Tekst: Psalm 121 en Johannes
14: 1-6,15-18,27
Waar gaat het
heen? Waar gaan we heen? Elke gebeurtenis, waarbij een mens het leven laat, of
de dreiging daarvan voelt; elke keer, wanneer een mens het levenseinde ziet en
voelt, vragen we ons af: waar gaat het heen? Waar gaan we heen?
Een overlijden
kan een afsluiting zijn van een langer of korter ziekbed. En elk ziekbed kent
zijn eigen karakter: rustig, of juist heel grimmig, langzaam maar zeker, of
heel agressief. En elk mens ervaart het anders. Zo'n afsluiting van een leven
met iemand is ook een afsluiting van een periode in je leven, en een afsluiting
van een relatie. Als echtgenoot, als kind, als vriend, als gemeentelid. Een
afsluiting daarmee ook van alles wat er gebeurd is in die relatie. Van wat je
in de verbondenheid allemaal met elkaar beleefde. Met wat onuitgesproken blijft
of toch nog uitgesproken is. Of wat nu eenmaal zo was, en nooit verder zal
helen. Of vol dierbare herinneringen en afgerond, samen, hoe pijnlijk ook het
gemis is. Je voelt bij die afsluiting hoe definitief het is. En met wat er over
is, en met wie er over zijn kun je denken: waar gaat het heen? Waar gaan we
heen?
Dreiging roept
die vragen ook op. Waar gaat het heen? Waar gaan we heen?
De dreiging van je
eigen levenseinde, bij een plotselinge uitslag in het ziekenhuis, onverwacht,
of toch eigenlijk niet helemaal voor onmogelijk gehouden; zo'n uitslag zet je
leven op z'n kop, ook als het jezelf niet betreft, maar een dierbare. Met alle
onzekerheid: wat gaat er komen, hoe zal het gaan, en wat komt er van ons
terecht?
Dreiging voelen
mensen ook door de terroristische aanslagen die er zijn. De aanslagen vorige
week in Parijs deden voelen dat het ook hier zou kunnen gebeuren. Als het zo
dichtbij komt is het begrijpelijk dat het meer aandacht krijgt dan aanslagen
verder weg. Zo werkt het overal. Maar het mag niet leiden tot selectieve
solidariteit; wel een wereldwijde minuut stilte voor Parijs, maar niet voor de
slachtoffers in Beiroet, Mali, Syrië, Irak en zoveel andere plaatsen.
Dat besef, dat
er een wereldwijde dreiging is, maakt de dreiging wel ongrijpbaarder. Want dat
betekent dat er geen oplossingen zijn op onze eigen vierkante kilometer. En dat
het niet helpt om grenzen af te sluiten, de luiken dicht te doen, want dat is
net zoals een kind je handen voor je ogen doen, en denken dat het er dan niet
is. Dat is begrijpelijk als je bang bent, want: waar gaat het heen? Waar gaan
we heen?
Terrorisme vallen onze waarden aan
De wereld is er
niet overzichtelijker op geworden. De wereld waarin we in eigen land aan
gebouwd hebben, hebben we gestoeld op waarden van een menswaardig en voor
gelovigen ook een Gode welgevallig leven. En daarin kunnen we met elkaar
verschillen van mening over wat de consequenties daarvan zijn. Welk beleid je
voert. En daar voeren we dan het debat over. Maar wanneer die waarden met
voeten worden getreden, nee zelfs worden aangevallen, dat zet ons dat onder
spanning.
Het zaaien van
angst is hét doel van terrorisme. Daarom heet het ook terror-isme, van het Latijnse
woord voor angst. En hoe eensgezind we ons ook niet uit elkaar laten drijven,
de angst zit er toch diep in. Vanwege de bruutheid, en de ongekende willekeur.
Natuurlijk, er zijn veel meer dreigingen in het leven. Iemand maakte de
vergelijking dat je meer kans hebt om in het verkeer om te komen, dan door een
terroristische aanslag. Nou, gelukkig maar, denk ik dan. Maar angst is niet met
cijfers gerust te stellen. Sterker nog: de angst is te verklaren. Want wat
gebeurt er bij dergelijke aanslagen? Onze waarden worden aangevallen. En onze
waarden geven zin aan het leven. Daarom leven we zo, en daarom gaan we zo met
elkaar om. Als onze waarden worden aangevallen, voelt dat zo zinloos. En
zinloosheid maakt angstig. Want waar gaat het heen dan? Waar gaan we heen?
Een vreemde ontmoet je pas door bij je bron en waarden te blijven
Angst voor
andere waarden speelt ook mee in het vluchtelingenvraagstuk. Natuurlijk, het
zijn mensen. Net als wij. En zeker in die kinderen schuilt toch geen kwaad?
Maar als de wereld zo op drift is, en driftig is op elkaar, dan moeten we ook
erkennen dat we wel een manier moeten zoeken om ons staande te houden. Dat
solidariteit niet vanzelfsprekend is. Het is helemaal niet egoïstisch om
allereerst zelf overeind te willen blijven. Maar dan niet om alles voor jezelf
te houden, of dat het allemaal op jouw manier moet gaan. Maar om je eigen waarden
overeind te houden. Want je kunt er pas echt voor een ander zijn en hem pas
echt ontmoeten, als je vanuit je eigen bron spreekt en handelt. Die ander is
iemand, met zijn waarden en achtergronden. Maar jij ook. En de enige manier om
in een woeste wijde wereld te overleven is trouw te blijven aan je eigen bron. Dat
is namelijk de bron van jouw leven, de bodem onder jouw bestaan. De bron ook
van waaruit je iemand kunt ontmoeten; dan ben je zelf ook iemand. En vanuit die
bron kun je vervolgens heel ver gaan in solidariteit en gastvrijheid. Maar die
bron schept ook het kader, en dus de grenzen. Net als bij sporten, waar zonder
lijnen geen speelveld is. En net als een huis, waar een steigerhouten bord in
13 verschillend lettertypes hangt met: In dit huis, en dan een aantal regels.
Wees niet ongerust?
'Wees niet
ongerust' zegt Jezus. Mooi gezegd, denkt Thomas. Maar angst laat zich niet
bedwingen. De dreiging is voelbaar dat Jezus er straks niet meer is. En dan?
Waar gaat het heen? Waar gaan we heen? Hoe vind je een weg als je niet weet
waar het heen gaat? En waar we heen gaan? Hoe kun je moed vinden, als je niet
weet waar je leven op uitdraait, waar je daarna naartoe gaat, waar je geliefde
blijft, en als je niet weet wat het wereldwijde rumoer in jouw leven gaat
betekenen?
'Ik ben de weg,
de waarheid en het leven' zegt Jezus. Woorden die gebeiteld zitten in vele
hoofden, op muren en stations. Woorden die heel bombastisch klinken als je ze
op zichzelf leest. Dé weg, dé waarheid en hèt leven. Maar we zoeken toch een
weg, waar het en waar we heen gaan? We zoeken toch waarden, die het leven
waardevol en zinvol maken? We zoeken toch het leven, en een bron waaruit we
kunnen leven?
Onze landelijke
scriba zei vorige week na de aanslagen in Parijs: We blijven het evangelie verkondigen. Dat is niet omdat we oogkleppen op moeten zetten en willen doen
alsof er niets aan de hand is. Of omdat we de rol van religie in geweld zouden willen
negeren. Dat is omdat we aandacht willen houden voor onze bron. Voor de goede
boodschap van Jezus, die de weg, de waarheid en het leven is. Het is soms niet
makkelijk, ook niet bij uitvaarten, om te blijven spreken van de goede
boodschap van Jezus. Net zoals het moeilijk is om te blijven bidden als je de
dreiging voelt van ziekte, aanstaand gemis, of het daadwerkelijke gemis. Maar
iets anders is er niet. Wat er gebeurt kan je verstommen. Maar we blijven het
Evangelie verkondigen, omdat dat de bron van onze hoop verwoordt.
Houd de hoop vast
En Jezus is die
hoop. Hij spreekt hier ook niet zomaar. Hij spreekt aan de vooravond van zijn
eigen levenseinde. Hij heeft die weg gebaand. Hij is die weg gegaan. En daarom
zijn zijn woorden van betekenis, en hoopvol. 'Wees niet ongerust. Ik laat
jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug. Ik laat jullie vrede na;
mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet
ongerust en verlies de moed niet.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten