‘Waarom komen ze niet?’ Dat is een veelgehoorde uitspraak
over bijvoorbeeld de opkomst bij kerkdiensten en activiteiten. ‘Waarom zien we
ze nooit?’ We steken veel energie in het aantrekkelijk maken van alles wat we
als kerk doen. ‘Daar wil je toch bij horen?’ Het is dan ook wel eens
frustrerend als je er zo aan ‘moet trekken’ maar het niet nieuwe mensen
oplevert die komen, laat staan dat alle mensen die wel kwamen blijven komen. We
doen er alles aan, maar kennelijk is het niet genoeg?
De vraag is of je die conclusie moet trekken. Ook al zien we
dat bepaalde mensen gewoon niet komen of niet meer komen, en ook al zien we dat
met name de middengeneratie (laten we zeggen de mensen met thuiswonende
kinderen en hun leeftijdgenoten) wegblijft – dat betekent nog niet dat wij niet
genoeg doen. Het betekent misschien wel dat wij een ommekeer moeten maken.
Letterlijk. Dat wij ons er niet op moeten richten dat mensen komen, maar dat
wij naar de mensen toe moeten gaan.
Op maandag 15 april hield dominee Simon Dingemanse uit Maarn
een interessante lezing naar aanleiding van zijn boek In beweging blijven. De gemeente op reis met de middengeneratie. Hij
vertelde hoe hij in een zoektocht naar een goed model voor de gemeente in deze
tijd uitkwam bij de gemeente als reisgezelschap. In de afgelopen jaren is het
model van de gemeente als herberg populair geworden. De gemeente als gastvrije
herberg waarin de gemeente gastheer en gastvrouw is. Maar dat betekent wel dat
mensen moeten komen. En dat doen ze niet altijd, zeker niet in de
middengeneratie.
Dingemanse hield tijdens zijn studieverlof gesprekken met
mensen uit de middengeneratie. Voor het gemak verbonden we daar de
leeftijdsgrenzen aan van 25-50 jaar, maar dat is maar een globale afbakening.
Wie zich erin herkent, mag zich ertoe rekenen. Wat deze groep beweegt is
allereerst de druk van de combinatie van werk en gezin. De groep heeft last van
een chronisch tijdgebrek; alles gebeurt onder tijdsdruk. Ze vinden wel allerlei
inspiratiebronnen in mensen en bezigheden, maar kerk en geloof staat onderaan
het lijstje. Ze vinden het moeilijk om geloof met het dagelijks leven te
verbinden. Het Godsidee vervaagt; er is wel iets, en geloof stemt wel tot
dankbaarheid en verwondering. De kerkdiensten ervaart men wel als positief,
maar men neemt er minder tijd voor, al heeft men wel behoefte aan rust. Voor
vrijwilligerswerk wil deze groep bewust kiezen, zoals men sowieso heel bewust
leeft. Maar alles wat deze groep doet is een keuze. En door de overvloed aan
keuzen is er dan ook sprake van keuzestress. Men is minder geworteld in een
gemeenschap of in een plaats. Er zijn dus minder dingen voorgegeven. Alles is
een keuze, en alles gebeurt onder druk.
Als je dit alles zo leest is het niet verwonderlijk als deze
mensen niet komen. Het beeld van de kerk als reisgezelschap wil de gemeente
ertoe bewegen naar mensen toe te gaan en een tijdje met de mee te gaan. En bij
hen te gast te zijn. En daarbij niet alleen oog te hebben voor de zwakke, maar
ook de sterke kanten van het leven: succes, geluk, kansen. Opvallend detail was
dat veel mensen in de gesprekken kerk zagen als iets voor later als het minder
goed gaat. Terwijl geloof er ook is voor dankbaarheid, en om geluk te ervaren,
en te delen.
Dingemanse noemde Jezus en Paulus als voorbeeld. Jezus was
nooit thuis maar altijd onderweg en bij mensen te gast. En de reizen van Paulus
zijn uitvoerig opgeschreven in de Bijbel. Dingemanse
gebruikte het verhaal van Paulus op de Areopagus als voorbeeld. Paulus wordt
bij de kladden gegrepen door de omstanders en meegevoerd naar de Areopagus. Hij
heeft dus zelf niet het initiatief maar is dus te gast. En hij hoort hoe mensen
spreken over het goddelijke. Dat ze of niet kennen, of waar ze niet in geloven,
of toch wel, maar dan onbenoemd, in iets… En als hij bij het altaar voor de
onbekende God komt, gaat hij die God verkondigen. Hij blijft trouw aan zijn
boodschap, maar hoe die boodschap ter sprake komt hangt af van de ontmoeting
tijdens zijn reis. Maar hij spreekt in de wij-vorm. Hij plaatst zichzelf ook
onder de boodschap, het Evangelie van de Opstanding. Het is Gód die verkondigt.
En zo presenteert hij zichzelf als iemand die zich een weg zoekt met zijn
geloof door de wereld en met anderen daarover in gesprek gaat en ook zo van
anderen leert, en open staat naar hen.
Zo brengt het beeld van de gemeente als reisgezelschap een
ommekeer teweeg. Van vasthouden en behouden en afvragen hoe we ervoor kunnen
zorgen dat mensen (blijven) komen naar op mensen afgaan en zoeken naar sporen
van het Evangelie in het leven van alledag. Zolang tweederde van deze
middengeneratie aangeeft minimaal religieus te zijn, is er nog een wereld te
leren aan alles wat deze mensen ons kunnen vertellen wat hen beweegt en is er
nog een wereld te winnen voor het Evangelie, dat ons gezamenlijk verkondigd
wordt. Om uit te delen en verder te delen. Met Gods hulp, reishulp.
Simon Dingemanse, In beweging blijven. De gemeente op reis met
de middengeneratie, Skandalon Vught 2010, ISBN 978-94-90708-03-0
Geen opmerkingen:
Een reactie posten