woensdag 10 december 2014

Welke kracht schuilt er in het geloof en in de gemeenschap als het tegen zit? (preek 23 november 2014)


Wat een jaar hebben we met elkaar achter de rug. In het afgelopen jaar stonden we dertien keer om een van alle hier aanwezige families heen bij het afscheid van een van onze gemeenteleden. Voor jullie, lieve families, was het een groot verlies. Kort geleden, of toch alweer bijna een jaar, al voelt dat niet zo. Voor ons als gemeente was het een verlies van gewaardeerde gemeenteleden, waarmee we vrienden waren geworden, waarmee we samen waren opgetrokken door de jaren heen. Ook voelden we het verdriet van familieleden die ook deel uit maken van onze gemeente. We maakten met jullie de aanloop naar het overlijden mee. Of de plotselinge schok. Elk gemeentelid dat overleed had zijn eigen verhaal. 

Soms was het het onvermijdelijke einde van een lange weg. Soms een kort en hevig ziekbed, dat je nauwelijks kon bijbenen. En soms was het plotseling, ineens, onverwacht. Of ging het ineens heel snel. Zo riep elk overlijden ook zijn eigen emoties op. Bij de een was het goed zo, bij een ander moeilijk, maar was er wel rust, bij een ander verbijstering, en machteloos verdriet, misschien zelfs boosheid. Zo zijn we hier met elkaar verbonden, in ieders eigen nagedachtenis, ook aan mensen die we buiten onze gemeente in ons eigen leven, weer verbonden met anderen, moesten verliezen. En aan mensen die we eerder verloren met elkaar en in ons eigen leven.

Het is een jaar geweest waarin veel overlijdens samenkwamen. Van mensen van wie we het niet hadden gedacht. Die nog zo vol in het leven stonden. Van mensen waarvan we wisten dat ze ziek waren, waarvan we langzaam probeerden te accepteren dat ze eertijds de strijd zouden verliezen. Van mensen die natuurlijk oud waren, maar daarom ook zo'n vertrouwde aanwezigheid waren, dat hun afwezigheid ook nauwelijks voor te stellen was. Kan een mens ooit gemist worden? Op die vraag is bij iedereen het antwoord hetzelfde.

De kracht van de gemeente: verbondenheid
Zo kwam er veel bij elkaar in één jaar. En toonden we aan elkaar de kracht van de gemeente van Christus.
In veel ziekenhuizen en verpleeghuizen maakten onze zieke gemeenteleden mee hoeveel kaarten ze kregen, tot verbazing van het verzorgend personeel en de andere patiënten. In één ziekenhuis hoorde ik dat andere patiënten al meteen tegen de postbode zeiden: "Daar moet je zijn." We mogen dan een kleine gemeente zijn met elkaar, en dat geeft zijn uitdagingen om alles draaiende te houden, maar hierin ligt ook onze kracht.


Die verbondenheid is er niet alleen met de doden, maar ook of juist bij de levenden. De mensen die achterblijven, de mensen die ziek zijn, ongeneeslijk, geneeslijk of chronisch. Verbondenheid is in de gemeente van Christus altijd gericht op het leven. Dat is soms wel eens moeilijk, als het alleen maar minder lijkt te worden. En soms kan het je zwaar te moede zijn bij weer een bericht van iemand die ziek is, ziek wordt of overlijdt. Maar verbondenheid is altijd gericht op het leven. Omdat God ons leven op het oog heeft. Natuurlijk zijn er zware momenten, die behoorlijk uitzichtloos voelen. En waar moet je beginnen met leven, als je je liefste verloren bent? Je kunt niet 'zomaar' verder, ook niet als je jarenlang zorg hebt gehad voor een dierbare. Ook al begin je dan maar gewoon weer met de dingen die je handen vinden om te doen. Verbondenheid is er niet op gericht het uitzichtloze gevoel te ontkennen en maar gewoon verder te aan met leven. Nee, verbondenheid begint bij het kennen van elkaar. Weten wat een ander doormaakt. Ook God weet daarvan. Hij waakt over je leven, zegt psalm 121. De Heer houdt de wacht over je gaan en je komen.

De kracht van God: verbondenheid
God weet wat er in het leven kan gebeuren. Het is geen psalm van 'maak je maar geen zorgen'. Het is een pelgrimslied. Een lied voor onderweg. Vanuit de tempel gezongen. Alsof God de gelovigen uitzwaait bij de tempel: goede reis in je leven. Totdat je weer terugkomt. En God daarna niet gaat uitrusten maar waakt. Onze hulp komt van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft. Het is niet zomaar een God van ver weg en ver af. Een God die hemel en aarde gemaakt heeft. Die ons leven kent, omdat Hij het gemaakt heeft. En dus weet heeft van de bergen waar we tegenop kunnen zien. Van waar komt mijn hulp? Hoe kom ik hier in godesnaam overheen? Inderdaad, in Godes naam. Hij zal je voet niet laten wankelen, hij zal niet sluimeren, je wachter. Nee, hij sluimert niet, hij slaapt niet, de wachter van Israël. God verbindt zich met ons leven. Met de bergen én dalen in ons leven. Met momenten waarop we vreugde beleven, en met momenten waarop we verlies lijden. En alle momenten tussendoor. De uitdagingen die we aangaan en de moeilijke wendingen die onze levens kunnen krijgen, voor kortere of langere tijd, of definitief. Uitingen van verbondenheid zijn daarom wezenlijk voor een gemeente van Christus. Omdat God niet staat voor wat was of niet kan zijn, maar staat voor wat is en zijn zal. Door alles heen.

Die verbondenheid uiten zal ons niet altijd en bij iedereen lukken. We moeten de moed en de kracht en het vermogen hebben om de ander te kunnen kennen, en we moeten ervoor open staan om gekend te worden. Daarom is het goed dat ieder het zijne doet en we met meerderen één gemeenschap vormen. En is het goed om te beseffen dat het daarin ook mensenwerk is. En dat we onze verbondenheid in de handen van God mogen leggen. Want daar vindt ons verbondenheid zijn oorsprong. God ging een relatie met ons aan toen Hij zei: Laten wij de mens maken. 'Wij'.  Dat is heel belangrijk. God had een relatie op het oog met ons. En daarom zag Hij ook dat het niet goed was dat de mens alleen was, toen enkel Adam er nog maar was.

Die verbondenheid mogen we dus in de handen van God leggen, want daar komt Hij vandaan. Als je soms niet weet wat je moet of kunt doen, dan begint het daar. Leg je verbondenheid met anderen in de handen van God, dan zal God zich er ook mee verbinden. Dat kun je doen door te bidden. Bidden waarvoor? Goede vraag. Onze wensen en onze verlangens zijn legio. Ze mogen er allemaal zijn. Maar Gods verbondenheid met ons ligt niet in het vervullen van onze verlangens en wensen, maar in het kennen van ons, en in het waken over ons leven. Wie het geluk heeft een goede vriend te hebben, weet dat het belangrijkste niet is dat die vriend alles oplost en voorkomt, maar dat hij of zij snapt wat er met jou gebeurt. Jou kent. En in die verbondenheid zit een kracht. Die soms meer dan je voor mogelijk hield mogelijk maakt. En zo is het met God ook. Laat je in je verdriet en zorgen kennen door anderen, en door God. Vertrouw je leven aan Hem toe. En toon verbondenheid aan elkaar. Daarin ben je niet alleen. En je hoeft je dus ook niet met iedereen te verbinden. Maar daarin zijn we wel gemeente van de ene Heer, Jezus Christus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten