Tekst: Lucas 4: 1-13
Waarmee dien je de
gemeente? Jezus wordt op de proef gesteld door de duivel, in de woestijn. Zou
hij niet graag belangrijk willen zijn? Zou hij niet graag leiding geven? Zou
hij niet graag populair willen zijn? En wij…? Jezus geeft zelf het antwoord.
Met woorden uit de bijbel. En die wijzen een andere weg. Naar bidden, geleid
worden en dienen. Waarmee dien jij de gemeente?
In de afgelopen week mocht ik met een gespreksgroep van
gemeenteleden praten over het bijbelverhaal van vandaag. En we kwamen al gauw
te spreken over de veertigdagentijd. In hoeverre leeft dat voor je? Om een
periode in het jaar wat meer stil te staan bij je geloof en hoe het staat met
je relatie met God, met de mensen om je heen, en met jezelf. Ik moet daarbij
zeggen: ik was in gesprek met gemeenteleden die geen betaald werk meer doen.
Dus de druk van werk en de zorg voor kinderen kennen ze niet meer; hoewel de
zorg om het werk van kinderen en de zorg voor hun kinderen natuurlijk wel eens
aandacht vraagt. Maar het is geen dagelijks ritme meer dat bewust bezig zijn
met je geloof kan verdringen. Je hebt als je wilt zo eens wat vaker de tijd om
dingen te overdenken. Een aparte bezinningstijd, nee, daar hadden sommigen
vroeger nog wel gevoel voor, maar nu minder. Alsof de jaren ook de scherpe
kantjes van geloof afhalen, en dus ook de scherpe kantjes van het kerkelijk
jaar. Die bezinningsperioden, dat de verhalen wat heftiger zijn en dat de
thema’s veel meer schuren, worden wat minder scherp. Misschien is het met het
klimmen van de jaren meer een balans opmaken dan bezinnen. Je verzilvert je
leven en zo is het goed.
Wat gebeurt er als je
gedreven wordt, door de Geest?
Jezus staat nog maar aan het begin. Dat is een verschil.
Zoals je in je jonge jaren vol ergens voor kunt gaan. Zo gaat Jezus gedreven
door de Geest de woestijn in en zwerft hij daar veertig dagen rond. Ik begrijp
dat vorige week mijn voor-voorganger in deze gemeente de Naardense Bijbel
aanprees, en inderdaad staat daar preciezer: door de Geest is hij geleid in de
woestijn.
Wat is dat en herkennen we dat?
Zo geleid worden is een
gedrevenheid die we bij mensen zien die ergens vol van zijn. Vol van de Geest,
vertelt het verhaal. Jezus bedenkt het niet zelf. Natuurlijk doet hij het wel
zelf en zwerft hij zelf rond. Maar hij is gedreven, geïnspireerd. Is het dan
z’n eigen keuze? Ja natuurlijk. De Geest neemt je niet over. Maar je kunt wel
de Geest krijgen. Net zoals je de Geest kunt geven. In beide gevallen krijg je
iets of geef je iets terug dat van buiten jezelf komt en je aandrijft.
Scherpe keuzen
Dat is de enige basis waarop hij de verzoekingen kan
weerstaan. Zijn het verzoekingen of beproevingen? We spreken vaak over
verzoekingen; daar klinken ook verleidingen in mee, en dus ook schuld en zonde.
Hier zijn het meer beproevingen. En beproevingen zijn bedoeld om de zuiverheid
te vinden. Om te slijpen, of als door het vuur gezuiverd te worden. Hier komen
de keuzen op scherp te staan. Hier gaat het ergens over. Hier geen halfzachte
slappe antwoorden, maar ja of nee. Daarom gebeurt het ook in de woestijn
veertig dagen lang. Hier is een duidelijke scheiding tussen leven en dood,
zoals er een duidelijk onderscheid is tussen droogte en water. Het is er heel
dominant en het andere is er helemaal niet. De beproevingen stellen Jezus voor
scherpe keuzen. Er is geen ruimte voor onderhandelen. Voor pappen en nathouden
al helemaal niet daar in de woestijn.
Van belangrijk zijn
naar bidden
En de keuzen zijn heel helder. In de eerste beproeving wordt
Jezus’ honger beproefd. En de duivel zegt tegen hem: ‘Als u de zoon van God
bent, beveel de stenen da in een brood te veranderen.’ O wat zou hij dat graag
willen, natuurlijk. Na veertig dagen. Ongelofelijk natuurlijk, maar het gaat
erom dat hij niet zomaar trek heeft. Hij wordt echt door de duivel gepakt bij
zijn eerste levensbehoefte. Maar die levensbehoefte is niet alles. Nee, hij
doet er niet alles voor. De mens leeft niet van brood alleen. Nee, maar zonder
is ook zo wat. Waar gaat het hier om. Hier wordt Jezus erbij bepaald of hij
degene wil zijn die alle tekorten gaat oplossen. Die overal waar gebrek geleden
wordt uitkomst wil bieden. Of hij belangrijk wil zijn. Nee, natuurlijk, het zou
heel nobel zijn als hij alle problemen kon oplossen. En wat zouden wij dat
graag willen. Dat zijn we toch alleen maar goed bezig? Nee, want we zijn God
niet. Voor je het weet stijgt het naar je bol. Omdat jij het gedaan hebt. Nee.
Beter dan belangrijk te willen zijn is te bidden. Dan ben je pas echt verbonden
met de tekorten in de wereld en gaat het niet om jou, dat jij ze oplost. Hoe
zouden we dat ook kunnen? De stress en de druk dat het allemaal van ons afhangt
is nu al nauwelijks te dragen in ons gezin, ons werk, ons verenigingsleven en
vrijwilligerswerk, en de kerk. Kappen daarmee, met denken dat je het zelf moet
oplossen. Bidden. Dat is een andere weg. Die verder gaat dan wat wij kunnen
bereiken. Gelukkig maar. Want wijzelf komen wel een heel eind, maar redden het
niet alleen. En ik snap zo goed dat je het wel zou willen. Een verpleegster
vertelde me dat een demente vrouw die ze verzorgde bad: ‘Heer, help mij
alstublieft.’ En toen zei ze tegen de vrouw: ‘Maar u kunt het toch aan mij
vragen?’ Nee, helaas, je kunt, hoe graag je het ook zou willen, niet allemaal
oplossen. Bid daarom, dat is de uitweg.
Van leiding geven
naar geleid worden
In de tweede beproeving belooft de duivel Jezus alle macht,
als hij voor hem neerknielt. Macht lijkt heel aanlokkelijk. Het lost in ieder
geval op wie het voor het zeggen heeft. Jijzelf. Maar hoe kan Jezus, hoe kunnen
wij, geloven? Als wij de macht hebben? En wat dan? Zijn er al niet genoeg
machtsspelletjes gespeeld door gelovigen, tot op de huidige dag? Jezus
antwoordt weer vanuit de bijbel: ‘Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen hem.’
De enige manier om te kunnen leven vanuit het geloof is om niet de leiding te
nemen, maar om je te laten leiden. Door God. Van daaruit kun je nog steeds
initiatief nemen, maar ook hier weer begint het niet bij jou.
Van populair zijn
naar dienen
En dan wil de duivel Jezus ook nog beproeven door hem voor te
houden wat er zou gebeuren als hij van het hoogste punt van de tempel springt.
Moet je je toch voorstellen, wat een aandacht Jezus zou krijgen! In onze tijd
zouden alle nieuwsmedia ervan verslaan, en vele foto’s en filmpjes zouden viral
gaan. Maar ook dat zou je niets brengen. Niets meer dan populariteit. Is het je
daar als gelovige om te doen? Om populariteit? Om grote evenementen? ‘Stel de
Heer uw God niet op de proef’ zegt Jezus tot besluit. Helder. Het gaat er niet
om om God naar de troon te steken. Niet om belangrijk te willen zijn. Niet om
zelf de leiding te nemen. Niet om populair te willen zijn. Maar het gaat om
bidden, om geleid worden en als laatste om dienen.
Bidden, geleid worden
en dienen
De beproevingen draaien om bidden, geleid worden en dienen.
Heb je dan zelf niets te zeggen of in te brengen en baat het jezelf dan niets
om te geloven? Natuurlijk wel. Je wordt niet klein gehouden. Je wordt gevoed.
Het hoeft niet van jou te komen, het komt je toe. En zo word je gelukkig. Want
je hoeft niet al dat succes te halen om de wereld te veranderen, je hoeft niet
alles op jouw schouders neer te laten komen en je hoeft ook niet geliefd bij
iedereen te zijn. Voel je de druk die dat geeft? Nee, je mag het neerleggen bij
God, door te bidden, geleid te worden en te dienen.
Ook voor de kerk
En zo moeten we er ook in de kerk in staan. De toekomst van
de kerk is ongewis en onzeker. Maar wij zijn niet degenen die die toekomst
bepalen. Het hangt allemaal af van wie gegrepen wordt door de Geest van God.
Van wie gedreven wordt door het evangelie om het verder te vertellen en voort
te leven. We kunnen het dus niet sturen. En wanneer we dus een wervingsactie
starten zoals vandaag, dan begint dat met een gebed dat de Heer zijn kerk
voorziet in de gaven die ze nodig heeft. En we leggen de situatie van onze
gemeente in zijn handen. Dat we geleid mogen worden hoe we door kunnen gaan. In
de wetenschap dat het er niet om gaat dat we populair zijn en een stampvolle
kerkenraadskamer hebben, maar dat we de gemeente dienen.
Waarmee dien jij de
gemeente?
En waarmee dienen we Gods gemeente? Waarmee dien jij Gods
gemeente? Niet noodzakelijkerwijs met een ambt; er zijn tal van andere
mogelijkheden. En ook een actief gevoelde verbondenheid in gebed is er één. We
kunnen ook niet allemaal wat doen. Maar ambtsdragers, mensen die voor langere
tijd zich aan een taak wijten, zijn nu wel echt nodig. Ook hier ligt een
duidelijke keuze: of we gaan door, of we gaan niet door. Die keuze ligt hier
voor ons: of we gaan door, of we gaan niet door. En nee, dit keer is het niet:
ach, dat komt wel weer goed. Geen keuze, is nu ook een keuze. En dat is niet
een keuze om de kerk, om de kerk maar in stand te houden zoals die is. Nee, we
hebben gekeken wat minimaal nodig is om gewoon onze gemeente door te laten
draaien. We hebben het hier niet over luxe. We hebben het hier over het minimum
dat aan ambtsdragers nodig is om überhaupt aan de toekomst te werken.
Vraag voor de
Veertigdagentijd
Het is dus nu echt nodig om wat van de Veertigdagentijd te
maken. Nu spant het erom. Als je een uitdaging zoekt voor de eerste tijd van de
Veertigdagentijd, bid dan eens voor de gemeente, en wat jij daarin zou kunnen
betekenen of waar je wegen ziet. Laat je daarin leiden, je hoeft het niet
allemaal zelf te doen. En overweeg daarin waar de gemeente mee gediend is. Met
wat voor ambtsdragers? Wat is er nodig? Dezelfde vragen stel ik mijzelf ook. En
ik hoop en bid dat we in verbondenheid, in gebed, Gods leiding zullen zoeken de
komende tijd over waar Gods gemeente mee gediend is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten