zondag 22 maart 2015

Wat heb jij nodig om Jezus te volgen? (preek 22 maart 2015)

Van heldenverhalen zijn we gewend dat helden een hoogtepunt bereiken. Op de toppen van hun kracht of van hun creativiteit breken ze uiteindelijk door en overwinnen. Je verlaat het verhaal of de film dan met het gevoel dat alles goed is gekomen. Zo'n climax voelen de mensen aankomen die op Jezus afkomen ook. Een aantal Grieken vraagt Jezus' leerling Fillipus of ze Jezus kunnen ontmoeten. Grappig dat het Grieken zijn. Het zijn geen autochtone Joden, maar allochtone Joden of mensen die iets met dat geloof hebben. In ieder geval uit de wijde omtrek. Hier wordt het angstbeeld van de Farizeeën werkelijkheid. 'Je ziet dat we niets hebben bereikt', zeggen ze hiervoor, 'kijk maar, de hele wereld loopt achter hem aan.'

Wat probeerden die Farizeeën dan tegen te houden? Dat gaat al even terug. Naar het vorige hoofdstuk om precies te zijn. Als je meeleest kun je in hoofdstuk elf lezen dat Lazarus ziek is, en dat zijn twee zussen Martha en Maria Jezus daarvan op de hoogte stellen. Ze noemen hem zijn vriend. En dan zegt Jezus iets heel vreemds in vers 4: 'Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar op de eer van God, zodat de Zoon van God geëerd zal worden.' Hij lijkt de ziekte van Lazarus op een hele vreemde wijze te bagatelliseren. In ieder geval voelt het voor de omstanders als een ontkenning van de ernst ervan. Het komt wel goed, lijkt hij te zeggen. Alsof er niets aan de hand is. En hij komt twee dagen niet van zijn plaats. Dat is zo lang dat Lazarus inmiddels is gestorven.

Wat Jezus doet is moeilijk te begrijpen
Wat hij vervolgens zegt gaat in tegen het voorstellingsvermogen en het begrip van zijn omstanders.
Eerst zegt hij dat Lazarus is ingeslapen en dat hij hem wakker gaat maken. Hierdoor denken zijn leerlingen dat Lazarus slaapt in plaats van dat hij dood is. Vervolgens drukt Jezus hen met de neus op de feiten en zegt hij: 'Nee, Lazarus is gestorven.' En vervolgens, en dat is helemaal curieus: 'en om jullie ben ik blij dat ik er niet bij was: nu kunnen jullie tot geloof komen.' Kun je voorstellen dat de leerlingen even met hun ogen zitten te knipperen? 'Wacht even, als Jezus iets had willen doen, dan had hij erbij moeten zijn. Maar nu is hij blij dat hij iets kan doen, omdat hij er juist niet bij was. En daar moeten we nog geloof uit putten ook.' Kun je het nog volgen? De leerlingen. niet. Thomas concludeert daar maar uit dat het betekent dat ze samen met Jezus Lazarus achterna gaan en ook zullen sterven.

Ik sta hier zo lang bij stil om te laten voelen hoe vreemd het is wat Jezus doet en zegt. Wij kennen het verhaal goed en of we het nu kunnen geloven of niet: we weten waar het op uit draait. Die kennis hebben de mensen in het verhaal niet. Dus voel even hoe onbegrijpelijk het is wat Jezus zegt en doet. Zeker als hij voor het graf van Lazarus staat en doodleuk zegt dat ze het graf moeten openen. Tegen een tegensputterende Martha zegt hij: 'Ik heb je toch gezegd dat je Gods grootheid zult zien als je gelooft?' Wat is er in de dood te zien aan Gods grootheid? En Jezus rolt vervolgens de steen weg en laat Lazarus naar buiten komen.

Het verhaal stopt niet bij het hoogtepunt, maar gaat door naar het dieptepunt
Een ongelofelijke climax van het verhaal. Die Jezus, waarover zoveel mensen vertelden, doet hier zijn ultieme wonder, door iemand uit de doden te laten opstaan. In een film zou je nu bijna de aftiteling verwachten. Hier bereikt de held zijn hoogtepunt. Veel Joden kwamen tot geloof in hem. Nou, dan is Jezus' missie helemaal geslaagd. Maar het tegendeel is waar. Het verhaal werkt door, tot in het verhaal van vandaag.

Eerst lezen we in het vervolg hoe de hogepriesters en farizeeën Jezus als een bedreiging ervaren. Ze zijn bang voor het voortbestaan van het volk, zo schrijft Johannes. Bang dat het volk door een nieuw geloof in God en in zichzelf zo'n bedreiging voor de Romeinen wordt, dat de Romeinen zullen ingrijpen, en de tempel en het volk zullen vernietigen. En dan is het Kajafas, de bekende hogepriester, die zegt: 'Jullie begrijpen het niet! Besef toch dat het in jullie eigen belang is dat één man sterft voor het hele volk, zodat niet het hele volk verloren gaat.' Hoe ironisch dat Kajafas dat zegt. Hij weet niet wat hij zegt. En dat klopt ook. Hij zegt het niet uit zichzelf, staat er: 'als hogepriester in dat jaar sprak hij de profetie dat Jezus zou sterven voor het volk, en niet alleen voor het volk, maar ook om de verstrooide kinderen van God bijeen te brengen.' De mensen weten dus niet écht wat er gebeurt. Hoe kunnen zij Jezus werkelijk ontmoeten?

Jezus' verhaal wordt zo absurd dat sommige leerlingen hem niet meer kunnen volgen. Als Jezus gezalfd wordt door Lazarus' zus Maria, noemt Judas het verspilling. Met een vreemde omkering zegt juist degene die zo opkomt voor de armen: 'de armen zijn immers altijd bij jullie, maar ik niet.' Ook hierin speelt de opstanding van Lazarus een rol. Mensen komen om niet alleen hem, maar vooral ook Lazarus te zien. En de hogepriesters beramen zelfs een plan om Lazarus te doden, 'omdat hij er de oorzaak van was dat veel Joden bij Jezus kwamen en in hem gingen geloven.'

Dit zijn de omstandigheden en de achtergronden waarin bij de evangelist Johannes de intocht in Jeruzalem plaatsvindt. Mensen leven in een juichstemming door de opstanding van Lazarus. 'De mensen die erbij waren geweest toen hij Lazarus uit het graf riep en uit de dood opwekte, waren van die gebeurtenis blijven getuigen.' De toestroom van mensen in Jeruzalem was dus een direct gevolg van de opstanding van Lazarus. Zo hebben die verhalen met elkaar te maken bij Johannes. 'Daarom ging de menigte Jezus ook tegemoet, omdat ze gehoord hadden dat hij dit wonderteken had gedaan. En de Farizeeën zeiden tegen elkaar: 'Je ziet dat we niets bereikt hebben: kijk maar, de hele wereld loopt achter hem aan.'

Jezus Christus went nooit
En zo komen er een aantal Grieken bij Filippus, omdat ze Jezus willen ontmoeten. Ja, dat staat er. Maar letterlijk staat er dat ze hem willen zien. En zien gaat om meer dan alleen ontmoeten. Dan lijkt het een meet and greet. Maar ze willen echt zien. Ze willen inzien, inzicht, geloven. Ze voelen dat Jezus missie verder gaat dan een wonder dat iedereen op de been brengt. Het gaat om een geloof dat dieper gaat en een hoger doel dient en iedereen op de been houdt. En dat geloof moet je leren begrijpen. Elke keer weer, ook hier, merk je dat Jezus anders doet, anders is, dan wij zijn en verwachten. Jezus Christus went nooit. Geloof moet je leren begrijpen. En daarom vraagt het iets van jou.

Je leven 'haten' betekent dat het met geloven bloedserieus wordt
Dat dit geloof wat van je vraagt horen we als Jezus zegt: 'Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven.' We kennen de uitspraak uit andere evangeliën, maar niet zo scherp als Jezus het hier bij Johannes zegt. Dat wie zijn leven háát behouden blijft voor het eeuwige leven. Maar die haat mag je tussen aanhalingstekens zetten. Het is niet letterlijk haten - hoe zou je dat moeten doen? We zien mensen om ons heen die door psychische aandoeningen hun leven haten. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Haat staat ook zo haaks op de liefde, die juist bij Johannes zo belangrijk is. Haat mag hier tussen aanhalingstekens. Niet om het af te zwakken, maar om het juist duidelijker te maken. Dat het aanvaarden van Jezus' koningschap consequenties heeft. Namelijk dat Jezus' leven zal eindigen aan het kruis. Een dood die Judas niet kon aanvaarden. Daarom kon Judas dat begrafenisritueel van Jezus' zalving door Maria niet aan. Kort gezegd betekent je leven haten dat het aanvaarden van Jezus' koningschap niet zozeer betekent dat je met palmtakken gaat zwaaien en blijft juichen om de opstanding van Lazarus. Het aanvaarden van Jezus' koningschap in je leven betekent dat het bloedserieus wordt. Ja, sorry voor de woordspeling: het wordt bloedserieus.

Die haat slaat dus op de consequentie van geloven in Jezus' koningschap. Om te zien hoe groot God is, moet je niet blijven bij de lusten, maar je juist concentreren op de lasten. Want die opstanding van Lazarus stelt niets voor als Jezus niet écht afrekent met de dood. Geloven kan alleen iets betekenen in je leven als je echt door dat Evangelie heen gaat. Als dat Evangelie voor jou niet een vrolijke feel-good-story is, waar je je lekker bij voelt, maar een bloedserieus verhaal is dat jouw leven dus ook bloedserieus neemt.

Wat zou Jezus doen?
Wil je echt met je geloof aan de slag? Dat is de vraag die Jezus stelt vandaag. 'Wie mij dient moet mij volgen.' En eigenlijk betekent dat niet meer dan: Neem het evangelie serieus. Als iets dat je leven doordringt. Omdat het je hele leven serieus neemt. Geloven is geen hobby. Geloven is aan de andere kant ook niet iets dat je aandacht van al het andere af moet leiden. Nee, laat het Evangelie je hele leven doordringen. Laat je geloof meegaan in alles wat je meemaakt, doet. In alles wat je je afvraagt en de beslissingen die je moet nemen. En nee, dat betekent niet overal een bijbeltekst bij zoeken of zo. Het gaat veel fundamenteler. Waar het geloof je heen zal leiden weet je niet, maar je zou je simpel kunnen afvragen: wat zou Jezus doen?

Om die vraag steeds weer te kunnen beantwoorden is het goed om met dat geloof bezig te blijven. Om het te onderhouden. Net zoals je je lichaam onderhoudt en je huishouden. Geloven kan iets zijn waar je misschien ook vragen bij hebt. Nou, stel ze eens. En dan kijken we hoe we daar een antwoord op kunnen vinden.

Geloven begint bij Jezus willen volgen 
We zijn erg gewend geraakt dat geloven betekent dat je er iets mee moet doen. Omzien naar elkaar, natuurlijk, maar ook naar de kerk komen, en eigenlijk ook wel iets doen in de kerk. En daar voelen we ook de druk van. Zeker als het steeds minder mensen zijn die iets doen. Maar het bijzondere is dat geloof daar helemaal niet begint. Welnee joh. Geloven begint niet met activiteit. En ook je geloof serieus nemen betekent echt niet dat je nu van alles moet gaan doen meteen. Begin gewoon eens bij jezelf in je relatie met God. Waar heb ik nu behoefte aan als het om geloven gaat? Wat heb ik nodig om Jezus te kunnen volgen? En dat kan van alles zijn: you name it. Maar geloven begint niet bij activiteit en al helemaal niet met wat de kerk aan taken allemaal van je vraagt, maar allereerst bij: wat heb jij nodig om Jezus te kunnen volgen?

Leer geloven
Die vraag is niet vrijblijvend, maar geeft wel een enorme vrijheid. Vrijheid om levend te geloven en het in je leven vruchtbaar te laten zijn. Laat je geloof leven. Dat is niet altijd makkelijk, maar het bevrijd je wel door alles heen van nutteloosheid, zinloosheid, drukte en leegte. Neem je geloof serieus en volg Jezus door je hele leven heen. En vraag je af: wat heb ik nodig om hem te volgen? Leer je geloof. Laat het er niet bij. Leer geloven. Vind nieuwe woorden en nieuwe kansen om te geloven. Daar start geloven en daar start de kerk: dat we Jezus willen volgen. En Jezus belooft dan: 'Wie mij dient moet mij volgen: waar ik ben zal ook mijn dienaar zijn, en wie mij dient zal door de Vader geëerd worden.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten