Weet je nog: dat al die mensen door Johannes de Doper
gedoopt werden in het water van de rivier? En Jezus ook? Toen hebben ze
allemaal een nieuw begin gemaakt met God. Water is heel belangrijk om een nieuw
begin te kunnen maken. Zonder water kun je niet leven. Denk maar aan een zaadje
dat je in de grond stopt. Als je er geen water over sproeit, dan zal het zaadje
nooit uitkomen. Water is dus ook heel kostbaar als er niet zoveel van is.
Bijvoorbeeld midden in de woestijn. Dan reizen mensen heel lang met een emmer
om water de gaan halen uit een waterput, bij een bron. Bij zo'n bron komen
mensen elkaar dus ook tegen. Ze praten ze over wat ze hebben meegemaakt. En ze
leren nieuwe mensen kennen. Sommige mensen worden er zelfs verliefd!!
Dat gebeurde met Jakob. Hij reisde heel ver. En hij was
eigenlijk op zoek waar hij een nieuw begin zou kunnen maken met zijn leven. En
daar hoorde natuurlijk een vriendinnetje bij. Waar zou hij een vriendinnetje
kunnen vinden? Misschien wel bij een bron. Want daar komen alle mensen water
halen!
Jakob vond een bron. Maar daar waren nog geen leuke meisjes.
Jammer. Wel een paar stevige en stoere herders. Die vonden het eigenlijk niet
zo leuk dat Jakob daar ook was. Ze waren heel kortaf. Ze gaven hele korte
antwoorden. Waar komen jullie vandaan? Charan. Hé, wacht, dacht Jakob, daar
woont mijn oom ook, en die heeft een heel leuk nichtje. Eh, kennen jullie
Laban? Ja. Was het korte antwoord. Enne, hoe gaat het met hem? Goed. Kijk maar,
zeiden ze, daar komt zijn dochter Rachel aan.
Wauw hé! Die is mooi! Jakob wilde Rachel wel beter leren
kennen. Eén probleem: met al die herders eromheen is het niet zo romantisch.
Stelletje pottenkijkers. Die wil ik er niet bij hebben. "Zeg, luister
eens", zei Jakob, "kunnen jullie niet alvast de dieren te drinken
geven, dan kunnen jullie daarna weer weg om ze te laten grazen."
"Niets daarvan", zeiden de herders. "Eerst moeten we er allemaal
zijn. Dan gaan we met elkaar die zware steen van de bron aftillen. En geven we
de dieren te drinken." Mislukt.
Toen Rachel met haar schapen eraan kwam, aarzelde geen
moment. Als hij niet rustig met haar kon praten, dan zou hij haar wel eens
laten zien hoe sterk dat hij is. En nog voor hij iets tegen haar gezegd had
liep hij op haar af. Pakte de steen beet. En met al zijn stoere kracht tilde
hij de steen langzaam maar zeker van de bron. Hij hoorde de herders joelen.
"Uitslover! Beetje indruk maken hè? Pas maar op voor je rug,
kleintje!" Jakob trok zich er niets van aan. En Rachel, die was wel onder
de indruk. Ze had zelf ook wel dorst gekregen. En ze had helemaal geen zin om
bij die grote herders water te gaan halen. Die maakte altijd opmerkingen. Maar
ja, ze moest wel. Maar deze jongen was anders. Hoe zou hij heten? Was hij echt
zo leuk als hij eruit zag? Stoer hoor, dat hij zo water voor haar wilde halen.
Jakob gaf Rachels schapen water. En wat hij toen deed kon
Rachel eerst niet geloven. Hij zoende haar!! Jakob was zo blij met Rachel. En
zo verliefd! Hij huilde van blijdschap toen hij haar zoende. Misschien was het
handig als hij nu ook even zou zeggen hoe hij heette. "Ik ben Jakob,"
zei hij, "en ik ben familie van je vader." Goed volk dus. Geen
vreemde, maar familie. Rachel was zo blij met die lieve Jakob. Het was alsof ze
hem al jaren kende! Ze rende naar haar vader en vertelde hem dat ze een
familielid had ontmoet. Hij rende naar Jakob toe, omhelsde hem en zei:
"Wat fijn om jou te leren kennen. Wij horen bij elkaar." Zo betekende
de ontmoeting van Jakob en Rachel bij de bron het begin van een nieuw leven.
Zonder water heb je geen leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten