In de afgelopen tijd met Kerst en de weken daarna hoorden we hoe Jezus ons bij zijn leven betrekt. Maar hoe kunnen wij Jezus bij ons leven betrekken? Daarover gaat het vandaag.
Vandaag hoorden
we een bekend verhaal dat vaker in de kerk klinkt. Elk jaar horen we een aantal
van die bekende verhalen terugkomen. Het verschil is dat deze verhalen elk jaar
uit een ander evangelie komen. Omdat elk kerkelijk jaar een ander evangelie
centraal staat. Vorig jaar was dat het Marcus evangelie. Dit jaar is dat het
Lucas evangelie. Volgend jaar het Mattheüs Evangelie. Dat zijn de drie
evangeliën die alle drie ongeveer eenzelfde loop hebben, maar hun eigen
accenten leggen. Natuurlijk wijken we daar wel eens vanaf, zeker rondom de
feestdagen. En dan komt ook het Johannes evangelie aan bod dat daar een beetje
doorheen fietst. Maar nu na de Advents- en kersttijd dit jaar zijn loop verder
gaat hebben, lezen we voornamelijk uit het Lucas evangelie.
Waarin zitten de verschillen tussen dezelfde verhalen in verschillende evangeliën?
Door de
verschillende versies van deze verhalen met elkaar te vergelijken ontdek je wat
in het ene evangelie er wel bij verteld wordt, en in het andere niet. Of de
manier waarop het verhaal verteld wordt verschilt. Wat ook verschilt is de
plaats die de verhalen krijgen binnen de evangeliën. Dat bepaalt ook hun
betekenis in dát evangelie. Wanneer een bekend verhaal dus weer aan bod komt,
is het zaak goed te kijken hoe en waar het hier verteld wordt. In het evangelie
waar we het dan uit lezen.
Wanneer Jezus nu
in het Lucas evangelie in Nazareth terugkeert, waar hij is opgegroeid, dan valt
op dat hij teruggekeerd is vanuit de woestijn, waar hij net door de duivel is
beproefd. Het is daarmee in het Lucas evangelie zelfs het eerste openbare
optreden van Jezus. Vorige week hebben we nog de bruiloft in Kana meegevierd.
Inderdaad uit het Johannes evangelie, en dat is de geschiedenis ingegaan als
het eerste openbare optreden van Jezus. Natuurlijk, omdat het hier een wonder
betreft. Dat is toch even wat meer dan een goede preek, die Jezus in Lucas
afsteekt. Maar zo zie je maar. De evangeliën schrijven geen geschiedenis op,
maar vertellen een verhaal over Jezus. Hun verhaal over Jezus.
Dat is de plaats
van het verhaal in dit evangelie. Hoe het verhaal vertelt wordt verschilt ook.
Lucas vertelt het heel uitgebreid. Zo uitgebreid dat we er zelfs twee zondagen
bij stilstaan. Vandaag is dus de eerste van een tweeluik. En de uitbreiding zit
hem er onder andere in dat Lukas vertelt wát Jezus las. En we horen dan woorden
die bekend klinken uit Jesaja, zoals we die net lazen. Al lijkt Jesaja wat
geactualiseerd te zijn. De blinden worden opgevoerd door Jezus, dat zij het
herstel van hun zicht tegemoet mogen zien. Actueler kennelijk dan de verslagen
harten die hoop nodig hebben. Zo heeft het zin om in bekende verhalen op zoek
te gaan naar de verschillen.
En wat ontdek je
dan over de betekenis?
Jezus houdt hier niet zomaar een lezing en een preek in zijn vaderstad. Hoe daarop gereageerd wordt, dat komt volgende week. Hier gaat het erom waar hij vandaan komt. Hij komt uit de woestijn. Gesterkt door de Geest. Hij heeft in die woestijn een soort assessment ondergaan. Assessments zijn als ze goed gebeuren niet zozeer bedoeld als test, maar om te zien waar je staat. En Jezus weet heel goed waar hij staat. Dat doet zo'n beproeving met je. Zo'n assessment. Waar sta je? Wat doe je wel en wat doe je niet? Welke richting wil je uit met je leven? Het zijn vragen die ons allemaal wel eens overvallen.
Jezus houdt hier niet zomaar een lezing en een preek in zijn vaderstad. Hoe daarop gereageerd wordt, dat komt volgende week. Hier gaat het erom waar hij vandaan komt. Hij komt uit de woestijn. Gesterkt door de Geest. Hij heeft in die woestijn een soort assessment ondergaan. Assessments zijn als ze goed gebeuren niet zozeer bedoeld als test, maar om te zien waar je staat. En Jezus weet heel goed waar hij staat. Dat doet zo'n beproeving met je. Zo'n assessment. Waar sta je? Wat doe je wel en wat doe je niet? Welke richting wil je uit met je leven? Het zijn vragen die ons allemaal wel eens overvallen.
Het zijn niet
alleen verleidingen die op ons afkomen, maar ook allerhande signalen om ons
heen. Een zee van mogelijkheden, waar je uit kunt kiezen. En verleidingen,
signalen en mogelijkheden kun je alleen maar in perspectief plaatsen, als je in
contact komt met je bron. Met God. Of je die nu als een innerlijke stem ervaart
of als een God buiten of boven ons, God is de bron waaruit we leven. En alleen
vanuit die bron kun je orde scheppen in de wanorde van verleidingen, signalen
en mogelijkheden. We zijn zo vaak geneigd om het zelf snel te bedenken. En ook
allerlei gevoelens achterna te gaan. Maar wat staat je nu éigenlijk te doen?
Wat doe je wel en wat doe je niet? Welke richting heeft God voor jou in
gedachten?
Hoe blijf je bij je bron?
Een van de
manieren om met die bron in aanraking te komen is het gebed. Ik weet niet of
het daar nog veel voor wordt gebruikt. Ik merk bij mezelf in ieder geval dat
het er niet bij mij ingebakken zit om als ik iets niet weet, of een heleboel
mogelijkheden, gevoelens en verleidingen voel, dan eerst maar eens te bidden.
'Verwacht je dan antwoord?' hoor ik de scepticus al zeggen. Nee, niet direct.
Allereerst dringt bij mij door te bidden wel het besef door dat het niet alleen
van mij hoeft te komen. En dat ik de vraag ook moet leren overgeven, loslaten.
Hoe vaak hou je niet ondanks dat je iets niet weet de vraag toch bij je? Omdat
je het zelf moet doen, vind je.
De bevrijding van 'ik weet het niet'
Die vier woorden
- ik weet het niet - kunnen zo bevrijdend zijn. Ze zijn eng, jazeker, maar
daarom is er ook het gebed. God, ik weet het niet. Misschien zelfs: ik weet het
even niet meer. Is niet erg. Dat mag. Maar meestal gewoon: ik weet het niet. En
dat is geen brevet van onvermogen. Het geeft wel aan waarom we die woorden zo
moeilijk vinden. We vinden dat we het zelf moeten doen. Om tal van redenen.
Onafhankelijkheid, trots, gezichtsverlies, schaamte, en misschien ook wel
ongeloof dat loslaten helpt?
Jezus niet. Had
hij op zijn gevoel gekozen, op dat wat er zich aandiende, dan klonken die
mogelijkheden om uit die woestijn te komen niet onaantrekkelijk. Maar Jezus
blijft bij zijn bron. En soms snappen we die bron niet. Of weten we het ook
eigenlijk wel, maar komt het niet uit. Jezus blijft bij zijn bron. En wordt
gesterkt door de Geest.
En zo komt hij
Nazareth in. En leest hij uit de Jesajarol die open ligt:
"De Geest
van de Heer rust op mij,
want hij heeft
mij gezalfd.
Om aan de armen
het goede nieuws te brengen
heeft hij mij
gezonden,
om aan de
gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden het
herstel van hun zicht,
om onderdrukten
hun vrijheid te geven,
om een
genadejaar van de Heer uit te roepen."
We hadden het
net over de beproevingen in de woestijn als een assessment. Jezus geeft hier
zijn missie en zijn visie weer. En het tekent het Lucas evangelie dat hier hele
maatschappelijke sociale doelen in staan: Gevangenen hun vrijlating bekend
maken, blinden het herstel van hun zicht, onderdrukten hun vrijheid, om een
genadejaar van de Heer uit te roepen. Maar daar zit een laag onder. "De
Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd." Jezus heeft
een directe band met God. In God is hij geworteld, op God is hij geënt. Dat is
zijn motor. Dat is zijn smeerolie.
Dat dit verhaal
in het Lucas evangelie het eerste publieke optreden van Jezus is geeft aan waar
Jezus voor staat en waarop hij is geënt, waar hij zijn bron in vindt. En ik
vraag me af: hoe zouden wij op onze beurt op Jezus geënt kunnen zijn? Hij de
wortel van de boom, wij geënt op de stam. Hoe kunnen wij in alle verleidingen, in
alle signalen en prikkels en in alle mogelijkheden onze bron in hem aanspreken?
Spreken via de voorzitter
Ik denk hieraan:
in ons parlement is het de gewoonte om via de voorzitter te spreken. Een
kamerlid spreekt tot een minister, en ze spreken met elkaar via de voorzitter.
'Mevrouw de voorzitter, ik wil de minister het volgende vragen." En dan
komt er aan vraag, waarin hij zich wel tot de minister wendt, maar via de
voorzitter. Nu is dat niet altijd meer de praktijk, omwille van de levendigheid
van het debat, maar je ziet wel voorbeelden waarin het misschien beter was
geweest. Wanneer een willekeurig kamerlid tegen een willekeurige minister zegt:
'Doe eens effe normaal man!' en de minister antwoordt: 'Doe zelf effe
normaal!', dan vraag je je af hoe dat gegaan zou zijn als er via de voorzitter
was gesproken. 'Mevrouw de voorzitter, ik zou de minister willen oproepen om
effe normaal te doen.' En de minister zou dan antwoorden: 'Mevrouw de
voorzitter, ik zou de geachte afgevaardigde willen oproepen zelf effe normaal
te doen.' Je weet dat dat niet zou gebeuren. Door via de voorzitter te praten
haal je de angel eruit en hoor je zelf al: nee, dit klinkt niet.
Als we Jezus nu,
als hoofd van het lichaam dat de kerk is, nu even als voorzitter zouden zien,
dan is bidden eigenlijk via de voorzitter praten. Er ligt hier een
mogelijkheid, een signaal, een prikkel, een verleiding misschien, waar je iets
mee moet of wil; een vraag misschien gewoon over wat je moet en kan doen, welke
richting je op moet. En dan is een gebed een mogelijkheid om even uit dat
dilemma te stappen en te praten via de voorzitter. Wat helpt dat? Nou, als je
zou bidden: lieve God, of God, of Here God, Eeuwige, of Jezus, waar je je ook
maar het prettigst bij voelt; 'God, ik zit hiermee, en ik weet niet zo goed wat
ik ermee aan moet. Ja, eigenlijk zou ik graag dit willen doen, of dat willen
zeggen', krijg je dan antwoord? Nou, in ieder geval valt er dan een stilte. En
hoor je je eigen woorden. En net als in het parlement kun je dan denken: klinkt
een beetje vreemd als ik het zo via de voorzitter zeg; nee, dat is het niet
goed. Of het verdiept juist je vraag: eigenlijk weet ik het gewoon niet. God,
wilt u mij helpen? Dat helpt om los te komen van je eerste neigingen, die er
mogen zijn, maar doorgaans niet de beste raadgevers zijn.
Ik ervaar steeds
meer, ook in de kerk, dat we de oplossingen zelf niet voor handen hebben. Dat
we veel kennis en kwaliteiten hebben, maar daar vaak veel te losgeslagen mee
aan de gang gaan naar eigen inzicht. Het zou goed zijn om meer te bidden, om
die vragen voor te leggen. Hoe weet ik ook niet precies, dus daar moeten we dan
eerst maar eens voor bidden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten