Twee weken geleden in dit huis en vorige week in Baardwijk stonden we stil bij de achtergronden van de brief van Paulus aan Timoteus, waar we ook vandaag uit lezen. Het is een brief die een antwoord geeft op een trend in de gemeente van Efeze, waarin mensen in de gemeente zich afsluiten van de buitenwereld. Ze zijn niet meer bezig met het leven hier en nu en hoe je de wet van God kunt leven in je leven. Maar ze zoeken naar een hogere en diepere kennis die hen bevrijdt, verlicht van dit leven in deze wereld. Het is een moeilijke tijd daar voor de gemeente in Efeze, merkten we. In de zestiger jaren van de eerste eeuw ontvallen steeds meer eersten getuigen aan de gemeente en daardoor ook de mogelijkheid om rechtstreekse antwoorden te krijgen op vragen. Tegelijkertijd merken de gelovigen dat de wederkomst van Christus uitblijft, zodat ze toch iets moeten gaan doen met de tussentijd. En die tussentijd geeft nieuwe vragen, waar het al helemaal moeilijk antwoorden op vinden is. Een onzekere tijd dus. En als de gemeente dan ook nog eens te lijden heeft onder vervolgingen in een wereld de niet-christelijk is, dan begrijp je ook wel dat mensen zich afsluiten. Maar ze doen dat ook in hun geloof; en dan gaan ze de mist in volgens Paulus. Het geloof moet hier en nu in dit leven geleefd worden, met alle uitdagingen en bedreigingen erbij, ja zelfs vervolgingen. De toekomst vind je niet in de toekomst, maar vindt zijn oorsprong hier en nu, vandaag in ons leven. Vandaag begint de toekomst.
Zo is het ook bedoeld als Paulus over de eindtijd spreekt. Dat is niet een tijd ergens ver aan een onbepaald einde van de wereld. Nee, de eindtijd is nu begonnen. Dat is de tijd van nu tot de wederkomst van Christus, waar de gemeente reikhalzend naar uitziet. We moeten dan niet zozeer denken aan een sekte die het einde van de wereld afwacht, maar aan ons gelovige verlangen dat God alles rechtzet, en dat Hij een nieuwe hemel en een nieuwe aarde schept. Waarin het gedaan zal zijn met al het lijden en alle onvolmaaktheid en liefdeloosheid. Het gevoel bij de eindtijd is een gevoel dat de tijd op springen staat. Dat de tijdsgeest reikhalzend verlangt naar een doorbraak, die van buiten moet komen. Dat er zoveel chaos is in de wereld, dat er een nieuwe orde moet worden geschapen. Voor de gemeente was dat ook een chaotische wereld van een enorme omnireligieuze omgeving. Overal om je heen was religie, in allerlei soorten en veelvoud. En in die chaotische veelvoud verlangt de gemeente ernaar dat de wereld voleindigd wordt door die Ene God, dat de Geest haar vult, een totaal andere wind door de wereld waait, die net als bij de Schepping, alles nieuw maakt.
Misschien voelt u aan dat voor veel religieuze mensen onze tijd ook op springen staat. Dat alle complexiteit, alle gejaagdheid en alle crises in de wereld op het gebied van economie, milieu en vrede vragen om een antwoord, schreeuwen om een doorbraak, een nieuwe beweging in de wereld, ja zelfs het gevoel geven dat het einde nabij is. Dat roept bewegingen op van mensen die het einde snel verwachten en zich afzetten tegen de wereld.
Maar Paulus laat ons iets anders zien: het einde is niet nabij. De eindtijd is er al. Hier, vandaag, nu, leven wij met het verlangen dat alles anders wordt. Omdat alles anders is geworden met het sterven en opstaan van Christus, en de toekomst dus nú al is begonnen. Die toekomst zweeft niet ergens in het ongewisse. Die heeft zijn oorsprong vandaag, hier en nu.
We hebben er eerder bij stilgestaan dat geloven onvanzelfsprekend is, omdat het niet uit jezelf of uit de wereld, maar van God komt. De mensen die Paulus voor zich ziet hebben echter volgens hem hun geweten dichtgeschroeid, het huwelijk verboden, en geboden zich van voedsel te onthouden. En zegt Paulus erbij, voedsel dat God heeft geschapen, en goed heeft geschapen. Deze mensen zonderen zich af van de wereld en de gebruiksaanwijzing zoals God die goed gemaakt heeft en gaan hun eigen weg. In reactie op de ongelovigen in het dal die God ontkennen, gaan zij op de bergtop zitten wachten op het eind van de wereld, en houden zich niet met aardse zaken bezig. Maar geen enkel plantje, dat goed is geschapen, kan groeien in het luchtledige. Ja, een plantje heeft lucht nodig, maar zijn wortels moeten in de aarde geankerd zitten. Zo is het ook met geloven. Zo kun je ook niet alles van je buik en je onderbuik verachten, en alles daarboven vergeestelijken. Geloven gaat ook over je lichaam, en omgang met mensen, over relaties en eten en drinken, over geneugten en genot, over werken – en daar heeft God goede aanwijzingen voor gegeven, omdat hij alles goed heeft geschapen. Je moet niet denken dat door dat alles weg te laten je zo vergeestelijkt en vroom kunt geraken dat je vanzelf wel behouden blijft. Wie zich zo afsluit van de wereld en verlangt naar het einde veronachtzaamt dat deze wereld het toneel is van de eindtijd. Dat de toekomst nu begonnen is en dat we er nu werk van moeten maken, met en in de wereld.
Als je zo de achtergronden van de brief kent ga je hem ook anders lezen. Als Paulus zegt dat de oefening van het lichaam wel enig nut heeft, dan bedoelt hij dat ook echt zo, en vindt hij het niet nutteloos. Oefen in een vroom leven daarenboven, ja natuurlijk. Een mens is niet alleen zijn lichaam. En we hebben ons geweten om met de wereld, met elkaar en met onszelf om te gaan. Maar oefen dat vrome leven dan ook. Als we in een tijd leven waarin uiterlijk heel belangrijk is en we erg gebrand zijn om jong te blijven, zonder dat we daar nu iets aan veroordelen, maar als het zo belangrijk is dat we verzorgd leven, dat je moeite doet om een beetje gezond te blijven en goed wil overkomen; doe dat dan ook met je geloofsleven. Blijf bezig met de vragen van alle dag. Laat je geloof aarden in je leven. Voed jezelf met de woorden van het geloof. Vraag jezelf niet af hoe het zou zijn als… of als deze wereld er zo niet was. Verlies jezelf niet in toekomstbeelden van hoe de wereld eruit zou zien als alles goed was en dat je daar nu niets aan kunt doen. Net als bij het verzorgen van je lichaam, ligt ook bij het verzorgen van je geloof de valkuil van het streven naar perfectie op de loer. Maar dat hoeft niet. Want: de geschiedenis is in Gods hand. Hij leeft met ons mee. De fout die de mensen in Efeze maken is dat ze God niet toevertrouwen de geschiedenis te beheersen, maar zelf bepalen hoe de wereld zal zijn. Nee, de toekomst hangt niet in het luchtledige, de toekomst begint nu: Oefening van het lichaam heeft wel enig nut, maar het nut van een vroom leven is grenzeloos, omdat het een belofte inhoudt, staat er, voor dit en het leven dat komen zal.
Oefen je in geloof, blijf zoeken naar antwoorden en wacht niet af tot het wel eens goed zal komen. Hier en vandaag begint de toekomst. Het is de hoop die ons drijft, het geloof dat ons steunt, en de liefde die ons bindt aan elkaar en aan God, onze Vader.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten