woensdag 17 april 2013

De gemeente in beweging als reisgezelschap


‘Waarom komen ze niet?’ Dat is een veelgehoorde uitspraak over bijvoorbeeld de opkomst bij kerkdiensten en activiteiten. ‘Waarom zien we ze nooit?’ We steken veel energie in het aantrekkelijk maken van alles wat we als kerk doen. ‘Daar wil je toch bij horen?’ Het is dan ook wel eens frustrerend als je er zo aan ‘moet trekken’ maar het niet nieuwe mensen oplevert die komen, laat staan dat alle mensen die wel kwamen blijven komen. We doen er alles aan, maar kennelijk is het niet genoeg?

De vraag is of je die conclusie moet trekken. Ook al zien we dat bepaalde mensen gewoon niet komen of niet meer komen, en ook al zien we dat met name de middengeneratie (laten we zeggen de mensen met thuiswonende kinderen en hun leeftijdgenoten) wegblijft – dat betekent nog niet dat wij niet genoeg doen. Het betekent misschien wel dat wij een ommekeer moeten maken. Letterlijk. Dat wij ons er niet op moeten richten dat mensen komen, maar dat wij naar de mensen toe moeten gaan.

Op maandag 15 april hield dominee Simon Dingemanse uit Maarn een interessante lezing naar aanleiding van zijn boek In beweging blijven. De gemeente op reis met de middengeneratie. Hij vertelde hoe hij in een zoektocht naar een goed model voor de gemeente in deze tijd uitkwam bij de gemeente als reisgezelschap. In de afgelopen jaren is het model van de gemeente als herberg populair geworden. De gemeente als gastvrije herberg waarin de gemeente gastheer en gastvrouw is. Maar dat betekent wel dat mensen moeten komen. En dat doen ze niet altijd, zeker niet in de middengeneratie.

Dingemanse hield tijdens zijn studieverlof gesprekken met mensen uit de middengeneratie. Voor het gemak verbonden we daar de leeftijdsgrenzen aan van 25-50 jaar, maar dat is maar een globale afbakening. Wie zich erin herkent, mag zich ertoe rekenen. Wat deze groep beweegt is allereerst de druk van de combinatie van werk en gezin. De groep heeft last van een chronisch tijdgebrek; alles gebeurt onder tijdsdruk. Ze vinden wel allerlei inspiratiebronnen in mensen en bezigheden, maar kerk en geloof staat onderaan het lijstje. Ze vinden het moeilijk om geloof met het dagelijks leven te verbinden. Het Godsidee vervaagt; er is wel iets, en geloof stemt wel tot dankbaarheid en verwondering. De kerkdiensten ervaart men wel als positief, maar men neemt er minder tijd voor, al heeft men wel behoefte aan rust. Voor vrijwilligerswerk wil deze groep bewust kiezen, zoals men sowieso heel bewust leeft. Maar alles wat deze groep doet is een keuze. En door de overvloed aan keuzen is er dan ook sprake van keuzestress. Men is minder geworteld in een gemeenschap of in een plaats. Er zijn dus minder dingen voorgegeven. Alles is een keuze, en alles gebeurt onder druk.

Als je dit alles zo leest is het niet verwonderlijk als deze mensen niet komen. Het beeld van de kerk als reisgezelschap wil de gemeente ertoe bewegen naar mensen toe te gaan en een tijdje met de mee te gaan. En bij hen te gast te zijn. En daarbij niet alleen oog te hebben voor de zwakke, maar ook de sterke kanten van het leven: succes, geluk, kansen. Opvallend detail was dat veel mensen in de gesprekken kerk zagen als iets voor later als het minder goed gaat. Terwijl geloof er ook is voor dankbaarheid, en om geluk te ervaren, en te delen.

Dingemanse noemde Jezus en Paulus als voorbeeld. Jezus was nooit thuis maar altijd onderweg en bij mensen te gast. En de reizen van Paulus zijn uitvoerig opgeschreven in de Bijbel.      Dingemanse gebruikte het verhaal van Paulus op de Areopagus als voorbeeld. Paulus wordt bij de kladden gegrepen door de omstanders en meegevoerd naar de Areopagus. Hij heeft dus zelf niet het initiatief maar is dus te gast. En hij hoort hoe mensen spreken over het goddelijke. Dat ze of niet kennen, of waar ze niet in geloven, of toch wel, maar dan onbenoemd, in iets… En als hij bij het altaar voor de onbekende God komt, gaat hij die God verkondigen. Hij blijft trouw aan zijn boodschap, maar hoe die boodschap ter sprake komt hangt af van de ontmoeting tijdens zijn reis. Maar hij spreekt in de wij-vorm. Hij plaatst zichzelf ook onder de boodschap, het Evangelie van de Opstanding. Het is Gód die verkondigt. En zo presenteert hij zichzelf als iemand die zich een weg zoekt met zijn geloof door de wereld en met anderen daarover in gesprek gaat en ook zo van anderen leert, en open staat naar hen.

Zo brengt het beeld van de gemeente als reisgezelschap een ommekeer teweeg. Van vasthouden en behouden en afvragen hoe we ervoor kunnen zorgen dat mensen (blijven) komen naar op mensen afgaan en zoeken naar sporen van het Evangelie in het leven van alledag. Zolang tweederde van deze middengeneratie aangeeft minimaal religieus te zijn, is er nog een wereld te leren aan alles wat deze mensen ons kunnen vertellen wat hen beweegt en is er nog een wereld te winnen voor het Evangelie, dat ons gezamenlijk verkondigd wordt. Om uit te delen en verder te delen. Met Gods hulp, reishulp.

Simon Dingemanse, In beweging blijven. De gemeente op reis met de middengeneratie, Skandalon Vught 2010, ISBN 978-94-90708-03-0

Geen opmerkingen:

Een reactie posten