laten, terwijl andere wegen makkelijker lijken. Lijden is er omdat keuzes
ergens voor, ook keuzen ergens tegen kunnen betekenen. Lijden is er omdat je
met open ogen en open oren in de wereld staat, en alles ziet gebeuren wat er in
de wereld gebeurt. En dat doet je wat.
Doet het lijden
je dan niets als je niet gelooft? Ja, natuurlijk wel. Wie een vliegramp ziet
blijft niet ongeroerd. Wie iemand verliest of op een andere manier pijn lijdt
kan daar niet omheen. Ons geloof lijkt alleen het ervaren van lijden te
verdiepen. Alsof we er iets mee moeten.