In de afgelopen maanden heb ik in Waalwijk, Boxmeer, Geertruidenberg, Waalre en Tilburg de onderstaande overweging uitgesproken naar aanleiding van het drama in Noorwegen. Vanwege de vele reacties publiceer ik het opnieuw op mijn blog. Reacties zijn van harte welkom.
Tekst: Spreuken 18: 1 en 2 en Jakobus 3: 1-18
Podcast/geluidsfragment
Kun je werkelijk alles zeggen?
Kun je werkelijk alles zeggen, zonder dat dat consequenties heeft?
Kun je werkelijk alles zeggen, en de verantwoordelijkheid voor wat andere mensen met je woorden doen volledig bij hen laten?
U begrijpt, de aanleiding voor die vraag ligt in de verschrikkelijke gebeurtenissen in Noorwegen. Hoezeer de man zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen daden en alleen handelde, zijn ideologie van een kruistocht tegen de Islam staat niet op zichzelf.
Het gaat mij er vanmorgen niet om iets te zeggen over deze ideologie en politieke stromingen die daarop zijn gebaseerd. Bij elke extremistische daad rijst deze vraag, of de daad werkelijk helemaal op zichzelf staat, of dat de dader is gevoed door woorden van anderen. Daarmee is hij nog steeds volledig verantwoordelijk voor zijn eigen daden. Maar zijn daad staat dan niet helemaal los van de sfeer of een klimaat in de wereld om hem heen.
Dat is moeilijk te verkroppen. We zetten het liefst een extremist buiten de deur en willen er niets mee te maken hebben. Maar we moeten eerlijk zijn en kijken in onszelf hoe zo’n daad heeft kunnen gebeuren in onze Europese samenleving. Het gaat hierbij om een belangrijk christelijk beginsel. In de beantwoording van de vraag hoe het kwaad in de wereld kon bestaan, heeft de vroeg christelijke kerk stelling genomen tegen de gnostiek. Deze beweging beschouwde de onvolmaakte wereld waarin wij leven als de schepping van een lagere godheid, terwijl de hogere God van liefde, die van het Nieuwe Testament, ons daar als het ware bovenuit moest tillen. Met andere woorden: als gelovige bevindt zich het kwaad dan buiten je. De vroege kerk nam daar stelling tegen: nee, het kwaad zit in onszelf. Dat is moeilijk te verkroppen, en daarom hebben wij ook verlossing nodig, maar het zit er. Hoeveel we ook goed proberen te doen, er mislukken dingen en de wereld blijft onvolmaakt. Maar het is deze wereld waarin, en niet waaruit, we verlost worden. Dus, terugkerend naar ons onderwerp, je kunt je er niet zo makkelijk vanaf maken door te zeggen dat dit extremisme buiten onze samenleving staat. We kunnen niet zeggen: het kwaad geschiedde buiten ons, nee, het gebeurde ín onze samenleving. En dat betekent dat ook al hebben we er helemaal niets mee, we moeten er wel iets mee.
En wat we ermee moeten cirkelt rondom de vraag: kun je werkelijk alles zeggen? Die vraag laat zich in het huidige debat moeilijk stellen. Het is bijna taboe. Als je vraagt of woorden geen consequenties hebben, dan laad je bijna de verdenking op je dat je zou zeggen dat anderen medeverantwoordelijk zijn voor zo’n verschrikkelijk daad. Maar daar gaat het niet om. Waar het om gaat is dat we zien dát woorden consequenties hebben. Mensen doen wat met woorden die anderen zeggen. En woorden die mensen zeggen doen andere mensen wat. De vraag is of de vrijheid van meningsuiting hetzelfde is als de vrijheid om alles te kunnen zeggen. Je mag alles vinden, dat staat buiten kijf. Maar is het verantwoordelijk om alles maar te zeggen?
Waar het mij vanmorgen om gaat is dat je weliswaar alles mag zeggen, maar dat je wel verantwoordelijkheid moet dragen voor wat je zegt. En dus mag je weliswaar alles zeggen, maar je kunt niet alles zeggen. Daarom zegt Jakobus ook dat leraren een strenger oordeel staat te wachten. Omdat wat ze zeggen consequenties heeft. En daar moeten ze zich goed bewust van zijn. Je kunt niet zomaar je eigen mening verkondigen, als die niet is gestoeld op inzicht in waar je over praat. Spreuken heeft gelijk als de dichter zegt: ‘Een zelfzuchtig iemand volgt alleen zijn eigen wil, hij gaat de strijd met alle wijsheid aan. Een dwaas is niet geïnteresseerd in inzicht, hij wil alleen zijn eigen mening kwijt.’
Soms heb ik het gevoel dat de vrijheid van meningsuiting gedegradeerd wordt tot een vuilnisemmer. Waarin iedereen maar zijn eigen mening kwijt moet kunnen. Los van wijsheid en van inzicht. Om de een of andere reden zijn we de vrijheid van meningsuiting gaan opvatten als iets dat volledig op zichzelf bestaat en waarvoor alles en iedereen moet wijken. Maar daar is de vrijheid van meningsuiting niet voor bedoeld. Het is niet de vrijheid van de speeltuin waarin alles mag, maar de volwassen vrijheid met een volwassen verantwoordelijkheid, waarin niet alles kan. We leven niet op onszelf, noch kunnen we zomaar van alles roepen over anderen.
Maar we doen het wel. En mensen zijn verontwaardigd als ze beknot worden in hun vrijheid. Maar het is opvallend dat mensen evenzeer verontwaardigd zijn als ze zelf onderwerp of lijdend voorwerp zijn van diezelfde vrijheid van meningsuiting. De toon in het maatschappelijk debat verhardt. We willen zelf alles kunnen zeggen, maar willen niet dat alles gezegd kan worden.
Nu zou dat niet eens zo erg zijn, als we er met elkaar over zouden kunnen praten. Maar juist dat lijkt in toenemende mate onmogelijk te zijn. De vrijheid die mensen nemen om hun eigen mening te kunnen zeggen, gaat niet gepaard met het nemen van verantwoordelijkheid voor het maatschappelijk debat. Een goed debat is een symfonie van een stem en een tegenstem, maar nu klinkt alles door elkaar. En de dirigent krijgt de schuld als het wordt stilgelegd. Wat is er toch aan de hand? ? Ik denk dat het antwoord hierin zit, dat ongemerkt er een sterke ideologisering plaatsvindt van de verschillende standpunten. Een ideologie is een compleet plaatje van de werkelijkheid. Over hoe we in de geschiedenis gekomen zijn tot nu en de problematiek van nu, hoe de verschillende groepen in de samenleving zich tot elkaar verhouden, en wat de gevaren en uitdagingen zijn voor de toekomst. Het mooie van een ideologie is dat je een compleet verhaal hebt. Het nadeel is dat dat hele verhaal niet meer op onderdelen is de bediscussiëren. Dit is het verhaal, punt uit. Ik merk in toenemende mate dat mensen niet meer in staat zijn kritisch naar hun eigen verhaal en uitgangspunten te kijken. En dat ze niet gehinderd door enige bredere kennis, aan hun eigen verhaal vasthouden als de complete werkelijkheid. Ze denken de wijsheid in pacht te hebben.
En daar waarschuwt Jakobus tegen. ‘Wie van u kan wijs en verstandig genoemd worden? Laat hij het daadwerkelijk bewijzen door een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid.’ Jakobus is de schrijver in de bijbel van ‘geen woorden maar daden’. Draai hem overigens niet om. Zeg niet dat hij bedoeld dat als je je maar fatsoenlijk gedraagt, je alles mag zeggen. Nee, in beide is wijsheid geboden. Dezelfde wijsheid die Spreuken stelt tegenover het zomaar verkondigen van je eigen mening zonder inzicht. En wijsheid komt niet van beneden, maar van boven. En als wij denken dat we zelf de wijsheid in pacht hebben, dan heeft de Waarheid het nakijken. Wie van ons kan wijs en verstandig genoemd worden? Laten we ons voor alles concentreren op een onberispelijk leven en wijze zachtmoedigheid. Niet geleid worden door jaloezie en egoïsme, maar vredelievend zijn, mild en meegaand.
Moeten we dan niet zeggen waar het op staat en kritisch naar de wereld kijken? Natuurlijk wel. Ook dat is verantwoordelijk zijn. Maar nooit vanuit onze eigen wijsheid, maar in openheid naar de Waarheid, alles onderzoekend en het goede behoudend. Niet gestoeld op meningen, maar op feiten. Want anders komt er helemaal geen vrede, maar iets anders dat zich nu al aan lijkt te dienen: een ideologische strijd. Een strijd tussen partijen die elkaar geen ruimte meer laten, die geen boodschap meer hebben aan elkaar, maar elkaar wel alles zeggen, waardoor de samenleving verhardt, geslotener wordt, en waardoor we de Waarheid verliezen. Dat staat er op het spel, en daarmee niet minder Jezus Christus zelf, die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Voor ons, voor elkaar en voor de toekomst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten