Waarom maakte
God de dieren? We hadden er in de klas deze week aardige gesprekken over. Eerst
natuurlijk over onze huisdieren. Veel kinderen hebben huisdieren. Anderen
hebben een lievelingsdier. En al die huisdieren hebben namen. Zoals ook de
eerste mens namen gaf aan alle dieren. En zoals hij ze noemde, zo zouden ze
voortaan heten. Een konijntje dat je krijgt en dat al een naam heeft, verander
je dus ook niet van naam als je het krijgt, werd mij verteld. Je bent zoals je
heet. Heel bijbels. In je naam zit je wezen besloten. Of je nu Blub de vis
bent, of Mistral de hamster.
Waarom maakte
God de dieren? In elke klas stelde ik deze vraag nadat ik eerst naar de
huisdieren en hun namen had gevraagd. En in élke klas was het eerste antwoord:
om ze te kunnen melken, voor hun eieren, en voor hun vlees, om ze op te kunnen
eten. Het verwonderde mij dat dit steevast het eerste antwoord was nadat we het
daarvoor over hun lieve huisdieren hadden gehad. Kennelijk denken we bij dieren
het eerst aan eten. Zoals iedereen die een konijn heeft grapjes hoort over de
vraag of het konijn de Kerst wel haalt. En zoals die volwassene die mij
vertelde dat hij zijn drie kippen de volgende namen had gegeven: Kip Tandoori,
Kip Kerrie en Kip Saté.
Dieren om te eten?
Nu is het
opvallend dat in de scheppingsverhalen niets staat over dat de mens vlees eet.
Er staat wel in Genesis 1 dat God tegen de mensen zegt: 'Hierbij geef ik jullie
alle zaaddragende planten en alle vruchtenbomen op de aarde; dat zal jullie
voedsel zijn.' Maar goed, er staat wel meer in de bijbel uit de paradijselijke
tijd, toen het nog goed was, wat niet meer het geval is. Dus wat mij betreft is
het geen pleidooi om vegetariër te worden. Hooguit laat het zien dat dieren
eten niet Gods eerste gedachte was bij het maken van de dieren.
Want God dacht,
vertelt Genesis 2: 'Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper
voor hem maken die bij hem past.' Een overbekende zin, die meestal gekoppeld
wordt aan het maken van de vrouw door God. Maar het is eerst van toepassing op
de dieren. Ook al vindt de mens vervolgens er geen die bij hem past. En maakt
God vervolgens de vrouw. Maar het is wel een intrigerende zin. Wat bedoelt God
als hij zegt: 'Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor
hem maken die bij hem past.' Waarom is het niet goed dat de mens alleen is? Wat
is die 'helper' die daarvoor de oplossing moet zijn? En wanneer past die helper
bij hem; anders gezegd: waarom passen die dieren niet bij de mens als helper?
Genoeg vragen,
maar eerst dit. Ik refereerde net al aan Genesis 1. Een oplettende, wat oudere
leerling, zei al: maakte God niet eerst de dieren en toen de mens? Ja, dat
staat in Genesis 1. De bijbel is zo rijk dat we twee scheppingsverhalen hebben.
In het verhaal van vandaag zitten we al in de paradijstuin, met die twee bomen.
En de mens is daar in z'n eentje. In Genesis 1 worden ze meteen met meerderen
gemaakt, en na de dieren. Dat is niet tegenstrijdig, zoals vaak gezegd wordt.
Want de Bijbel is geen boek over hoe het allemaal gegaan is. De Bijbel is een
boek over hoe het is. En Genesis 1 vertelt een ander verhaal dan Genesis 2. Het
verhaal van vandaag vertelt niet over hoe God orde aan wilde brengen in de
schepping. Het verhaal wil vertellen waarom het niet goed is dat de mens alleen
is. En het verhaal begint dus opnieuw. Bij de eerste mens. En God die dan
denkt: het is niet goed dat de mens alleen is.
Waarom is het
niet goed dat de mens alleen is? Dat was de eerste vraag. We kunnen ons er
allemaal wat bij voorstellen. Zeker degenen die alleen zijn of alleen zijn
komen te staan. In meer of mindere mate hebben we toch mensen om ons heen
nodig. Om ons gelukkig te voelen. Om mens te kunnen zijn. Baby's gaan
letterlijk dood als ze niet geknuffeld worden. En daar blijft iets van in ieder
mens zitten, of dat nou via fysieke aanraking gaat of ontmoeting: het is goed
om niet alleen te zijn. Daarom is het voor veel mensen ook fijn om huisdieren
te hebben. Ze geven gezelschap, en troost. Voor anderen werkt het ook helend om
te kunnen zorgen voor een dier. Ik zou zo veel oudere en zieken mensen, jong en
oud, een dier wensen, die in die zin ook een helper is. Want het is niet goed
dat de mens alleen is. Dat wil zeggen: het is niet goed voor ons, voor onszelf.
Maar dat is niet het hele verhaal.
De blik van het
Bijbelverhaal is breder. Is het voor de schepping goed dat de mens alleen is? Is
het goed als er maar één mens zou zijn? Net zo uniek als God? Het lijkt een
beetje vreemde hypothetische vraag. Want hoe komt die ene mens er dan, en wat
als die doodgaat? Maar daar gaat het niet om. En dus zegt dit Bijbelverhaal
daar niets over. Je moet bijbelverhalen nooit overvragen over wat ze niet
zeggen. Je moet kijken naar wat ze wel zeggen.
Alleen op de wereld
Zou het goed
zijn voor de schepping als er maar één mens zou zijn? Die net zo uniek is als
God? Misschien kan ik het zo zeggen: is het goed als er maar één mens is, om
wie de hele wereld draait? We zien om ons heen en in de media mensen, die
inderdaad denken dat de hele wereld om hen draait. In bedrijven, onder
beroemdheden, in de politiek. En we zien hoe macht corrumpeert. Hoe CEO's van
bedrijven, wereldberoemde artiesten, dictators, maar ook allerlei andere mensen
met macht en invloed het zicht op de werkelijkheid totaal verliezen. Die idioot
grote beloningen vragen, wereldvreemde eisen stellen, en buitenproportioneel
veel bezit hebben en de mensen om hen heen als hun bezit beschouwen. En het
zijn niet alleen maar de grote dames en heren van deze wereld. Het is ook die
vader of die moeder, die een waar schrikbewind voert thuis. Of die zorgverlener
die zijn verantwoordelijkheid niet vertaalt in dienst aan mensen, maar als
macht over middelen, waarin hij, of de regels, en niet de mensen centraal
staan.
Wat is die 'helper'?
Het is niet
goed, dat er maar één mens is, om wie de hele wereld draait. Er is al één God,
en voor de verhoudingen in de schepping is het goed als er niet een mens
bijkomt die zichzelf God waant. Hij moet niet uniek zijn, want dan denkt hij
maar dat de hele wereld om hem draait. God zoekt voor hem een helper, die bij
hem past, staat er. Dat moet je heel nauwkeurig lezen. Die helper is geen
hulpje. Ondanks wat de geschiedenis van de vrouw gemaakt heeft.
Want dat staat er niet. God zoekt geen ondergeschikt hulpje, maar een helper die zelfstandig is. Zelfs niet in eerste instantie vrouwelijk. Daar gaat het God niet om. Nee, God noemt hem een helper, waarbij de lezer in het Oude Oosten denkt aan een vrije man die volwassen is geworden en in militaire dienst kan. Dat is de achtergrond van dit woord. Een zelfstandige helper dus. Iemand die je terzijde kan staan.
Want dat staat er niet. God zoekt geen ondergeschikt hulpje, maar een helper die zelfstandig is. Zelfs niet in eerste instantie vrouwelijk. Daar gaat het God niet om. Nee, God noemt hem een helper, waarbij de lezer in het Oude Oosten denkt aan een vrije man die volwassen is geworden en in militaire dienst kan. Dat is de achtergrond van dit woord. Een zelfstandige helper dus. Iemand die je terzijde kan staan.
Of die helper
zelfstandig is bepaalt dus ook of hij bij de mens past. Dat is in onze Bijbelvertaling
een vaag woord. Je kunt je van alles voorstellen bij waarom iemand wel of niet
bij een ander past. Maar hier in de Bijbel is het heel concreet. De Bijbel
bedoelt te zeggen dat het iemand is die tegenover hem kan gaan staan. God zoekt
voor de mens een tegenhanger. Eén die tegen hem opgewassen is.
Want stel je
voor dat een mens geen tegenspraak krijgt? Dat je niet alleen niemand hebt om
tegen te praten? Maar vooral dat er niemand is die wat terug zegt? Veel van de
mensen die het zicht op de werkelijkheid verliezen en denken dat de hele wereld
om hen draait, hebben allemaal ja-knikkers om zich heen. Het is
verbazingwekkend om te zien hoe weinig tegenspraak beroemdheden gekregen
hebben, die op een gegeven moment van hun voetstuk vallen. Je vraagt je wel
eens af: was er dan niemand die zei: 'doe eens normaal'?
Organiseer tegenspraak
Een mens heeft
tegenspraak nodig. En het is ook een wijze les voor iedereen die
verantwoordelijkheid draagt in een organisatie of thuis om als je geen
tegenspraak hebt, dat te organiseren. Voel jezelf er niet te goed voor. Niet
omdat het fout is wat je doet, maar omdat we leven van tegenspraak. Zo zijn we
mens.
Daarom waren de
dieren niet voldoende. In de woorden voor de kinderen: ze zeggen niets terug.
Ja, een papegaai. Maar die zegt alleen wat je hem geleerd hebt. Al kunnen ze
dan ook nog wel eens verrassend uit de hoek komen, tegenspreken doen ze niet.
Verzamel niet teveel papegaaien, maar mensen om je heen die je wat durven te
zeggen. En vraag dat ook van je partner en je vrienden. Nogmaals, niet als
kritiek, want dat is veel te makkelijk, maar om je te behoeden dat je het zicht
op de werkelijkheid verliest en dat je alles wat je zelf bedenkt voor waar
aanneemt. Luister naar wat anderen te zeggen hebben. Dat geeft altijd weer
verrassende inzichten. Laat je inspireren. Daar word je creatief van.
Een rib uit zijn lijf; als mens ben je niet de enige
Zo is dit
verhaal geen verhaal over de verhouding tussen de man en de vrouw, en nog
minder over het huwelijk. Dat zij een rib uit zijn lijf is vertelt iets over
hoe mensen verwant aan elkaar zijn. En dus niet uniek in hun mens zijn. Denk
nooit dat je de enige bent. En waarom een rib? Een rib is vlees en gebeente.
Zoals de mens uitroept: eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn
eigen vlees. Een rib is vlees en gebeente. Denk maar een spareribs, dan vergeet je dat nooit meer... En daarom zijn ze een
van lichaam. Omdat het niet goed is dat de mens alleen is.
De mens vindt
troost, warmte en gezelschap bij dieren. Het is fijn om mens te kunnen zijn te
midden van dieren. Je wordt pas echt mens als je tegenhangers om je heen vindt
die je laten zien hoeveel mooier en groter de schepping is dan onze eigen
ideeën en gedachten, en je daar een hulp in zijn. En om samen onze hulp te
vragen van God, die hemel en aarde gemaakt heeft. Om het goed te laten zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten