zondag 11 maart 2012

Ezechiël in de Veertigdagentijd 2012: week 3



3. Ezechiël 14: 12-23

[in een klaslokaal]

Dag allemaal!
Welkom hier op school.

Weten jullie nog wat mijn naam is? Ja, Ezechiël.
en weten jullie nog wat die naam betekent? Mijn naam betekent: God maakt sterk.

En waarom maakte God mij sterk? Omdat ik de Israëlieten moest gaan vertellen dat ze moeten veranderen, omdat ze nu niet goed leven.

En je moet heel sterk zijn om mensen te durven vertellen dat ze moeten veranderen,
want dat willen ze niet horen.

De mensen vinden al gauw dat ze het goed genoeg hebben gedaan.

En bovendien wijzen ze ook vaak naar anderen die het al goed gedaan hebben.

Kijk eens, Ezechiël, zeggen ze dan tegen mij, mijn buurman is een heel goed mens, of: mijn vriend doet hele aardige en goede dingen, of: kijk eens, die vrouw is zo aardig, Ezechiël. Verandert dat niets iets aan je strenge oordeel, Ezechiël? Als een paar mensen goede dingen doen, dan is het toch allang goed? Niet zo streng zijn, Ezechiël!

Tja, ik kan me dat best voorstellen dat ze zo denken. Maar gelijk hebben ze niet. Dat vertelde God mij ook.

God zei: stel dat er onder de Israëlieten drie mensen wonen die goede dingen doen. En hij noemde toen drie belangrijke mensen uit de bijbel die goede dingen deden: Noach, Daniël en Job. God had een hele hechte vriendschap met deze drie goede mannen.

En God zei tegen mij: stel nu dat zij onder de Israëlieten zouden wonen, zou de rest dan kunnen zeggen: nou, dan hoeven wij geen goede dingen meer te doen, want we hebben Noach, Daniël en Job al die goede dingen doen?
Dat is toch raar?

Stel, dat er hier in de klas, drie leerlingen zijn die goed opletten.
Die alles netjes doen wat de juffrouw zegt.
Die stil zijn, die geen kauwgum eten, die niet hun tong uitsteken als de juffrouw even niet kijkt, die geen geheime briefjes doorgeven.
Stel dat er nu drie van die leerlingen zijn die dat niet doen,
en de rest doet het dan allemaal wel,
doet de hele klas het dan goed?
of alleen die drie leerlingen?
Die drie leerlingen natuurlijk!

En stel nu dat de andere leerlingen straf krijgen, omdat ze niet goed hebben opgelet en zo,
kunnen ze dan zeggen: maar er waren er toch drie die wel goed opletten, dus wij mogen geen straf krijgen?
Natuurlijk niet.

Daarom zei God tegen mij: vertel de Israëlieten dat het erom gaat dat iedereen zelf goede dingen doet.
Dat je niet kan zeggen: o mijn buurman heeft al iets goeds gedaan, dus ik hoef dat niet meer te doen.
Of: ik heb een vriend die heel veel goede dingen doet, dan mag ik best wat minder goede dingen doen.
Nee, het gaat erom dat je niet zegt: ja, maar hij of zij heeft iets goeds gedaan, maar dat je zelf iets goeds doet.

Vandaag gaan jullie in de kindernevendienst een verhaal horen over Jezus die boos is op mensen die foute dingen doen in de tempel. Deze mensen denken dat als ze toch in de tempel zijn, waar allemaal goede mensen zijn, dat zij dan niet meer zo nodig goede dingen hoeven te doen, en gewoon aan zichzelf mogen denken.
Maar dat is niet waar.
Jezus gaat deze mensen vertellen dat ook zij goede dingen moeten doen, ook al kennen ze nog zoveel mensen die wel goed doen, of zijn ze in een gebouw met heel veel goede mensen.

Maar goed, het kan geen kwaad natuurlijk om af en toe een geintje uit te halen…
Weet je wat ik vroeger altijd deed? Dan vouwde ik van een blaadje een vliegtuigje en dan…

[Juf Maaike]: Ezechiël!!! Denk erom!!!

O ja, sorry… Eh, tot volgende week!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten