Tekst: Deuteronomium 6: 20-25 en Johannes 14: 1-14
Beluister de dienst op Kerkomroep (18 mei 2014)
Elke keer als
ouders de keuze maken om het geloof ook aan hún kinderen door te geven, is dat
reden voor een feest. En of dat nu met een doop bezegeld wordt of niet, of
ouders een eerste keuze voor hun kinderen maken of de uiteindelijke keuze
volledig aan hun kinderen laten, waar het om gaat is dat het verhaal van God
doorverteld wordt. En daar mogen we blij om zijn. Want iets dat waardevol is,
wil je graag delen en doorgeven. Zodat het niet verloren gaat. En dan gaat het
niet eens om een bevestiging van onszelf, dat wij het dan goed gedaan zouden
hebben, want het is niet óns verhaal. Het is Gods verhaal. Gods Evangelie, Gods
goede boodschap voor mensen. Wanneer dat verhaal doorverteld blijft worden,
worden we bemoedigd dat het verhaal blijft leven. En dat God met ons mee blijft
gaan in ons leven. Wat God zegt, brengt iets teweeg. Al vanaf de schepping toen
God sprak, en zijn woorden licht van duisternis scheidde, en orde in de chaos
bracht, en de mens schiep. En vervolgens in Jezus, de nieuwe mens, Gods woord
in vlees en bloed werd. En nog steeds brengen Gods woorden iets teweeg. Ze
scheppen. Duidelijkheid. Nieuwe perspectieven. Ze geven richting. Ze bemoedigen
en troosten. Ze inspireren.
Hoe kun je leven? Twee vragen
De betekenis van
het geloof voor het leven van alledag laat zich volgens een Amstelveense
predikant, deze week in Trouw, samenvatten met de vraag: hoe kun je leven? Die
vraag kun je op twee manieren lezen: HOE kun je leven? En: hoe kun je LEVEN? De
eerste tekst uit Deuteronomium gaat over het HOE; de tweede tekst uit Johannes
gaat over hoe je kunt LEVEN.
Die tweede vraag
naar het leven is misschien nog wel dwingender dan naar hoe we dat dan kunnen
doen. Al zijn we geneigd graag iets te willen doen. Dat leidt ook af.
Van pijn. Van dingen die onvolmaakt zijn of nog niet voltooid. Zolang we maar iets te doen hebben is het leven nog niet hopeloos en zonder uitzicht. En toch gaat het om het leven. Jezus' leven leek ook hopeloos en zonder uitzicht te eindigen. Maar in plaats daarvan stond hij op uit de dood. Hij leeft! Ondanks alles wat hem kapot probeerde te krijgen, ondanks iedereen die hem het leven probeerde te ontnemen. Hij leeft! En Hij zei tegen zijn discipelen in het Evangelie volgens Lucas: ik ben het zelf!
Van pijn. Van dingen die onvolmaakt zijn of nog niet voltooid. Zolang we maar iets te doen hebben is het leven nog niet hopeloos en zonder uitzicht. En toch gaat het om het leven. Jezus' leven leek ook hopeloos en zonder uitzicht te eindigen. Maar in plaats daarvan stond hij op uit de dood. Hij leeft! Ondanks alles wat hem kapot probeerde te krijgen, ondanks iedereen die hem het leven probeerde te ontnemen. Hij leeft! En Hij zei tegen zijn discipelen in het Evangelie volgens Lucas: ik ben het zelf!
Leven wat geen leven lijkt te zijn
Hoe kun je
léven, als je leven zo bepaald wordt door wat het niet is? Als zoveel dingen
niet lukken, ondanks of dankzij onszelf. Als we verliezen, of winnen ten koste
van anderen of iets anders. Als we steeds dat beeld najagen van wie we willen
zijn en wat we willen worden. En dat beeld ook af laten hangen van wat anderen zijn
en hebben en van wat ze van ons verwachten. Hoe kun je léven, als je leven zo
bepaald wordt door wat het niet is?
We kunnen een
heel eind ons hoofd boven water houden. En ons vooruitgangsgeloof geeft ons in
ieder geval de illusie dat het beter wordt, makkelijker, humaner. Soms worden
we even teruggeslagen, omdat nieuwe techniek meer vragen blijkt te geven, dan
antwoorden. Hoe ga je ermee om, en tot waar voer je het door? In de
gezondheidszorg, maar ook in defensie en veiligheid? Of geeft het zoveel mogelijkheden
dat kiezen of afbakenen lastiger wordt? Van welke mogelijkheden maak je gebruik
en welke niet, en hoeveel dan? Soms worden we ook even teruggeslagen als je in een
groot vredesproject als Europa ineens zwart-wit beelden ziet opdoemen van
Russen aan de poorten van de Oekraïne. En dat terwijl we de koude oorlog toch
achter ons hadden gelaten en de defensieuitgaven zo beperkten dat we zelfs
nauwelijks fatsoenlijk vredesoperaties kunnen doen. Waar onze jongens en meiden
die dat werk moeten doen onder lijden. Moeten we weer opnieuw ons gaan wapenen?
Maar we houden het idee vast: dat de wereld vooruit gaat. Desnoods met één stap
terug, maar dan ook weer met twee voorwaarts. We houden onszelf behoorlijk
bezig. Om ons af te leiden van wat het leven niet is.
Je mag leven
Als we dopen,
dan zetten we het leven in een ander perspectief. Dan gaat het leven niet meer
om waar wij druk mee zijn, en waar we ons druk om maken, en de brokken die wij
maken. Het leven draait niet meer om nood en dood, zeggen we dan. Het draait er
nu om dat je mag leven voor God. Dat je dus mag léven! Zelfs als nood en dood
je leven bepalen, mag je leven! En ook in het gewone alledaagse leven. Want ook
in het gewone leven worden we bepaald bij wat het leven niet is. En hoe je
graag zou willen dat het leven zou zijn. Hoe kun je dan léven?
Wat is dat leven
dan? Nou, weten dat je er mag zijn. Ondanks alles wat je doet, je bezighoudt en
tekort doet. Maar vooral ook: dat dat allemaal niet zo belangrijk is. De doop
met water wast af wat ons leven vervuilt. En brengt het tot de kern. In alle
drukte en alle zorgen, is het goed om die kern te zoeken. Waar het stil is.
Waar je weer even tot jezelf komt. Want die kern zit in jou. Het is de heilige
ruimte waar je God kan vinden.
Een heilige kern waar de wereld geen vat op heeft
Iets dat heilig
is, is letterlijk apart gesteld. Dat wil zeggen dat de wereld daar geen vat op
heeft. God heeft in ons een kern gelegd waar de wereld geen vat op heeft. Niet
wat je zelf doet. Niet wat je verwacht van het leven, anders dan wat het nu is.
Niet wat anderen van je verwachten of opleggen. Geen onvrijheid, maar vrijheid:
een kern van leven waar de wereld geen vat op heeft.
Vrede krijgen met het leven
Daardoor kun je
ook vrede met de wereld krijgen. Omdat je ten diepste niet geraakt wordt door
teleurstellingen, fouten van jezelf of van anderen, of dingen die misgaan, want
dat hoeft niet: het is goed zo. Dat is wat God tegen ons zegt. Het is goed zo.
En daar ga je niet aan ten onder, maar het geeft je leven.
Dat laat Jezus
zien. Een man van wie velen hoge verwachtingen hadden, niet in de laatste
plaats zijn leerlingen. Iemand waarin geen zonde was, belijden we, maar die
alles wel over zich heen kreeg. Hoe bleef hij leven? Doordat dat alles zijn
kern niet raakte. Hij luisterde naar God en bleef daardoor bij zichzelf. De
wereld had geen vat op hem. Daarom kon hij opstaan uit de dood en zeggen tegen
zijn leerlingen: Ik ben het zelf! Dat heeft dus een veel diepere betekenis dan
alleen maar de oppervlakkige, dat hij natuurlijk letterlijk zei: 'Jongens, ik
ben het echt en geen geest. Kijk maar naar mijn handen en voeten: ik ben het
zelf.' De diepere betekenis is de sleutel om te kunnen leven: 'Ik ben het
zelf.' Zeg dat ook eens tegen jezelf, zei een geestelijke tegen mij: ik ben het
zelf. En ervaar wat een bevrijdende kracht daarvan uit gaat. Zeg het ook eens tegen
jezelf: ik ben het zelf. Dan kun je leven voorbij wat je leven bepaalt. En kom
je tot de kern, waar niemand aankomt: ik ben het zelf. Zó kun je leven.
De weg van Jezus als een weg van vrede in jezelf
Zo kun je leven,
gewoon in deze wereld, die is zoals die is, maar die ons niet in ons wezen
treft. Want je bent jezelf. Dat is dus geen weg buiten je, maar in jezelf. De
weg van Jezus. Zijn leerling Thomas zoekt in het verhaal een uitweg: waarheen
leidt de weg dan, waar moet ik heen? Nee, Thomas, het is heel simpel, zegt
Jezus: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Zoek het niet buiten je, maar
zoek het in jezelf, net als ik. In die heilige ruimte waarin God jouw kern
heeft gelegd: ik ben het zelf.
Elk gebod dat
daaraan voorafgaat is niet iets dat van buiten dwingt, maar waarvan je van
binnen weet, dat dat goed is. Wat het bevrijdt je. Het eerste verhaal vertelt
dat kinderen aan hun ouders vragen: maar hoezo dan, al die wetten en regels? Nou
heel simpel: God heeft ons bevrijd. En hij heeft ons spelregels gegeven hoe je
in vrijheid kunt blijven leven. Dan zal het ons goed gaan. Die regels zijn dus
niet bedoeld om weer te knechten en te bepalen hoe je je leven moet leven. Nee,
hoe kun je leven juist zonder dat je leven bepaald wordt door wat er mis kan
gaan? Je kunt zo leven door die aanwijzingen te volgen. We mogen leven in
vrijheid. Omdat God ons door Jezus heeft gered uit die allesbepalende wereld
die soms zo moeilijk is te aanvaarden, omdat er van alles is misgaat. Mede door
onszelf. Wanneer we hem volgen kunnen we in vrijheid leven. Vrede krijgen met
het leven en met onszelf. Vanwege de God die in de kern van ons te vinden is.
Die ons geschapen heeft en gezegd heeft: jij bent mijn kind. En die zegt: Jij
mag er zijn!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten