zondag 29 juni 2014

Hoe ga je met je geloof om als dat strijd geeft? (Preek 29 juni 2014)


Beluister deze preek via Kerkomroep (tot zes maanden na publicatie)

Als ouders ervoor kiezen om hun kinderen het goede nieuws van Jezus door te vertellen, dan is dat reden voor een feest. En als we dopen dan is dat een echt familiefeest. Van trotse grootouders, en dankbare ouders, voor wie het krijgen van een kind een hele nieuwe ervaring is. Dan is het best even slikken en fronsen als Jezus dan zegt dat zijn goede boodschap geen vrede brengt, maar het zwaard, tussen een man en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; de vijanden van de mensen zijn hun eigen huisgenoten. Wat is dat voor een familie?

Ik kijk even wat verder dan onze eigen families, en zie zo'n familie terug in de voetbalfamilie, de familie FIFA. Een familie die van iets dat een spelletje zou moeten zijn, oorlog heeft gemaakt. Een oorlog waarbij de beet van Luis Suárez niets voorstelt. Onder aanvoering van opa Sepp Blatter worden toernooien gekocht, en verkocht aan landen die dat niet kunnen betalen; lijden miljoenen mensen in sloppenwijken onder de gevolgen en onder het tekort aan voorzieningen dat ze al hadden. De familie dringt zijn eigen wetten op aan de ontvangende landen, die maar wat graag meeprofiteren. Maar gaat er zelf met de winst vandoor. Die wetten staan soms haaks op de wetten van de ontvangende landen en worden in sommige gevallen zelfs bewaakt door eigen FIFA-rechtbanken. Lekkere familie.

Hoeveel kun je door de vingers zien?

zaterdag 14 juni 2014

Voor wie is de kerk? (Preek Pinksteren 2014)


Beluister de dienst op Kerkomroep (8 juni 2014)

Pinksteren is het geboortefeest van de kerk. De inspiratie van de heilige Geest brengt een beweging op gang, waarin het Evangelie over de hele wereld wordt verteld. In ieders taal. Die beweging van bevlogen gelovigen heeft op allerlei plaatsen in de wereld kerken opgeleverd. Hier komen mensen samen om het geloof te vieren, om erover te leren, en om God en elkaar te dienen. Zoals wij hier in één van onze gebouwen.

Voor wie is die kerk? Voor ons, zul je misschien zeggen. En dat klinkt logisch. Wij sluiten hier aan bij die beweging van Pinksteren. In deze kerk waarin die beweging gestalte kreeg. In de woorden die klinken en de gemeenschap die we zoeken met elkaar vinden we iets van God, die ons nabij is en met ons mee leeft.

Waar zijn ze?
Tegelijkertijd voelen we dat we het niet helemaal zelf meer kunnen. De groep mensen die actief deel uit wil maken van de kerk slinkt. En alle mooie onderzoeken ten spijt dat mensen religieuzer zijn dan voorheen, keert dat de trend niet. Het kan ons een beetje knorrig maken. Waarom komen ze nou niet? Waarom is al dat andere waar ze zo druk mee zijn belangrijker? Waarom komen ze niet meer naar de kerk, terwijl ze wel hun kinderen hebben gedoopt? Waarom willen ze niets doen om onze kerk in stand te houden?

Ezechiël spreekt in een vergelijkbare situatie. Veel Israëlieten zijn uitgewaaierd. Verstrooid over de wereld door de ballingschap. Ze zijn hun eigen weg gegaan, ver weg van hun roots. Maar de tempel staat er nog. En in en rondom de tempel is een groepje achtergebleven. Er is iets met hen aan de hand, waar Ezechiël de vinger op legt.

De inwoners van Jeruzalem willen geen huizen bouwen voor wie terugkeren uit de ballingschap. Iets dat je met het huidige nederzettingenbeleid niet kunt voorstellen... In Ezechiëls tijd willen de inwoners van Jeruzalem niet dat mensen die hun eigen weg waren gegaan zouden terugkeren en zich weer zouden vestigen rondom de tempel.

Wat is hun reden om de terugkeer van de ballingen tegen te houden?

Hoe ben je jezelf en kun je in vrijheid leven? (preek doopdienst 18 mei 2014)


Beluister de dienst op Kerkomroep (18 mei 2014)

Elke keer als ouders de keuze maken om het geloof ook aan hún kinderen door te geven, is dat reden voor een feest. En of dat nu met een doop bezegeld wordt of niet, of ouders een eerste keuze voor hun kinderen maken of de uiteindelijke keuze volledig aan hun kinderen laten, waar het om gaat is dat het verhaal van God doorverteld wordt. En daar mogen we blij om zijn. Want iets dat waardevol is, wil je graag delen en doorgeven. Zodat het niet verloren gaat. En dan gaat het niet eens om een bevestiging van onszelf, dat wij het dan goed gedaan zouden hebben, want het is niet óns verhaal. Het is Gods verhaal. Gods Evangelie, Gods goede boodschap voor mensen. Wanneer dat verhaal doorverteld blijft worden, worden we bemoedigd dat het verhaal blijft leven. En dat God met ons mee blijft gaan in ons leven. Wat God zegt, brengt iets teweeg. Al vanaf de schepping toen God sprak, en zijn woorden licht van duisternis scheidde, en orde in de chaos bracht, en de mens schiep. En vervolgens in Jezus, de nieuwe mens, Gods woord in vlees en bloed werd. En nog steeds brengen Gods woorden iets teweeg. Ze scheppen. Duidelijkheid. Nieuwe perspectieven. Ze geven richting. Ze bemoedigen en troosten. Ze inspireren.

Hoe kun je leven? Twee vragen
De betekenis van het geloof voor het leven van alledag laat zich volgens een Amstelveense predikant, deze week in Trouw, samenvatten met de vraag: hoe kun je leven? Die vraag kun je op twee manieren lezen: HOE kun je leven? En: hoe kun je LEVEN? De eerste tekst uit Deuteronomium gaat over het HOE; de tweede tekst uit Johannes gaat over hoe je kunt LEVEN.

Die tweede vraag naar het leven is misschien nog wel dwingender dan naar hoe we dat dan kunnen doen. Al zijn we geneigd graag iets te willen doen. Dat leidt ook af.