Hoe onderhoud je
een lange afstandsrelatie met God? Deze vraag dringt zich speciaal op deze
zondag op. Want na het feest van Hemelvaart wordt het een beetje stil. Met
Hemelvaart vierden we dat Jezus weliswaar uit ons zicht verdwenen is, maar dat
hij tevens aan de rechterhand van God is komen te zitten. Wat dat betekent voor
ons vond ik heel duidelijk in dit zinnetje: ‘Nooit meer is God zonder Jezus en nergens onder de hemel zijn we zonder
God.’ Die wolk die zo onwaarschijnlijk Jezus meeneemt of hem dan toch
minimaal aan ons zicht onttrekt, is in de bijbel de verbinding tussen hemel en
aarde. Kijk je in dat oude beeld naar de hemel, en probeer je iets van God te
bespeuren, dan zie je slechts leegte. Maar als je wolken ziet dan weet je: hé,
er is meer tussen hemel en aarde. Er is iets dat de afstand overbrugt tussen die
verre hemel en die verre God, en ons. En dat is Jezus.
Nooit meer is God zonder Jezus,
In Jezus zien we
wat het betekent om beeld van God te zijn. Mens te zijn zoals God dat bedoeld
heeft. Naar het beeld van God. Jezus is dat beeld van God helemaal. Hij is de
selfie van God. En daarin is hij ook mens. Daarom is hij zo herkenbaar voor
ons. Wat betekent het nu om als gelovige te leven? Hoe kun je leven? Kijk naar
Jezus. En dat niet alleen. In alles wat we meemaken in ons leven, aan wat er
fout kan gaan en waarin we vreugde scheppen, vinden we een partner, een buddy
in Jezus. En dat Jezus dan nu bij God is, en dat God dus nooit meer zonder
Jezus is, dat brengt God dichterbij. Want Jezus is de selfie van God en onze
buddy.
'‘Nooit meer is
God zonder Jezus',oké, 'en nergens onder de hemel zijn we zonder God.’ Daar
lijken we nog wel wat op af te kunnen dingen. Een mooi beeld, die wolk als
verbinding tussen hemel en aarde. Maar waar vinden we God in alle ellende in de
wereld? En wat heeft God te maken met diverse dingen in ons leven die we gewoon
zelf doen?
Het toont onze moeite met wat je een lange afstandsrelatie met God zou kunnen noemen. Mooi, dat Jezus nu als onze buddy bij God is. Hij brengt ons leven dichter bij God. Maar wij moeten hem missen. En dat thematiseert deze zondag.
Het toont onze moeite met wat je een lange afstandsrelatie met God zou kunnen noemen. Mooi, dat Jezus nu als onze buddy bij God is. Hij brengt ons leven dichter bij God. Maar wij moeten hem missen. En dat thematiseert deze zondag.
Deze zondag
tussen Hemelvaart en Pinksteren wordt wel Wezenzondag genoemd. Of Zondag van de
weeskinderen. Het thematiseert het verweesde gevoel dat je kan hebben in je
relatie met Jezus en met God. Is Jezus, is God er nog wel? Luistert hij naar
mij? Kent hij mijn verlangen, mijn wensen? Wat moet ik doen in mijn leven en
met mijn leven? De kern van wees worden is behalve het gemis volgens mij ook
dat je zelf je verantwoordelijkheid gaat nemen. Omdat je wel moet. Je bent meer
op jezelf aangewezen. Je ouders hebben je al geleerd op eigen benen te staan,
maar als je daadwerkelijk wees bent, dan ben je op jezelf aangewezen. En moet
je meer verantwoordelijkheid nemen of voel je dat je dat krijgt, ook over de
volgende generaties. En dat gevoel hebben veel gelovigen ook. Ondanks het
gevoel dat God er daar wel ergens is. Dat is dan wel voorbij de dood en
opstanding en hemelvaart van Jezus. Wij blijven als wezen achter. We zullen het
zelf moeten doen. En als je alle ellende in de wereld daarbij neemt, dan is het
moeilijk te voelen, laat staan te geloven, dat we nergens onder de hemel zijn
zonder God.
Hoe bouwt Jezus de brug tussen ons en God?
Heeft God wel
met heel ons leven te maken, en met wat we doen en kiezen en liefhebben? En:
als we dan wel nergens onder de hemel zijn zonder God, waardoor wordt die kloof
tussen ons en God dan overbrugd? Hoe bouwen de bijbelteksten een brug tussen
ons leven en God? Hoe zijn we nergens onder de hemel zonder God?
Het thema van
het Eurovisie Songfestival is dit jaar 'Building Bridges'. De jurk die Trijntje
Oosterhuis deze week droeg bij de voorbereidingen zou goed passen in het
bijbelboek Hooglied. Toch is er in Hooglied niet sprake van zo'n grote kloof,
als het in Hooglied gaat om de relatie tussen de geliefde en haar minnaar. Het
meisje weet te antwoorden waar haar lief is als haar ernaar gevraagd wordt in
vers 1 van hoofdstuk 6. En ze beschrijft de band heel innig: Ik ben van mijn
lief en mijn lief is van mij. Gaat het hier dan niet gewoon om een werelds
liefdesgedicht tussen twee mensen? Het lijkt bijna onvoorstelbaar dat het hier
over God en mens gaat. Ik stel me zo voor dat die vraag ook ingegeven wordt
door het gevoel dat we God niet als zo nabij kunnen ervaren. Willen we niet te
graag hier een relatie tussen God en mens in zien?
Het is een
wonderlijk soort poëzie, heel hoogdravend, niet van deze tijd. Misschien ervaar
je het zelfs als overdreven. Toch zit er meer in dan een profaan liefdesgedicht
tussen mensen. Het gedicht kent grote hoogten en diepe dalen. Ze wordt heen en
weer geslingerd tussen afstand en nabijheid. Nog voor het stuk van vandaag met
haar uitzinnige ode aan haar minnaar zegt ze: 'Ik bezweer je, meisjes van
Jeruzalem, als jullie mijn lief vinden, wat zeggen jullie dan tegen hem? Dat ik
ziek van liefde ben.' Dat ziek zijn van liefde wordt in de geschiedenis uitgelegd
als de moeite die we als mensen hebben om God op grote afstand te weten. Ook
door ons eigen falen hem te kunnen volgen. Het verwondt ons dat de wereld niet
volmaakt is. En het doet ons aan die relatie met God twijfelen. Is die dan wel
volmaakt? Of houden we ons vast aan een illusie. Nou, meisje, doe maar normaal,
ben je bijna geneigd te antwoorden op haar liefdesverklaring die volgt. Hoeveel
liefde luwt er niet in ons leven en laat ons verweesd achter? En hoezeer
proberen we er niet zelf maar het beste van te maken en het heft dan maar in
eigen handen te nemen?
De beelden die
het meisje schets zijn bijna koninklijke beelden, gegoten in edelmetalen en
andere dure materialen, kruiden en bloemen. Het doet mij denken aan de beelden
van Christus die Koning is vanaf Hemelvaart. Zijn verhoging naar de hemel is
zijn troonsbestijging. Hemelvaart is zijn Koningsdag. En daar komt pracht en
praal bij kijken. Maar het meest bijzondere is, dat het meisje in deze
afstandelijke beelden wel zijn nabijheid ervaart. Ze weet waar hij is al de
meisjes haar ernaar vragen. De verhoging van haar minnaar lijkt haar ziekte te
genezen. Ze weet waar haar lief is. Zijn verhoging geeft haar vertrouwen. Ze
kan zelfstandig leven in de wetenschap waar haar minnaar is. In termen van na
Hemelvaart: de geliefde zoon, onze buddy, weten we aan de rechterhand van God.
Daarom zijn we nergens onder de hemel meer zonder God.
Maar dan worden
we geconfronteerd met zinnen uit de eerste Johannesbrief: 'We kunnen ons vol
vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat hij naar ons luistert als we hem
iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. En omdat we weten dat hij
naar ons luistert, wat we hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben
gekregen wat we van hem gevraagd hebben.' Hoe weten we dat we iets vragen naar
zijn wil? Hoe kunnen we op een gelijke manier denken? Hoe vaak gebeurt het niet
dat als je ver uit elkaar bent, je andere afwegingen gaat maken? Hoe moet dat
dan niet zijn met onze lange afstandsrelatie met God? Dan ga je toch je eigen
afwegingen maken? En hoe weet je dat je nog op dezelfde golflengte zit, zodat
hij daarnaar kan luisteren? Raken we elkaar op die lange afstand niet kwijt?
Liefhebben en uit God geboren
Johannes draagt
daarvoor een recept aan. Hij zegt in het vorige hoofdstuk 4, in vers 11: 'Als God ons
zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. Niemand heeft God ooit
gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in
ons ten volle werkelijkheid geworden.' Om te vervolgen in vers 17: "Zo is
de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen we op de dag van
het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn
we als Jezus." Hé, er zit in liefhebben dus een brug tussen ons en Jezus
ver weg. Als we liefhebben zijn we als Jezus. Maar waarin vinden we onze basis?
Dat zegt hoofdstuk 5, vers 1: "Ieder die gelooft dat Jezus de christus is,
is uit God geboren."
Als we
liefhebben, zijn we dus als Jezus, en als we in die Jezus geloven, zijn we uit
God geboren. Dat vind ik wel een mooi beeld op wezenzondag. Hoe verweesd we ons
ook kunnen voelen: als je gelooft in Jezus, niet als voorwaarde maar als brug
tussen hemel en aarde, als je gelooft in Jezus, dan ontdekt je dat je uit God
geboren bent. Dat je Zijn kind bent. En dan kun je je vol vertrouwen tot Hem
wenden. Want Hij luistert. Maak je niet teveel zorgen over wat God zou willen.
Dat is heel simpel: liefhebben. In liefhebben komt God dichterbij.
Voor onze
verwondingen in het leven is Jezus dichtbij God. Om dichtbij Jezus te zijn zegt
Jezus: heb elkaar lief. Weersta de neiging om in alles je eigen plan maar te
trekken, of niet te weten hoe je dat moet doen. Je bent geen wees. Je bent Gods
kind. Hij luistert. En Hij luistert zo dat we alles al gekregen hebben. Dat
betekent niet dat onze wensen en verlangens meteen uitkomen. Dat betekent dat
we een basis hebben: we zijn uit God geboren. ‘Nooit meer is God zonder Jezus
en nergens onder de hemel zijn we zonder God.’ Jezus heeft die brug gebouwd.
Laten we als Jezus zijn, en elkaar liefhebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten