Geluidsfragment/podcast via kerkomroep
Veertig dagen
geleden was het Pasen. Op dat feest lazen we het verhaal van de getuigenis van
de leerlingen dat Jezus is opgestaan. Opgestaan uit de dood. Reden tot grote
blijdschap. Jezus is niet dood, Hij leeft! Het lijkt alsof de leerlingen daar
in het verhaal van Lucas, zoals hij dat in zijn Evangelie en Handelingen
vertelt; het lijkt alsof de leerlingen daar even aan moeten wennen, dat Jezus
is opgestaan. We horen het verhaal van de twee leerlingen die onderweg waren
naar Emmaüs. Zij begrepen niet wat er gebeurd was en bleven hangen bij Jezus’
dood. Hoezo opgestaan? En hoe dan? In het verhaal van Lukas krijgen de
leerlingen veertig dagen om in het bijzijn van de opgestane Heer te wennen aan
het idee dat Jezus is opgestaan. En als ze dan Jezus opgenomen zien worden naar
de hemel, blijven ze nog een beetje schaapachtig naar de hemel staren. En wat
is dit nu weer?
De apostel
Paulus is geen leerling van Jezus zoals de anderen. Hij heeft Jezus niet van
nabij meegemaakt. Hij heeft zogezegd geen deel uitgemaakt van Jezus’ aardse leven.
Hij was zelfs van diens volgelingen een vervolger. Hij vervolgde als fanatieke
Jood de mensen die de Jood Jezus de Messias en de opgestane Heer noemden. Maar
deze Paulus, die toen nog Saulus heette, werd zelf geconfronteerd met de
opgestane Heer. Op weg naar Damascus verscheen Jezus als de Opgestane aan hem.
Zo raakte Paulus overtuigd van het gelijk van de mensen die hij eerst
vervolgde. Hij noemt zichzelf daarom ook niet voor niets ‘de minste onder de
leerlingen’.
Omdat Paulus
Jezus dus enkel kent als de Opgestane, is het ook niet zo gek dat hij de
Opstanding als het kernthema van het geloof zo nadrukkelijk naar voren brengt.
De betekenis van Jezus voor ons, en voor onze relatie met God, is dat Hij is
opgestaan. Het is het kernthema geworden van het vijftiende hoofdstuk van de
eerste brief van Paulus aan de inwoners van Korinthe. Door dat hoofdstuk in
stukjes tussen Pasen en Pinksteren te lezen worden wij net als de leerlingen
bij Lukas meegenomen stukje bij beetje in dat ongelofelijke maar geloofwaardige,
dat Jezus is opgestaan.
Want het is
nogal wat om te geloven dat Jezus is opgestaan. En dat wij in Zijn kielzog ook
zullen opstaan. De voornaamste vraag die we dan toch stellen is: hoe dan?
Paulus geeft daar vandaag antwoord op. En dat antwoord geeft ook licht op
Hemelvaart. Want ook de hemelvaart is moeilijk een betekenis te geven voor ons
geloven hier en nu. Nu lijkt Paulus het verhaal van de hemelvaart zoals wij dat
vandaag lezen niet te kennen of niet mee te nemen. Voor hem gebeurt dood,
opstanding en verhoging in een en dezelfde beweging. We lezen bij Paulus niet
over veertig dagen waarin Jezus rondliep met zijn leerlingen. Maar de betekenis
van Hemelvaart horen we wel bij Paulus als hij de vraag beantwoordt hoe de
doden dan zullen opstaan.
Paulus ziet de
worsteling van de inwoners van Korinthe en misschien ook wel onze worsteling om
een voorstelling te maken bij de opstanding van de doden. Dood is immers toch
dood? En hoe kan wat vergaat, ons lichaam, dat al aftakelt tijdens ons leven,
nu mee opstaan uit de dood? Paulus had het zich er makkelijk vanaf kunnen maken
door te zeggen dat het alleen de ziel is die opstaat, maar dat doet hij niet.
Paulus probeert met een vergelijking met een zaadje duidelijk te maken dat
mensen ook zullen opstaan met een lichaam, maar met een nieuw lichaam. Zoals
een zaadje sterft in de grond als het is gezaaid, en daarna zijn eigen vorm
geeft aan wat eruit voortkomt, zo sterft ook het aardse lichaam, en krijgen we
er een nieuw, geestelijk lichaam voor terug. Waarom zo moeilijk? Omdat Paulus
daarmee uit wil drukken dat wij uniek zijn en uniek blijven voor God. En dat
het leven van ieder van ons, of je nu lang hebt geleefd of kort, of het nu
succesvol was of door diepe dalen ging, of je geslaagd bent of steeds niet
slaagde in wat je voor ogen had; al onze levens zijn voor God van
eeuwigheidswaarde. Dat is wat Paulus bedoelt als hij zegt: Wat in vergankelijke
vorm wordt gezaaid, wordt in onvergankelijke vorm opgewekt. Ons leven heeft
voor God eeuwigheidswaarde. En de opstanding na onze dood herschept wie wij
zijn, ziel en lichaam.
Dat Jezus is
opgestaan uit de dood, en dat wij in zijn kielzog zullen opstaan, straalt terug
op ons leven hier en nu. Omdat het leven nooit zinloos is in het licht van de
opstanding. En omdat het nooit zinloos is om je in te zetten voor anderen, hoe
uitzichtloos hun situatie ook is en hoezeer het leven ook doodloopt. Vandaag
wordt dat op Hemelvaart nog eens extra benadrukt, met een paar verzen bij
Paulus die draaien om het woord ‘schittering’ of ‘glans’. Paulus verlaat even
zijn vergelijking over het zaadje en zegt dan in vers 40: ‘Er zijn lichamen aan
de hemel en lichamen op aarde, maar de schittering van een hemellichaam is
anders dan die van een aards lichaam.’ En vervolgens heeft elk hemellichaam ook
zijn eigen schittering. En dan zegt Paulus dat het ook zo is met de opstanding
van de doden: ‘wat onaanzienlijk en zwak is wanneer het wordt gezaaid, wordt
met schittering en kracht opgewekt.’
Opstanding laat
je stralen. Misschien is dat ook wel het voornaamste dat er gebeurde met
Hemelvaart. We noemen het ook wel de verhoging of verheerlijking van Christus,
maar wat betekent dat nou? Ik denk dat die hemelvaart ons een doorkijkje geeft
in de hemelse werkelijkheid na de opstanding. Dat de leerlingen iets van die
schittering die Paulus noemt gezien hebben. Net zoals het stralende licht dat
de leerlingen bij Jezus en Mozes en Elia op de berg zagen, waarna Mozes en Elia
ineens weg waren in een groot licht, dat dat hier met Jezus gebeurt. De
leerlingen kregen een doorkijkje in de hemelse werkelijkheid na de opstanding. En
die schitterende werkelijkheid van een nieuw leven dat glans krijgt, moet de
leerlingen en ons bemoedigen om verder te gaan.
Want dat het
leven hier aards is en doodloopt, en dat velen van ons dat aan den lijve, ook
vaak letterlijk, ervaren, wordt gedragen door de hemelse werkelijkheid dat ons
leven van eeuwigheidswaarde is. Jezus is bij God, vertelt het
hemelvaartsevangelie. En Hij gaat ons daarin voor. Hij is onze voorspraak bij
God, om ons leven niet te laten blijven bij wat het nu is, dat hoe mooi het ook
kan zijn, het leven hier wel afloopt, doodloopt. Die hemelse werkelijkheid laat
ons stralen. Die verheerlijking geeft ons schittering. Omdat ons leven van
eeuwigheidswaarde is, mag dat van ons afstralen. In waar we voor staan, en in
waartegen we opstaan. Als we zien dat mensen lijden onder onrecht. Als we zien
dat mensen verloren dreigen te gaan door wat hen wordt aangedaan of wat er in
hen woedt aan onrust en pijn. Het mag van ons afstralen als we ons inzetten
voor anderen, en het mag van ons afstralen als we in ons eigen leven ergens
voor gaan. Voor dromen en idealen die misschien allemaal niet zo realistisch
lijken, maar die getuigen van een andere, hemelse, werkelijkheid, die wel degelijk
ook hier voet aan de grond kan krijgen. Ongekende mogelijkheden laat zien. Doen
wat goed is, niet omdat het verstandig is, maar omdat het goed is. Punt. Durven
kijken voorbij wat er zich voor je neus afspeelt en kijken of het niet anders
kan. Omdenken en niet vastdenken. Niet bij problemen blijven staan, maar
mogelijkheden zoeken. En ja, dat is niet makkelijk, want nee, het leven is niet
altijd leuk, of misschien zelfs altijd niet leuk. Maar het leven is niet meer
alleen dit leven hier en nu, het staat in het stralende licht van de opstanding
van Christus en zijn hemelvaart, waarin Hij bij God onze voorspraak is. Om ons
te laten delen in Zijn opstanding. Zodat niets verloren gaat van wat Gods hand
met ons begon. Straal dat uit in je leven en ga daarmee verder. Op weg, net als
de leerlingen, in de belofte dat Zijn Geest ons zal helpen. Ook hier zijn we
niet alleen, we hebben niet alleen een Voorspreker in de hemel, maar ook een
Pleitbezorger hier op aarde. Maar dat is de volgende stap op weg naar Pinksteren.
In het verhaal dat de komende dagen verder gaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten