zondag 4 mei 2014

Hoe kun je opbouwen als er zoveel wordt afgebroken? Preek 4 mei 2014


Beluister de preek op Kerkomroep

Met Pasen is er een nieuwe werkelijkheid doorgebroken. Jezus is niet dood. Hij leeft! We kunnen werkelijk een nieuw begin maken in ons leven, en bouwen aan een nieuwe wereld. Wat voor bouwstenen hebben we daarvoor nodig? Hoe kunnen we na Pasen bouwen aan de nieuwe wereld, en waar kunnen we op vertrouwen? Te meer omdat die wereld er helemaal niet zoveel anders uitziet na Pasen. Er wordt nog steeds veel afgebroken. Kijk maar in de Syrische steden, maar kijk ook dichtbij hoe levens en relaties kapot worden gemaakt. En soms staat in je leven geen steen meer op de andere na een diepingrijpende gebeurtenis door ontslag, scheiding, ziekte of welk ander ongeluk je ook treft, of waar je misschien zelf ook aan hebt bijgedragen. Ja, wijzelf zijn ook bij machte om het leven behoorlijk op zijn kop te zetten en zelfs af te breken. We zijn soms destructiever dan we willen zijn. Naar anderen toe, en naar onszelf. En dan glipt de hoop door je vingers en zakt de moed je in de schoenen. Waar bouwen we dan nog op?

Kort na de opstanding van Jezus zijn de leerlingen vooral verward. Twee leerlingen vertrekken zelfs uit Jeruzalem, terug naar huis in Emmaüs. Ze snappen niet wat er gebeurd is met Jezus. En op Hem vestigden ze al hun hoop. Maar Hij is dood. Hoewel, er zijn er die zeggen dat Hij leeft. Maar dat is toch onvoorstelbaar? Waar kunnen zij nog op bouwen?

Vanuit de bron de wereld in, als een centrifuge
Dan loopt er een derde met hen mee. Iemand die uitlegt waarom alles gebeurde zoals het gebeurde. Hij blijft bij hen en deelt het brood als teken van leven, voedsel voor onderweg. En dan herkennen de twee leerlingen Jezus. Daarna gaan ze terug naar Jeruzalem. Even opnieuw beginnen. Terug naar de bron waar het niet eindigde, maar juist begon.

Maar wat dan? Blijven ze daar in Jeruzalem? Wat is de bedoeling? Dezelfde schrijver van het verhaal van de Emmaüsgangers, Lucas, vertelt het verhaal van de Hemelvaart van Jezus en van Pinksteren. En de kern van deze verhalen is dat de leerlingen niet naar de hemel moeten blijven staren, en het verhaal van Jezus ook niet voor zich moeten houden, maar de wereld in moeten sturen. Pinksteren is de centrifuge van het geloof. Wéér gaan de leerlingen uit Jeruzalem, maar nu mét het geloof de wereld in. Om het aan alle volken te vertellen.

Geloof verandert je 
En dat doet de schrijver van de eerste Petrusbrief aan mensen in Pontus, Galatië, Kappadocië, Asia en Bitynië, gebieden in Klein Azië. Hij noemt ze vreemdelingen. Want dat zijn het. Vreemdelingen in hun eigen streek. Geloof verandert iets aan je. Je valt niet meer automatisch samen met het leven om je heen. Alsof je eerst een extra keer nadenkt voordat je meegaat in wat mensen van je verwachten. Of gewoon bepaalde dingen niet doet, die voor de meeste mensen eigenlijk heel gewoon zijn. En als je gelooft vind je andere dingen vanzelfsprekend waar andere mensen niet bij stil staan. Soms kijken mensen je ook aan met een blik van: 'dat je je daar druk om maakt'. Dan kun je je soms een vreemdeling voelen, op je werk, op school of zelfs in je familie. Misschien zelfs ook in de kerk, als de kerk zo meegaat met zijn tijd, dat die gewoon onderdeel van zijn tijd wordt. Het is goed om met je tijd mee te gaan, maar het is ook goed om de tijdsgeest niet in te ruilen voor de heilige Geest. Geloven betekent niet dat je per se tegen van alles moet zijn. Het betekent wel dat je anders tegen dingen aan kunt kijken.

Verzoen je je of hou je vast aan schuld? 
Zo zien we in toenemende mate een sfeer ontstaan in onze samenleving waarin mensen worden afgerekend. Als iemand een misstap heeft begaan, of een of ander foutje heeft gemaakt. Of omdat het leven nu eenmaal zo is gelopen. Dat iemand beseft dat hij schuld heeft is niet verkeerd. Maar het is ook goed om te beseffen dat enkel wie zonder zonde is vervolgens de eerste steen mag werpen. Anders gezegd: ik mis de bereidheid tot verzoening zo vaak. Er lijkt zoveel onvergefelijk te zijn, tot de kleinste dingen aan toe. En dan bedoel ik niet dat we de lieve vrede moeten bewaren. Want die lieve vrede kan ook een kruitvat zijn dat zo kan ontploffen. Nee, wat ik bedoel is de echte bereidheid om ons in te zetten voor verzoening. Want, zoals de dochter van Desmond Tutu schrijft in een boek dat ze met haar  vader geschreven heeft: 'Pijndie levend wordt begraven, sterft niet'.

We hebben met Goede Vrijdag en Pasen geleerd dat er een weg van verzoening is, hoe onvergefelijk iets ook kan zijn. Daarin wordt onze pijn gezien door God. Jezus leed zelf die pijn en nam de schuld daarmee weg. Toen op Pasen bleek dat Hij niet dood was maar leeft, begrepen we dat het niet ophoudt bij de pijn en de schuld, maar dat er een weg van verzoening mogelijk is. En dat we ons best eens wat verzoenlijker mogen opstellen naar anderen toe, zeker naar mensen die we totaal niet kennen, maar waar Nederland massaal een mening over heeft. Of waar een heel dorp, of een hele vriendenkring, of een hele familie een mening over heeft. En ja, als je die mening dan niet deelt, dan kun je je best een vreemdeling voelen. Maar daarin ben je niet alleen.

Geloof maakt je heilig
Geloof verandert je. Het maakt je wat apart in de ogen van anderen. De bijbel heeft daar een woord voor: heilig. Als iets of iemand een andere waarde heeft, een bijzondere waarde, waardoor het een aparte betekenis voor je heeft, dan is het heilig. Het verandert een steen die door de bouwers was afgekeurd in een hoeksteen. Een steen waar anderen over kunnen struikelen, omdat die een beetje in de weg ligt. Met geloof ga je een andere weg, niet de meest vanzelfsprekende die iedereen gaat, maar zoek je naar de waarde in het leven. De waarde van het leven, de waarde van wat je doet, van wat je koopt, waarin je investeert, de waarde van relaties, en dan niet eerst met die verre vriend, maar met die goede buur. Zo roept Petrus op een heilige natie te zijn, en een heilig priesterschap te vormen, een koninkrijk van priesters.

Leven van woorden met eeuwigheidswaarde 
Bijbelse beelden gebruikt Petrus hier, voornamelijk van de inleiding op de instelling van de tien geboden uit Exodus 19. Een belangrijk moment. Een soort Pinksteren. God geeft Zijn woorden aan mensen om ze te leven en door te geven. Als een soort spelregels, een reisgids. Die regels moeten de wereld in. Voed je met die woorden, zegt Petrus. 'Verlang als een pasgeboren zuigeling naar de zuivere melk van het woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt.' Waarom als een pasgeboren zuigeling? Omdat Petrus uitgaat van het beeld dat we opnieuw geboren zijn geworden door ons geloof. Niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, zegt hij. Het geloof geeft immers woorden die van eeuwigheidswaarde zijn gebleken. Zagen we immers niet aan Jezus, Gods woorden in vlees en bloed, dat zelfs de dood geen vat op hem kreeg? Daarom is dat onze redding. Wat voor woorden? Troostende woorden, bemoedigende woorden, ook vermanende woorden, en hoopgevende woorden. Woorden van een God die niet hoog in de hemel wilde blijven, maar woorden wilde geven waar we iets mee kunnen. Die een verschil maken. Het leven zijn glans weer geven.

Heilig en onheilig, het zit allebei in ons 
Het zijn woorden die we de ene keer wel aannemen en de andere keer niet. Want in ons zit het allebei: dat we een heilig volk van priesters zijn, maar ook dat we dat niet zijn. Wat Petrus schrijft over het uitverkoren geslacht gaat niet in eerste instantie over een tegenstelling met andere mensen, maar een tegenstelling in onszelf. Omdat we het leven en alles wat we daarin krijgen graag voor onszelf houden, naar binnen gericht terwijl het geloof ons aanspoort om juist naar buiten gericht te leven. Als een centrifuge de wereld in te gaan. Gericht op het waardevolle, die hoeksteen, en zelf een levende steen te zijn. Mee te bouwen aan een nieuwe wereld. Omdat het zin heeft. Juist de steen die door de bouwers werd afgekeurd is een hoeksteen geworden. De mens die verworpen werd, werd de Opgestane. En daarmee ons hoop. En hoop doet leven!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten