Tekst: Jesaja 61: 1-9 en Lukas 4: 14-21

De evangelist
Lukas kiest een ander begin. Hij is in het begin van zijn evangelie gefocust op
Maria en haar nicht Elizabeth, de voorname rol van de moeders, en op hun twee
zoons: Johannes de Doper, die de weg bereidde voor Jezus. En het eerste verslag
van openbaar optreden van Jezus gaat erover dat hij onderricht gaf in de
synagogen en dat hij door allen werd geprezen. En als verslaggever ter plaatse
doet Lukas er verslag van wanneer Jezus Nazareth bezoekt, de stad waar Jezus
was opgegroeid. Waarom Lukas Nazareth uitkiest is meer van belang voor het
vervolg. Voor nu is het van belang wat Jezus zegt en wat eraan voorafging.
Het verhaal
begint ermee dat Jezus, gesterkt door de Geest, terugkeert naar Galilea. Het is
dezelfde Geest uit de profetie die Jezus citeert. En het is dezelfde Geest die
Jezus hiervoor weg liet trekken van de Jordaan naar de woestijn. In die Jordaan
was Hij net gedoopt, en was de heilige Geest in de gedaante van een duif op Hem
neergedaald. Het is deze heilige Geest die de motor is achter het werk, de
missie van Jezus. Hij is de inspirator; en hoor je, daar zit het woord spirit
in, geest. De heilige Geest geeft Jezus spirit voor zijn missie. En wat Hij
vandaag in het eerste verslag van zijn openbare optreden bij Lukas zegt is als
het ware zijn mission statement.
Maar voordat
Jezus zijn mission statement kan uitdragen, voordat Hij echt zijn missie kan
belichamen, en het authentiek uit hemzelf komt, moet Hij eerst nog met zichzelf
worstelen. En dat gebeurt hiervoor in de woestijn. Jezus moet eerst worstelen
met.., ja waarmee? Met de duivel, ja allicht.
Maar wat doet die duivel? Hij spreekt Jezus aan op alles wat hem
ongeloofwaardig zou maken. Dat Hij zich niet zou laten leiden door de Geest,
maar door wat hem daarvan weerhoudt: alles wat hem daarvan afleidt, blokkades
in Hem, omdat het niet de makkelijkste weg is om je te laten leiden door de
Geest. Hij mag niet teveel met zichzelf bezig zijn om zich werkelijk te kunnen
geven.
Want waaraan
gaat Hij zich geven, gedreven door de Geest? Jezus vindt zijn missie verwoord
in een tekst uit Jesaja:
‘De Geest van de
Heer rust op mij,
want hij heeft
mij gezalfd.
Om aan armen het
goede nieuws te brengen
heeft hij mij
gezonden,
om aan
gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden
het herstel van hun zicht
om onderdrukten
hun vrijheid te geven,
om een
genadejaar van de Heer uit te roepen.’
Zoals de Geest,
de levensadem, de wind, zich niet laat grijpen, zo wil Jezus mensen bevrijden
van wat hen blokkeert om vrij te zijn. En Hij noemt hele concrete voorbeelden,
waar in het erom gaat dat mensen weer beeld van God kunnen zijn. En daar passen
geen blokkades, en geen handicaps bij. Niet omdat mensen niet perfect zijn,
want allicht, dat zijn we niet, maar daar gaat het hier niet om. Waar gaat het
wel om? Jesaja zegt het in mooi vertaald Nederlands: om allen die treuren te
troosten. Een zinnetje om in te lijsten en kort Jezus’ mission statement samen
te vatten. Waarom is God in Jezus naar de wereld gekomen en heeft Hij zijn
Geest op Hem laten rusten? Om allen die treuren te troosten.
Waar moeten wij
van getroost worden? Misschien wel van ons gevoel van onveiligheid. Dat beeld
doemde afgelopen week bij me op toen ik beelden uit een documentaire zag uit
Amerika over martelpraktijken van de Amerikanen, en wie van hun bondgenoten nog
meer, om van terrorisme verdachte mensen bekentenissen af te dwingen. Deze
martelpraktijken zijn nota bene bij wet vastgelegd. Een van die praktijken is
het vaak genoemde ‘waterboarden’. Daarbij wordt een natte doek over iemands
gezicht heen gelegd en door water eroverheen te spoelen krijgt iemand het
gevoel dat hij stikt. Maar voor uw geruststelling: het is heel beschaafd
gereglementeerd: het mag maar twee minuten achter elkaar. Daarna krijgt de
verdachte twee minuten om bij te komen en dan mag het weer twee minuten. Zover
zijn we gekomen, dat we dit beschaving noemen.
Nu staat deze
praktijk misschien ver van u af, maar de achterliggende motivatie komt
waarschijnlijk wel dichterbij: wat als deze martelingen de enige manier zijn om
te voorkomen dat er morgen een aanslag wordt gepleegd waarbij een groot aantal
onschuldige burgers, en mogelijk wijzelf, omkomen? Een bijna voorstelbare
vraag, ware het niet dat hier denk ik een ethische grens wordt overgegaan, maar
ook in de redenering. Want de redering gaat ervan uit dat deze verdachte al
schuldig is en houdt het niet voor mogelijk dat hij niets weet. Nog los van de
vraag of als hij wel schuldig is het dan wel zou mogen.
Ik moest bij
deze redenering ook denken aan het schietincident in Amerika, waarbij onder
andere twintig kinderen van 6 en 7 jaar oud omkwamen op een basisschool. Een
vertegenwoordiger van de wapenlobby had het verstandelijk vermogen om de
volgende redenering op te hangen: als er op de school een goed iemand was
geweest met een wapen, was het drama niet zo groot geworden. Tegenover een
slecht iemand met een wapen moet je een goed iemand zetten. Maar bestaan er
goede mensen…?
Maar als het om
ons eigen veiligheidsgevoel gaat moet ik ook denken aan hoezeer wij met zijn
allen toestaan dat onnoemelijk veel gegevens van ons worden opgeslagen. Zonder
angst te zaaien is het een technisch feit dat ieder die hier met een mobieltje
zit, dat hopelijk op stil staat, traceerbaar is. Uw pingedrag leidt tot
allerlei informatie die opgeslagen wordt, zeker in combinatie met uw
bonuskaart. En die sociale media, die vanavond centraal staan, zijn leuk, maar
na te gaan. Nu leven we gelukkig in een vrij land, maar we hebben in onze
wetgeving besloten zoveel vast te leggen ten bate van onze veiligheid, dat de
basis klaarligt voor een politiestaat. Dat levert de vraag op: vertrouwen wij onszelf
al die kennis toe?
Ik ga even terug
naar de verzoeking in de woestijn, waar Jezus met die menselijke kant worstelt
die wij allemaal bezitten. En dat is ook de angst voor onveiligheid. In de
eerste verzoeking wordt Jezus uitgedaagd een steen in brood te veranderen. Hij
heeft immers honger, dus waarom niet? Maar Jezus zegt: ‘Er staat geschreven:
“een mens kan niet leven van brood alleen.”’ Dit staat wat mij betreft voor de
maakbaarheid van onze veiligheid. Laten wij ons werkelijk verleiden tot het idee
dat we alles kunnen voorkomen en dat het doel alle middelen heiligt?
Daarover gaat de
tweede verzoeking: de mens kan zich alle macht verwerven, als hij zich maar in
aanbidding laat neervallen voor waar wij geen beeld van zijn, de duivel. Dan
zijn we dus iets wat we niet zijn, een onmens. Jezus zegt: ‘Er staat
geschreven: “Aanbid de heer, uw God, vereer Hem alleen.”’ Laten wij ons
verleiden ontrouw te worden aan God omdat we het zelf beter weten en daarmee
onmensen te worden, die in zichzelf geloven?
Daarover gaat de
derde verzoeking: de mens is geneigd zich goden toe te eigenen, en zozeer in
zichzelf te geloven dat hem niets overkomt. Zelfs als ze roekeloos naar beneden
springen. Een mens kan zich in al zijn bewapening en controle onaantastbaar
wanen. Jezus zegt: ‘Er is gezegd: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.”’
Laten we ons verleiden om voor god te spelen met het idee dat ons niets kan
overkomen als wij zelf het maximale doen?
Wat verliezen we
daar niet mee? Inderdaad, daar verliezen we God mee. Degene die Zijn Zoon
gezonden heeft ‘om allen die treuren te troosten’. En dat is dan geen
machtsspelletje, geen groot machtsvertoon. In de lijn van Jesaja is het een
knecht. Jezus zegt: Ik ben bereid om de taak als iemand die een knecht is te
aanvaarden. Ik heb de opdracht, de missie, en ben daarvoor gezalfd, gezegend en
toegerust. En Ik verplicht mij om andere mensen te bevrijden, waardoor zij weer
aan de vrijheid van de hele wereld kunnen werken.
En let dus goed
op: het gaat hier om vrijheid en niet om onvrijheid om een gemaakte vrijheid te
waarborgen. Echte vrijheid. En die vraagt dus om overgave. Want als er één was
die niet kon voorkomen dat het mis ging in zijn leven was het Jezus wel. Hij
stierf voor zijn missie. Maar daarmee vervulde Hij hem ook. En juist zijn
Opstanding liet zien dat Hij werkelijk vrij was. Overgave geeft vrijheid. Dat
is de missie van Jezus. Een missie die Hijzelf belichaamt. En Zijn Geest zal
als een Trooster voor ons zijn om allen die treuren te troosten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten