Tekst: Hooglied 3: 1-5 en Johannes 20: 1-18
Ook dit jaar
trok de uitvoering van The Passion veel publiek en veel kijkers. Het
lijdensverhaal van Jezus in een populair jasje werd zo ook dit jaar weer een
veelbesproken verhaal. Bij alle reacties merk je hoeveel moed en lef ervoor
nodig is om keuzen te maken in de verhaallijn, de vormgeving, de teksten en de
zangers. Dat toont ook aan hoe goed het is dat de makers die keuzen durven
maken. Er is veel gezegd over de acteerpresentaties, maar Dave Roelvink hoefde
in ieder geval niets te doen om een geloofwaardige Barabbas neer te zetten...
Deze Barabbas kwam
samen met de Jezusfiguur weer het podium op in een oranje gewaad. Zo word vanaf
de eerste edities Jezus als een terrorist neergezet. Dat beeld verwart ons nu.
Het was een helder beeld. Zou Jezus nu geleefd hebben, dan hadden de
machthebbers hem een terrorist genoemd. En dan hadden ze hem inderdaad een
oranje gewaad aangetrokken. Net zoals onze bondgenoten dat doen met vermeende
terroristen die ze naar Quantanamo Bay sturen. Jezus als vermeende terrorist:
het is een gewaagd beeld. Maar wel een eenduidig beeld.
Verwarrend beeld van Jezus
Dit jaar verwart
dat beeld van Jezus in oranje kleren. En ik weet niet of de makers zich dat
hebben gerealiseerd. Of dat ze het bewust zo hebben laten gebeuren. Want dit
jaar dringen andere beelden zich op van mensen in oranje kleren. Verschillende
westerlingen werden onthoofd door aanhangers van IS. Op een beestachtige manier
en op video vastgelegd. Zij hadden dezelfde oranje kleren aan. En dan waren er
nog die 21 Koptische Christenen, die op het strand in oranje kleren hetzelfde
lot tegemoet gingen.
Als we ook dit
jaar weer Jezus in oranje kleren zijn veroordeling tegemoet zien gaan in The
Passion,
dan lopen die twee beelden van mensen in oranje kleren door elkaar
heen. Van vermeende terroristen en van slachtoffers van terrorisme.
De vervolgde Christus als bondgenoot van slachtoffers terrorisme
Misschien is dat
beeld van de slachtoffers van terrorisme nog wel krachtiger dan het beeld van
een vermeende terrorist. Het is op zich een knap gevonden beeld om Jezus neer
te zetten als ware hij een vermeende terrorist in die tijd, maar het beeld van
slachtoffers van terrorisme is veel indringender. Omdat het ons veel meer
raakt. We zien op tv de beelden van aanstaande onthoofdingen van westerlingen
en christenen. We zien de beelden van de aanslagen in Parijs, die vanuit
dezelfde ideeën voortkomen. We horen dat geboren Nederlanders ermee
sympathiseren. En op dezelfde Witte Donderdag als The Passion werden in Kenia
148 mensen vermoord op een universiteit. Veelal student en christen. Een man
die zich verstopt had hoorde als iemand zei dat hij christen was een schot. In
mijn associatie met slachtoffers van terrorisme bij het zien van Jezus in een
oranje pak, zie ik in Jezus de bondgenoot van alle vervolgde mensen. Hij is de
vervolgde Christus, die de vervolgde christenen, die vervolgde mensen voorgaat.
Hoe kan deze
bondgenoot ons houvast zijn? Want de situatie in de wereld maakt velen
behoorlijk onrustig. Het is nogal wat, wat er nu ook weer in Kenia gebeurt. Waar
vinden we onze houvast? Je zou er letterlijk of figuurlijk wakker van kunnen
liggen.
Hoe zoek je vanuit liefde in plaats van uit angst?
De overgang naar
Hooglied lijkt nu een hele vreemde. In de liefde lijkt geen plaats voor angst.
En toch zoekt in dit liefdesgedicht het meisje ook haar houvast. ''s Nachts in
mijn slaap zoek ik mijn lief' zegt ze. Dat is geen romantisch zoeken, maar een
heel existentiële zoektocht. Het gaat hier niet om een flirt of een romance,
maar om de grond van haar bestaan. Wat in Hooglied op het eerste gezicht een
bijna zorgeloos liefdesgedicht lijkt, raakt de kern van ons bestaan.
Ze zegt hier
letterlijk dat ze op haar bed in de nachten zoekt naar haar zielsbeminde. We
zien haar wakker liggen, onrustig zoekend naar haar zielsbeminde. Dat is niet
zomaar een lief, maar dat is degene die haar ziel bemint. Degene die haar ten
diepste kent. Beter dan zij zichzelf kent. We horen er zinnen in door over God.
En zo is het: in dit liefdesgedicht gaat het aan de oppervlakte over twee
geliefde mensen. In de diepere laag gaat het over de liefde tussen God en mens.
En deze mens, dit meisje, verlangt ernaar gekend te worden. Gekend in haar
onrust, in haar angst, in haar lijden. Ze zegt eerder dat de ziek van liefde
is. Het gemis je niet gekend te voelen in je diepste emoties kan ziek maken.
Waar vind je houvast?
God laat zich vinden, terwijl wij elders zoeken
Het meisje in
Hooglied zoekt haar zielsbeminde, maar vindt hem niet. Ze vraagt rond maar
wordt niets wijzer. En dan ineens vindt ze hem. Het lijkt als bij toeval. Ja,
ze zoekt zelf actief, maar waar ze zoekt vindt ze hem niet. En dan ineens is
hij er. Hij valt haar toe. 'Meisjes van Jeruzalem', zegt ze tot slot, 'ik
bezweer je bij de gazellen, bij de hinden op het veld: wek de liefde niet, laat
haar niet ontwaken voordat zij het wil.' Ook hierin klinken sporen van de
zoektocht van de mens naar God. Voor de Israëliet die de taal van de bijbel
spreekt klinken de klanken van de woorden voor gazellen en hinden bekend. De
woorden zijn klankverwant met de woorden voor de hemelse machten en voor de
ontzagwekkende God. Om Zijn liefde gaat het. Laat die liefde niet ontwaken
voordat zij het wil.
Gods liefde
laten ontwaken is het liefste wat Maria wil. Maar ze weet, menselijkerwijs
gesproken, dat het over is. En als er dan geen mens is om je aan vast te
houden, dan zoekt ze het maar bij zijn graf. En dan ziet ze dat het graf leeg
is. En ook zij zoekt, maar vindt hem niet. En ook hier valt hij haar toe.
Ineens blijkt hij er te zijn, terwijl ze dacht dat hij de tuinman was. En het
moment van herkenning is sprekend. Hij noemt Maria bij haar naam. Hij
doorbreekt de afstand. Zij voelt zich gekend. En hier staat hij: haar
zielsbeminde. En ze wil hem vasthouden. Maar Jezus zegt: 'Hou me niet vast. Ik
ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg
tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn
God, die ook jullie God is.' Juist als Maria haar niet vasthoudt, kan hij een
houvast zijn voor haar en al haar broeders en zusters. Vasthouden doen we in
angst, maar leven doen we in vertrouwen.
Jezus gaat als bondgenoot in ons lijden voor, er doorheen
En daar ligt de
weg in alle onrust en onzekerheid van deze tijd. God ziet onze onrust. En we
staan er niet alleen in. Jezus ging ons voor. Dat vind ik het krachtige van dat
beeld van Jezus in een oranje pak, die alle vervolgden voorgaat. En daarin ligt
onze hoop. Jezus laat zich niet zien als iemand die het allemaal beter weet. Of
erboven staat. Jezus zit er zelf middenin als hij lijdt in het leven dat wij
lijden. En hij komt daar doorheen en trekt ons er ook uit. Maar zoek niet te
gauw naar houvast. Want dat doen we meestal uit angst. En in angst kun je niet
leven. Laat het je toevallen. Wek de liefde van God niet, laat haar niet
ontwaken voordat zij het wil.
Niet alleen maar vrome praatjes van Jezus, maar daden!
Heb vertrouwen.
Niet vertrouwen als een bagatelliserend 'het komt wel goed', maar vertrouwen
als een bewezen vertrouwen: kijk maar, Jezus is er ook doorheen gegaan. Het is
geen vroom geklets. Kijk, daar stond hij. In het oranje. Of wat mij betreft in
het rood van onze bebloede levens. En hij is er weer! Jezus praat niet alles
goed. Geen woorden maar dáden, als het hierop aankomt. Dat heeft Jezus laten
zien. Laten we hem niet zoeken, maar laten we hem vinden. Want hij kent ons,
hij weet wat ons kwelt. En hij trekt ons er doorheen, naar een nieuw leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten