Van
heldenverhalen zijn we gewend dat helden een hoogtepunt bereiken. Op de toppen van
hun kracht of van hun creativiteit breken ze uiteindelijk door en overwinnen.
Je verlaat het verhaal of de film dan met het gevoel dat alles goed is gekomen.
Zo'n climax voelen de mensen aankomen die op Jezus afkomen ook. Een aantal
Grieken vraagt Jezus' leerling Fillipus of ze Jezus kunnen ontmoeten. Grappig dat
het Grieken zijn. Het zijn geen autochtone Joden, maar allochtone Joden of
mensen die iets met dat geloof hebben. In ieder geval uit de wijde omtrek. Hier
wordt het angstbeeld van de Farizeeën werkelijkheid. 'Je ziet dat we niets
hebben bereikt', zeggen ze hiervoor, 'kijk maar, de hele wereld loopt achter
hem aan.'
Wat probeerden
die Farizeeën dan tegen te houden? Dat gaat al even terug. Naar het vorige
hoofdstuk om precies te zijn. Als je meeleest kun je in hoofdstuk elf lezen dat
Lazarus ziek is, en dat zijn twee zussen Martha en Maria Jezus daarvan op de
hoogte stellen. Ze noemen hem zijn vriend. En dan zegt Jezus iets heel vreemds
in vers 4: 'Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar op de eer van God,
zodat de Zoon van God geëerd zal worden.' Hij lijkt de ziekte van Lazarus op
een hele vreemde wijze te bagatelliseren. In ieder geval voelt het voor de
omstanders als een ontkenning van de ernst ervan. Het komt wel goed, lijkt hij
te zeggen. Alsof er niets aan de hand is. En hij komt twee dagen niet van zijn
plaats. Dat is zo lang dat Lazarus inmiddels is gestorven.
Wat Jezus doet is moeilijk te begrijpen
Wat hij
vervolgens zegt gaat in tegen het voorstellingsvermogen en het begrip van zijn
omstanders.
Eerst zegt hij dat Lazarus is ingeslapen en dat hij hem wakker gaat
maken. Hierdoor denken zijn leerlingen dat Lazarus slaapt in plaats van dat hij
dood is. Vervolgens drukt Jezus hen met de neus op de feiten en zegt hij: 'Nee,
Lazarus is gestorven.' En vervolgens, en dat is helemaal curieus: 'en om jullie
ben ik blij dat ik er niet bij was: nu kunnen jullie tot geloof komen.' Kun je
voorstellen dat de leerlingen even met hun ogen zitten te knipperen? 'Wacht
even, als Jezus iets had willen doen, dan had hij erbij moeten zijn. Maar nu is
hij blij dat hij iets kan doen, omdat hij er juist niet bij was. En daar moeten
we nog geloof uit putten ook.' Kun je het nog volgen? De leerlingen. niet.
Thomas concludeert daar maar uit dat het betekent dat ze samen met Jezus
Lazarus achterna gaan en ook zullen sterven.
Ik sta hier zo
lang bij stil om te laten voelen hoe vreemd het is wat Jezus doet en zegt. Wij
kennen het verhaal goed en of we het nu kunnen geloven of niet: we weten waar
het op uit draait. Die kennis hebben de mensen in het verhaal niet. Dus voel
even hoe onbegrijpelijk het is wat Jezus zegt en doet. Zeker als hij voor het
graf van Lazarus staat en doodleuk zegt dat ze het graf moeten openen. Tegen
een tegensputterende Martha zegt hij: 'Ik heb je toch gezegd dat je Gods
grootheid zult zien als je gelooft?' Wat is er in de dood te zien aan Gods
grootheid? En Jezus rolt vervolgens de steen weg en laat Lazarus naar buiten
komen.
Het verhaal stopt niet bij het hoogtepunt, maar gaat door naar het dieptepunt
Een
ongelofelijke climax van het verhaal. Die Jezus, waarover zoveel mensen
vertelden, doet hier zijn ultieme wonder, door iemand uit de doden te laten
opstaan. In een film zou je nu bijna de aftiteling verwachten. Hier bereikt de
held zijn hoogtepunt. Veel Joden kwamen tot geloof in hem. Nou, dan is Jezus'
missie helemaal geslaagd. Maar het tegendeel is waar. Het verhaal werkt door,
tot in het verhaal van vandaag.
Eerst lezen we
in het vervolg hoe de hogepriesters en farizeeën Jezus als een bedreiging
ervaren. Ze zijn bang voor het voortbestaan van het volk, zo schrijft Johannes.
Bang dat het volk door een nieuw geloof in God en in zichzelf zo'n bedreiging
voor de Romeinen wordt, dat de Romeinen zullen ingrijpen, en de tempel en het
volk zullen vernietigen. En dan is het Kajafas, de bekende hogepriester, die
zegt: 'Jullie begrijpen het niet! Besef toch dat het in jullie eigen belang is
dat één man sterft voor het hele volk, zodat niet het hele volk verloren gaat.'
Hoe ironisch dat Kajafas dat zegt. Hij weet niet wat hij zegt. En dat klopt
ook. Hij zegt het niet uit zichzelf, staat er: 'als hogepriester in dat jaar
sprak hij de profetie dat Jezus zou sterven voor het volk, en niet alleen voor
het volk, maar ook om de verstrooide kinderen van God bijeen te brengen.' De
mensen weten dus niet écht wat er gebeurt. Hoe kunnen zij Jezus werkelijk
ontmoeten?
Jezus' verhaal
wordt zo absurd dat sommige leerlingen hem niet meer kunnen volgen. Als Jezus
gezalfd wordt door Lazarus' zus Maria, noemt Judas het verspilling. Met een
vreemde omkering zegt juist degene die zo opkomt voor de armen: 'de armen zijn
immers altijd bij jullie, maar ik niet.' Ook hierin speelt de opstanding van Lazarus
een rol. Mensen komen om niet alleen hem, maar vooral ook Lazarus te zien. En
de hogepriesters beramen zelfs een plan om Lazarus te doden, 'omdat hij er de
oorzaak van was dat veel Joden bij Jezus kwamen en in hem gingen geloven.'
Dit zijn de
omstandigheden en de achtergronden waarin bij de evangelist Johannes de intocht
in Jeruzalem plaatsvindt. Mensen leven in een juichstemming door de opstanding
van Lazarus. 'De mensen die erbij waren geweest toen hij Lazarus uit het graf
riep en uit de dood opwekte, waren van die gebeurtenis blijven getuigen.' De
toestroom van mensen in Jeruzalem was dus een direct gevolg van de opstanding
van Lazarus. Zo hebben die verhalen met elkaar te maken bij Johannes. 'Daarom
ging de menigte Jezus ook tegemoet, omdat ze gehoord hadden dat hij dit
wonderteken had gedaan. En de Farizeeën zeiden tegen elkaar: 'Je ziet dat we
niets bereikt hebben: kijk maar, de hele wereld loopt achter hem aan.'
En zo komen er
een aantal Grieken bij Filippus, omdat ze Jezus willen ontmoeten. Ja, dat staat
er. Maar letterlijk staat er dat ze hem willen zien. En zien gaat om meer dan
alleen ontmoeten. Dan lijkt het een meet and greet. Maar ze willen echt zien. Ze
willen inzien, inzicht, geloven. Ze voelen dat Jezus missie verder gaat dan een
wonder dat iedereen op de been brengt. Het gaat om een geloof dat dieper gaat
en een hoger doel dient en iedereen op de been houdt. En dat geloof moet je
leren begrijpen. Elke keer weer, ook hier, merk je dat Jezus anders doet,
anders is, dan wij zijn en verwachten. Jezus Christus went nooit. Geloof moet
je leren begrijpen. En daarom vraagt het iets van jou.
Je leven 'haten' betekent dat het met geloven bloedserieus wordt
Dat dit geloof
wat van je vraagt horen we als Jezus zegt: 'Wie zijn leven liefheeft verliest
het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige
leven.' We kennen de uitspraak uit andere evangeliën, maar niet zo scherp als
Jezus het hier bij Johannes zegt. Dat wie zijn leven háát behouden blijft voor
het eeuwige leven. Maar die haat mag je tussen aanhalingstekens zetten. Het is
niet letterlijk haten - hoe zou je dat moeten doen? We zien mensen om ons heen
die door psychische aandoeningen hun leven haten. Dat kan toch niet de
bedoeling zijn? Haat staat ook zo haaks op de liefde, die juist bij Johannes zo
belangrijk is. Haat mag hier tussen aanhalingstekens. Niet om het af te
zwakken, maar om het juist duidelijker te maken. Dat het aanvaarden van Jezus'
koningschap consequenties heeft. Namelijk dat Jezus' leven zal eindigen aan het
kruis. Een dood die Judas niet kon aanvaarden. Daarom kon Judas dat
begrafenisritueel van Jezus' zalving door Maria niet aan. Kort gezegd betekent
je leven haten dat het aanvaarden van Jezus' koningschap niet zozeer betekent
dat je met palmtakken gaat zwaaien en blijft juichen om de opstanding van
Lazarus. Het aanvaarden van Jezus' koningschap in je leven betekent dat het
bloedserieus wordt. Ja, sorry voor de woordspeling: het wordt bloedserieus.
Die haat slaat
dus op de consequentie van geloven in Jezus' koningschap. Om te zien hoe groot
God is, moet je niet blijven bij de lusten, maar je juist concentreren op de
lasten. Want die opstanding van Lazarus stelt niets voor als Jezus niet écht
afrekent met de dood. Geloven kan alleen iets betekenen in je leven als je echt
door dat Evangelie heen gaat. Als dat Evangelie voor jou niet een vrolijke
feel-good-story is, waar je je lekker bij voelt, maar een bloedserieus verhaal is
dat jouw leven dus ook bloedserieus neemt.
Wat zou Jezus doen?
Wil je echt met
je geloof aan de slag? Dat is de vraag die Jezus stelt vandaag. 'Wie mij dient
moet mij volgen.' En eigenlijk betekent dat niet meer dan: Neem het evangelie
serieus. Als iets dat je leven doordringt. Omdat het je hele leven serieus
neemt. Geloven is geen hobby. Geloven is aan de andere kant ook niet iets dat
je aandacht van al het andere af moet leiden. Nee, laat het Evangelie je hele
leven doordringen. Laat je geloof meegaan in alles wat je meemaakt, doet. In
alles wat je je afvraagt en de beslissingen die je moet nemen. En nee, dat
betekent niet overal een bijbeltekst bij zoeken of zo. Het gaat veel
fundamenteler. Waar het geloof je heen zal leiden weet je niet, maar je zou je
simpel kunnen afvragen: wat zou Jezus doen?
Om die vraag
steeds weer te kunnen beantwoorden is het goed om met dat geloof bezig te
blijven. Om het te onderhouden. Net zoals je je lichaam onderhoudt en je
huishouden. Geloven kan iets zijn waar je misschien ook vragen bij hebt. Nou,
stel ze eens. En dan kijken we hoe we daar een antwoord op kunnen vinden.
We zijn erg
gewend geraakt dat geloven betekent dat je er iets mee moet doen. Omzien naar
elkaar, natuurlijk, maar ook naar de kerk komen, en eigenlijk ook wel iets doen
in de kerk. En daar voelen we ook de druk van. Zeker als het steeds minder
mensen zijn die iets doen. Maar het bijzondere is dat geloof daar helemaal niet
begint. Welnee joh. Geloven begint niet met activiteit. En ook je geloof
serieus nemen betekent echt niet dat je nu van alles moet gaan doen meteen.
Begin gewoon eens bij jezelf in je relatie met God. Waar heb ik nu behoefte aan
als het om geloven gaat? Wat heb ik nodig om Jezus te kunnen volgen? En dat kan
van alles zijn: you name it. Maar geloven begint niet bij activiteit en al
helemaal niet met wat de kerk aan taken allemaal van je vraagt, maar allereerst
bij: wat heb jij nodig om Jezus te kunnen volgen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten