donderdag 17 september 2009

Zondag 13 september 2009: Een genezingverhaal?

Marcus 9: 14-29

Dit verhaal staat bekend als een genezingsverhaal. Maar is het dat ook? In de vorige verhalen van Marcus hebben we gezien dat het niet zozeer om het wonder gaat, maar om wat het de leerlingen leert over Jezus. Het wonder van de broden ging niet om de spijziging van de vijfduizend mensen, maar om hoe de leerlingen gevoed kunnen worden: vermenigvuldigen door te delen. Het wonder van Jezus die over het water liep gaat niet over het lopen over het water, maar over het voorgaan van Jezus in geloven dat we door het water heen aan de overkant kunnen komen, voorbij alles dat de moed in onze schoenen doet zakken. En ook hier gaat het niet om het wonder, maar om dat wat het de leerlingen leert.

Wonderverhalen zijn voor ons heel wonderlijk. Voor de tijd waarin deze verhalen geschreven werden zijn ze veel gewoner. Rondom mensen die inspireren of waar je in gelooft hangt iets wonderbaarlijks, en over hen worden wonderverhalen verteld. Dus niet alleen over Jezus. Wij zijn met dat genre niet meer vertrouwd en wij stellen dus allerlei vragen. Waarom het toen wel gebeurde en nu niet? Dat zijn echter niet de wezenlijke vragen die bij deze verhalen, zoals ze bedoeld zijn, horen. Hier gaat het om vragen als: Waar geloof je in?

Het gaat in dit verhaal niet om een wonder, maar ook niet om de genezing. Het gaat in de Bijbel nooit louter en alleen om een genezing. Probeer maar eens een verhaal te vinden waar dat wel zo is. Net als bij wonderen hebben genezingen een functie om iets duidelijk te maken. Kijk maar naar Naäman. Een hooggeplaatste Syriër die in de modder van de Jordaan moest afdalen om te genezen van zijn huidvraat. Het gaat in dit verhaal niet om de genezing, want dan kan ik terecht vragen: waarom wordt Naäman wel genezen van zijn huidvraat en ik niet van mijn eczeem? Het gaat om de hoogmoed van Naäman en dat God de grootste is. En ook dit verhaal gaat niet over epilepsie bijvoorbeeld, want dan zou je terecht kunnen vragen: waarom hij wel en mijn medestudent niet, die erin is gestikt?

Lees maar goed: Als Jezus de ‘geest’ toespreekt dan zegt hij: ‘Geest die doof en stom maakt, ik gebied je: ga uit hem weg en keer niet meer in hem terug.’ Het gaat dus niet over het schuimbekken en in het vuur en water gooien, maar om het doof en stom zijn. En dat de vader roept: ‘Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp.’ En: ‘Dit soort kan alleen door gebed worden uitgedreven.’

Maar dan blijft er nog staan dat de leerlingen het niet konden, en dat voor wie gelooft alles mogelijk is. Wat voor kunnen is dat? Is dat een ‘bij machte zijn’ of gaat het ergens anders over? Dit verhaal gaat over horen, zien en zwijgen.

Laten we even kijken hoe we dit verhaal binnenkomen. ‘Toen ze terugkwamen bij de andere leerlingen, zagen ze een grote menigte om hen heen staan.’ Jezus met Petrus, Johannes en Jacobus komen van de berg af waar ze Mozes en Elia hebben ontmoet. Terug op aarde is het weer met beide benen op de grond, en de andere leerlingen proberen zich daarin te handhaven. Het ironische is dat ‘ze’ verbaasd zijn dat Jezus er is. Het ironische daaraan is dat het gesprek waarschijnlijk over Jezus gaat of met hem te maken heeft en dan is men verbaasd als hij logischerwijs opduikt. Het klinkt als in een passage uit de boeken van Dostojewski, die zich afspeelt tijdens de Inquisitie, de vervolging van protestanten door rooms-katholieken. Jezus komt in dat verhaal terug op aarde, maar wordt gevangen genomen. De Inquisiteur komt naar hem toe en vraagt: Wat komt u nu doen? We hadden het net zo mooi voor elkaar?!

Datzelfde lijkt hier aan de hand. De leerlingen zijn druk bezig of zij bij machte zijn dit lijden op te lossen. Ze zoeken zogezegd oplossingen bij God, door zichzelf. Maar geloven gaat niet om oplossingen teweeg kunnen brengen. In feite ontkennen de leerlingen het lijden van deze man. Een van de leerlingen, Petrus, is nog maar kort geleden terechtgewezen door Jezus. Jezus had gezegd dat hij zou moeten lijden. En Petrus zei: Dat nooit! Jezus antwoordde toen met: Ga weg achter mij, Satan. Deze krachtterm was bedoeld om te laten zien dat Petrus het lijden wilde ontkennen, zoals Satan één grote ontkenner is.

Petrus en de andere leerlingen hier ontkennen het lijden. En wij doen dat ook. Als iemand ziek is zijn we behulpzaam en luisteren we misschien. Maar als iemand chronisch ziek is weten we het op een gegeven moment wel. Rouwen mag, is logisch, maar moet op een gegeven moment over zijn. Wie in zijn lijden niet naar oplossingen wil luisteren van anderen, verspilt de goodwill en komt alleen te staan. Het past niet in ons beeld dat lijden niet op te lossen is, en daarom ontkennen we het maar liever. De vraag is dus: kun je een ander zien lijden? Kun je accepteren dat dat lijden van een ander jou ook treft? Dat er niets aan te doen kan zijn? En dat dat dan dus ook geen gedane zaken zijn, of ‘er is ook altijd wat’, maar actief lijden, telkens weer.

Het gaat niet om kunnen oplossen van lijden, maar om geloven. Kijk maar naar Jezus. Die leed aan het kruis. Dat lijden heeft hij ook niet kunnen oplossen. Heeft hij dan niet genoeg geloofd? Nee! In Jezus’ lijden laat God zich zien als een lijdende God. Die er niet voor is om oplossingen bij te zoeken, maar om in te geloven dat achter het lijden, of door het lijden heen, nieuw leven gloort. Niet als ontkenning, maar als doorleving.

Horen, zien en zwijgen. Over doofheid en stomheid gaat dit verhaal. Over zien gaan twee genezingsverhalen voor en na dit verhaal van blinden. En tussen deze twee blindenverhalen is het alsof de vader van de jongen ziet: ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp! Geloof is hier niet een macht, niet een kracht van ‘als ik nu maar goed genoeg geloof dan wordt hij genezen’, maar als een overgave. Overgave aan een God, die meelijdt.

Vandaar het gebed, als overgave, genoemd aan het eind van het verhaal. Dit soort, zegt Jezus, kan alleen met gebed worden uitgedreven. Niet door eigen macht dus, maar door overgave. Overgeven betekent durven lijden en niet zoeken naar oplossingen, maar overgeven aan een God die meelijdt. Niet om erin te blijven zitten, maar om werkelijk leven te vinden!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten