Vandaag is het Moederdag en in de kerk Wezenzondag. Een
bijzondere combinatie. Zeer velen maken mee dat ze hun beide ouders een keer in
hun leven verliezen. En Jezus? Verliezen we hem met de hemelvaart? Jezus zegt
dat hij zijn leerlingen niet als wezen achterlaat. Maar wat kunnen we daarmee?
Voor onszelf, maar ook in de kerk? Een verweesd gevoel maakt zich wel eens van
ons meester als we het gevoel hebben dat we er alleen voor staan, en dat het
allemaal van onszelf afhangt. Ook in de kerk. Is er richting Pinksteren geen
ander perspectief? Hoe blijft Jezus betrokken bij zijn kerk? En hoe kunnen wij
daarop bouwen en vertrouwen?
Wat een
bijzondere combinatie van dagen is het deze zondag: het is Moederdag en in de
kerk Wezenzondag. Ze versterken elkaar als je ze samen noemt. Als je vandaag
Moederdag viert bij je moeder, dan weet je dat er eens een dag zal komen dat je
geen moeder meer hebt. Natuurlijkerwijs gesproken. En als je dan ook geen vader
meer hebt, hoe oud je ook bent, zul je toch wees zijn. Het is een belangrijk
moment in het leven waar ik bij de uitvaart van een laatste ouder altijd even
aandacht aan geef. Dat je geen ouders meer hebt.
Gemis
En in de
reacties op de voorbereiding van de preek hoor ik dat ook terug. Dat hoe oud je
ook bent, je je ouders kunt missen. Tegelijkertijd wordt ook verteld dat je je
kinderen kunt missen. Als ze lang op vakantie zijn bijvoorbeeld. Dan is het
toch fijn als ze weer thuis zijn. Maar ook: het zal je maar gebeuren dat je een
kind moet verliezen. Of dat je weet dat natuurlijkerwijs gesproken het wel eens
zo zou kunnen zijn dat je je kind overleeft. Herman van Veen verwoordde zo hoe
moeilijk dat is: een vrouw wiens man is overleden heet weduwe, een man wiens
vrouw is overleden weduwnaar, kinderen van wie de ouders zijn overleden heten
wees, maar hoe noem je ouders die hun kind verloren hebben? Daar zijn geen
woorden voor...
Natuurlijkerwijs
gesproken komt het gelukkig het meest voor dat we wees raken, ergens in ons
leven. Hoe vroeger dat is in je leven, het meer te vroeg dat voelt. Ik kan me
er nog geen voorstelling bij maken. Voor anderen is die realiteit, ook als
half-wees, maar al te waar. Het is de ervaring daarbij waar Jezus op aansluit
als hij zegt: 'Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug.'
Zonder Jezus zouden de leerlingen zich ook verweesd kunnen voelen. Hij was altijd dichtbij, en straks is hij niet meer bij hen. En Jezus voorziet dat goed. Bij Jezus' hemelvaart schrijft Lucas: 'Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: "Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken?"'
Zonder Jezus zouden de leerlingen zich ook verweesd kunnen voelen. Hij was altijd dichtbij, en straks is hij niet meer bij hen. En Jezus voorziet dat goed. Bij Jezus' hemelvaart schrijft Lucas: 'Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: "Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken?"'
Kun je geloven dat Jezus er is?
Het is een van
de moeilijkste dingen van het geloof: dat je in iets gelooft dat je niet kunt
zien. Dat je in iemand gelooft die je niet kunt horen. Waarbij het soms alleen
nog maar van horen zeggen is. Juist die hemelvaart laat zo voelen dat God
verborgen is. Hoe reëel je hem ook voelt misschien, en wat een zegen is dat,
het maakt God niet concreet voor handen. En Jezus wordt een mooi voorbeeld.
Maar ís hij er ook? Dat is moeilijk te geloven.
Zijn we als gelovigen
alleen en op onszelf aangewezen, of is Jezus er ook? Een collega van mij van de
missionaire opleiding gaf een mooie titel aan een boekje van onze kerk over
Hemelvaart: Met zonder Jezus. Zoals kinderen met dit mooie lenteweer naar
buiten gaan met zonder jas, zo zijn de leerlingen van Jezus, zo zijn wij na
Hemelvaart met zonder Jezus. Toch ergens geborgen nog in die jas, maar hij is
er niet meer. Nog ergens geborgen in Jezus, maar hij is er niet meer. En dan
denk ik aan die momenten dat je inderdaad lekker buiten loopt met zonder jas,
en dat het in een bepaalde hoek of een straat met schaduw door een opstekende
wind toch ineens een beetje fris is. En dan mis je je jas. Zoals je ook Jezus
kunt missen op een moment dat je leven even op de tocht staat. Brr. En waar is
Jezus dan?
Jezus spreekt iedereen samen aan
Het valt me op
dat Jezus zijn leerlingen niet individueel aanspreekt als hij zegt: 'Ik laat
jullie niet als wezen achter'. Hij spreek ze gezamenlijk aan. 'Ik laat jullie
niet als wezen achter'. Net zoals de
mannen in witte gewaden bij de hemelvaart zeiden: 'Galileeërs, wat staan jullie
naar de hemel te kijken?' Jezus spreekt niet de leerlingen individueel aan. Hij
spreekt zijn beweging aan. Zijn beweging van volgelingen, van leerlingen. Een
beginnende geloofsgemeenschap, een beginnende kerk. Die kerk kan zich verweesd
voelen, als ze Jezus niet meer dichtbij voelen.
En ergens
bekruipt me het gevoel dat onze wijkgemeente daar soms ook last van heeft, van
een verweesd gevoel. De kerkenraad heeft u deelgenoot gemaakt van de urgente situatie
dat er te weinig ambtsdragers zijn. En het verwondert me hoezeer dat de
gemeente lam lijkt te slaan. Om individueel allemaal heel begrijpelijke redenen
zeggen mensen af, maar ik spreek hier ook niemand individueel aan. Maar ons
samen, als geloofsgemeenschap. Waar is de spirit, die onze geloofsgemeenschap
zo kenmerkt? Die te zien is in de kaartjes die we sturen aan zieken en in het
omzien naar elkaar. Maar waar is de spirit dat we de schouders eronder durven
zetten, omdat we erin geloven? Of is die spirit net zo versleten als 'Yes we
can' en 'Wir schaffen es'? Nee toch?!
Antwoord op het verweesde gevoel: we zijn niet alleen
Het antwoord op
het verweesde gevoel is niet dat we maar allemaal ons uit de naad gaan werken
om alles alsnog voor elkaar te krijgen. Het gaat dieper: we zijn niet alleen.
Het hangt niet alleen van ons af. De mannen in de witte gewaden zeiden al tegen
de Galileeërs die naar de hemel bleven kijken: 'Jezus, die uit jullie midden in
de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de
hemel hebben zien gaan.' En Jezus zelf gaat verder als hij zegt dat hij zijn
leerlingen niet als wezen achterlaat door te zeggen: 'ik kom bij jullie terug.'
En in de tussentijd zal hij een andere pleitbezorger sturen, 'die altijd bij
jullie zal zijn', zegt Jezus: 'de Geest van de waarheid'.
We zijn niet
alleen. Ik realiseer me dat door een sterk beroep te doen op ieders
verantwoordelijkheid we mogelijk uit het oog zijn gaan verliezen dat het
uiteindelijk niet alleen van ons afhangt. Sterker nog: dat is juist onze bron
van kracht. Dat het niet van ons afhangt. Dat we niet alleen zijn. We hebben
een fantastische God, die voor ons en voor zijn kerk zorgt. En waarom? Omdat
dat mooie verhaal van Jezus verteld moet blijven worden. Omdat dat verhaal ons
niet alleen laat. In alles wat we meemaken, en in alles wat we doen. Af en toe
prutsen we ook maar wat aan. Met de beste bedoelingen en zo goed mogelijk
overwogen. Maar soms is het niet meer dan gepruts. En dat lucht ook op als we
dat af en toe gewoon kunnen zeggen. Het hangt gelukkig niet van ons af.
Kunnen wij dan
iets betekenen? Ja, juist! Juist wanneer we ons realiseren dat het niet van ons
af hangt, en dat we niet alleen zijn, krijgen we kracht, krijgen we de Geest,
de spirit, om de handen uit de mouwen te steken. Want God heeft ons lief. Hij
laat ons niet alleen. Hij komt terug. Wat dat ook betekenen moge. We kunnen ons
daar begrijpelijkerwijs geen voorstelling van maken. En dat hoeft ook niet,
want dat kan ook niet. Maar het betekent: God laat ons niet alleen. Hij zorgt
voor ons. Hij wil dat het verhaal doorgaat. Dat zijn Evangelie doorverteld
blijft worden, ook in de Protestantse gemeente Waalwijk, samen met de Kerk aan
de Haven. Ook aan nieuwe generaties en in nieuwe vormen.
Het enige
antwoord dat hij van je vraagt is: heb hem lief. En houd je dan aan zijn
geboden. Met andere woorden: laat zien wat die liefde met je doet. Wat die
liefde van God voor jou en van jou voor God in je teweeg brengt. Dan vind je
hand vanzelf iets om te doen.
Als het niet kan zoals het moet, dan moet het zoals het kan, omdat God het wil, met ons
Hoe gaan we daar
dan als gemeente mee om? Heel simpel: als het niet kan zoals het moet, dan moet
het zoals het kan. Vaak is dat moeten iets van ons. En dan moeten we soms iets
loslaten om ruimte vrij te maken om de Geest ons in beweging te laten zetten. Laat
je dan ook in beweging brengen. Heb God lief en heb de mensen lief. En geef dat
Evangelie zo handen en voeten. Zodat het doorgaat. Niet omdat het moet, maar
omdat het kan. Omdat God het wil. Met ons.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten