Tekst: Psalm 27,4-9, Romeinen 8:31-39 en Mattheüs 5,1-12
Vanavond zijn we
met gelovigen uit verschillende kerken bij elkaar. Misschien zijn er ook
belangstellenden onder ons, die zich niet zozeer tot een kerk rekenen, maar wel
mee willen doen vanavond. Vanavond start een actieweek van Kerk in Actie die
aandacht vraagt voor de kerken in het Midden-Oosten. Maar waarom zouden we voor
kerken bidden? Er zijn toch veel meer groepen van diverse soort die op de
vlucht zijn. Yezidi's, Moslims en anderen. Maakt het dan uit wat mensen
geloven? En bovendien: is religie hier ook niet de bron van alle kwaad? Van al
dat geweld? En moeten wij onszelf er niet voor behoeden om vromer te zijn dan
we zijn, met een gewelddadig verleden achter ons? En nog meer geweld in naam
van onze Heer in deze tijd?
Allemaal goede
vragen die bescheiden maken. Maar vanavond vragen we aandacht voor iets anders.
Ja, naast christenen worden ook heel veel andere gelovigen en mensen met andere
achtergronden slachtoffer van het vreselijke geweld. Maar christenen in deze
regio trekken zich dat aan. Het zit in het DNA van ons geloof om niet
slachtoffer te blijven, maar ook wat te doen voor al die vele vluchtelingen. En
de christenen in het Midden-Oosten maken vaak zelf deel uit van die groep
vluchtelingen. En proberen op andere plaatsen iets voor hun medemensen te betekenen.
We bidden voor
kerken, omdat ze vluchtelingen helpen. En omdat ze merken dat de rek eruit is.
Het zijn er teveel. Het duurt te lang. En zelf zijn ze ook vaak slachtoffer en
dragen ze onzekerheden en littekens met zich mee. "Heer, hoe lang nog?"
We bidden voor kerken, omdat ze ons gebed nodig hebben om het vol te houden. En
we collecteren en voeren acties door heel het land, om ze aan middelen te
helpen, waarmee ze vluchtelingen kunnen opvangen.
Wat is dat, dat
kerken dat blijven doen? Dat christenen dat blijven doen?
Dat ze, zo vertellen ze, ze zelfs conflictgebieden ingaan, om daar wat te betekenen? Er zijn meer mensen die zich opofferen, maar voor christenen lijkt het een speciale roeping te zijn. Het zit in het DNA van hun, en dus ook van ons geloof, om dat te doen. 'Als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn?' Nou er zijn er genoeg. Maar wat is dat vertrouwen dan?
Dat ze, zo vertellen ze, ze zelfs conflictgebieden ingaan, om daar wat te betekenen? Er zijn meer mensen die zich opofferen, maar voor christenen lijkt het een speciale roeping te zijn. Het zit in het DNA van hun, en dus ook van ons geloof, om dat te doen. 'Als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn?' Nou er zijn er genoeg. Maar wat is dat vertrouwen dan?
In ons geloof
zit de kracht in kwetsbaarheid. Daar heeft het christendom de wereld van het
begin af aan mee verbaasd. Het christendom stelt het kruis centraal. Een
symbool van lijden, van vernedering, van verwerping, van alles wat de mensen in
Syrië en Irak ook mee maken. En in dat symbool vinden we als christenen onze
kracht. Omdat God met ons is. Omdat dat kruis het kruis van Christus is, die
stierf. En weer opstond. Opstond uit de vernedering, de verwerping, het lijden,
en alles wat in dit leven ons naar de dood leidt. Zo hebben christenen de
kracht in de zwakte gevonden. Natuurlijk, ook hebben mensen uit naam van het christendom
macht willen grijpen, maar de werkelijke kracht van het christendom ligt in
zwakte, in kwetsbaarheid. In omzien naar elkaar, er voor elkaar zijn. Ook als
je dat niets oplevert.
En zelfs als het
gevaar oplevert. De verhalen getuigen daarvan. Waarom zoeken mensen het gevaar
op of blijven ze helpen? Omdat ze zich ertoe geroepen voelen. Door Jezus die
zelf door dat lijden is heen gegaan. En heeft gezegd: hier blijft het niet bij.
De zin van het leven is niet dat je het behoudt ten koste van alles, maar dat
je het verliest. Want dan behoud je het. Daar vind je leven. Daarom kan Jezus
zeggen: zalig die treuren, en zalig die vervolgd worden. Hij zegt letterlijk
zelfs: Gefeliciteerd. In de zwakte ligt hun kracht, en ze zullen God zien.
Die kracht vinden mensen in de kerk
Dan snap je dat
de psalmist zingt in psalm 27: Ik vraag aan de Heer één ding, het enige wat ik
verlang: wonen in het huis van de Heer alle dagen van mijn leven. De toevlucht
die mensen tot de kerk zoeken is er niet per se een van vrome aard. Van een
leven lang willen bidden in de kerk. Maar weten dat het in de kerk goed kan
zijn, omdat het daarin om mensen gaat, wie je ook bent, waar je ook vandaan
komt, wat je ook hebt meegemaakt.
De kerken in het
Midden-Oosten zijn een krachtig tegengeluid, in hun kwetsbaarheid. Ze laten zien
wat Jezus bedoelde toen hij opdroeg een zoutend zout te zijn. Een krachtige
smaak die pit geeft, door er maar een klein beetje van toe te voegen. Deze
mensen geven smaak aan een smakeloos gevecht om macht in naam van wat of wie
maar misbruikt wordt voor persoonlijk gewin. Deze mensen met pit hebben kracht
nodig om door te kunnen zetten, materialen om door te kunnen gaan. Ons gebed is
daarbij nodig. Om in die verbondenheid met elkaar over de hele wereld en met
God moed te geven, elkaar vast te houden, niet te schreeuwen, maar te dienen.
In naam van de Enige die diende, en die door het lijden heen nieuw leven vond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten