Na de vakantieperiode zijn we al weer enige tijd onderweg. En ik merk dat het niet voor iedereen even makkelijk is om weer op gang te komen. Dat is natuurlijk iets van alle jaren. Het kost even voordat je na een vakantie weer helemaal in het ritme bent. Maar dit jaar ben ik me gaan afvragen of ik het goed zie dat het bij sommigen wat moeilijker gaat dan anders? Ik denk dat ook in het kerkenwerk en in de kerkgang te merken. Ik zie weliswaar veel ac]tiviteit, maar minder enthousiasme, lijkt het. En dat, terwijl we het niet zozeer van die drukte, maar van het enthousiasme moeten hebben. En-thou-siasme betekent immers: in God zijn.
Ik ben me af gaan vragen hoe dat zou kunnen komen? Zou het liggen aan een intensief jaar dat we achter de rug hebben? Zowel in de kerk als in ons land? En is het dan niet logisch dat mensen als vanzelf een beetje afstand nemen? Dat is geen verkeerde reactie, maar een reactie uit zelfbescherming. En ik merk ook dat dat bij mensen gepaard gaat met zelfreflectie, met nadenken over wat je echt belangrijk vindt en wat je nog wel, en wat je minder wilt gaan doen.
Als dat de vrucht is van vakantie, van het even letterlijk afstand nemen, dan is dat goed. Als het echter afweer is, dan wordt het een ander verhaal. Dan is er kennelijk iets beschadigd dat geheeld moet worden. Dat is te zien wanneer mensen zich tegen anderen gaan afzetten, of zich gaan afzetten tegen hun werk, of de mensen om hen heen, of tegen de kerk. Afzetten kan ook de vorm krijgen van heel duidelijke starre grenzen in je tijdsbesteding vaststellen, waar een ander zich maar naar heeft te voegen. Wanneer mensen zich afzetten, is dat een signaal dat er iets misgaat. En dat is niet eens zozeer erg voor datgene of diegene waartegen iemand zich afzet, maar voor die mens zelf, voor jou misschien. Je kunt niet leven als je je steeds moet afzetten en het gevoel hebt dingen of mensen weg te moeten duwen. Als je dat overkomt, dan voel je je verdrukt, of gedwongen, en kun je niet anders dan op jezelf gericht je eigen lijn volgen. En dat kan gepaard gaan met een zekere geveinsde vrolijkheid en vrijheid, maar voel je je dan werkelijk vrij?
Je mag weten dat je welkom bent. Dat de kerk een vrijplaats is om opnieuw op zoek te gaan naar oriëntatie. Ook al kan kerk met zoveel drukte gepaard gaan, geloof en kerk is niet iets dat je óók nog moet. Hier is de plaats om bij te tanken. Niet om te horen wat je moet, maar over wie je mag zijn als mens. In de kerk gaat het niet om je daden, maar om je hart. En wat gaat er in jouw hart om? Waar verlang je naar? Waar hoop je op? Wat drijft jou?
De basis daarvoor is juist de paradox dat het daarbij niet om jou draait, maar om God. Dat lijkt tegenstrijdig, omdat je er dan ook nog eens voor iemand anders moet zijn. Maar God laat zich kennen als iemand die er voor jou is. Dat is zijn naam: Ik ben er. En het is de God van psalm 139, die weet wat er in je hart omgaat. Bij Hem is het veilig schuilen. Bij Hem kunnen we op zoek gaan naar onze plek te midden van het gewoel van de tijd. En daar zoeken we naar.
Natuurlijk, ik vergeet mijn eigen preken van deze zomer niet: natuurlijk gaat een commitment met die kerk ook gepaard met plichten naast rechten. Maar die plichten zijn geen dwang, maar een appèl om trouw te blijven aan jezelf, en aan je voornemen om actief te zijn binnen de kerk. Omdat het geloof je wat waard is. Geheel in de lijn van één van de preken deze zomer, betekent dat niet dat je heel veel moet doen of heel veel moet geloven. Blijf echter wel trouw aan wat je verlangt en zoekt en kunt geloven. Geloven moet vorm krijgen om te kunnen worden gevoed en te kunnen leven, en om jou te kunnen bemoedigen. Vraag daarbij niet teveel van jezelf, maar wees wel trouw aan jezelf. Voel je je aangesproken door God, doe er wat mee! De kerk is daaraan dienstbaar.
In alle drukte van deze tijd vraag ik je daarom niet overactief te worden, of enthousiasme te veinzen, maar om voor jezelf na te gaan:
Wat zoek ik dit seizoen?
Welke vragen heb ik om verder te komen in mijn geloof?
Waar zou ik graag aan willen deelnemen?
Wat zou ik graag willen lezen of doen om mijn geloof te onderhouden?
Neem de antwoorden op deze vragen heel serieus. Want anders neem je jezelf niet serieus.
En als je dan de antwoorden hebt, committeer je daar dan ook aan. Dat is de plicht die je hebt tegenover jezelf en tegenover God. Neem jezelf zo serieus dat je er ook werk van maakt. Dat is niet altijd makkelijk in alle drukte. Maar probeer je dan het volgende te realiseren: dat wat je je voorneemt geen activiteiten hoeven te zijn die je ook nog eens moet, maar dat deze activiteiten je voeding mogen zijn voor het overige. Geloven is geen luxe, geloven is de basis, die het overige doortrekt.
Dan zul je God ook tegenkomen. Omdat Hij jou beter kent dan jij jezelf kent. En als je aandacht aan je eigen geloven besteedt, dan zullen de verhalen over God en mensen gaan spreken, zul je gevoed worden, zal de gemeenschap gaan leven, en zal de Geest gaan waaien en ons in God laten zijn.
Ik wens u aan het begin van het seizoen een inspirerend jaar toe, waarbij ik u van harte welkom heet!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten