Tekst: Mattheüs 11: 25-30
Vandaag beginnen
we iets nieuws. Met dat ik vandaag intrede doe in deze gemeente, mag ik met u
werk gaan maken van een voornemen uit uw beleidsplan: om verbinding te zoeken
tussen onze kinderen, jongeren en de jonge gezinnen en hun leeftijdsgenoten. Het
is de groep die niet het sterkst vertegenwoordigd is op zondagmorgen. En dat is
voor wie er van hen wel zijn ook niet leuk. Hoezeer je ook een goede band kunt
hebben met gemeenteleden van andere generaties; het is ook zo belangrijk dat je
een verbinding kunt voelen met je leeftijdsgenoten. Die in dezelfde levensfase
zitten. Dezelfde dingen meemaken. Met dezelfde dingen bezig zijn. Dat je op
school zit. Toetsen moet maken. Lekker wilt voetballen. Een opleiding moet
kiezen. Je lichaam volwassen ziet worden, en nu jij nog. Een relatie zoekt,
krijgt of verliest. Je eerste baan krijgt of daarna een nieuwe stap overweegt.
Je eerste kind krijgt, of alweer de derde, en hoe hou je alle ballen in de
lucht? Je kinderen gaan puberen en voor allerlei keuzen komen te staan, waar
jij ze niet meer mee kunt helpen. Je ouders zorg nodig gaan hebben, of je
misschien zelfs al wees wordt.
Juist de
ongelijke vertegenwoordiging van de verschillende leeftijdsgroepen in de kerk
laat zien hoe belangrijk het is dat je mensen van je eigen generatie tegenkomt.
Het gaat er tenslotte om hoe het geloof verbinding krijgt met het leven dat je
leeft. Welke uitdagingen stelt dat leven? Welke vragen roept het op? Wat maak
je allemaal mee? Dat is per generatie verschillend. En dat is oké. Zoals jij
het leven van je kleine kinderen, je pubers, je volwassen kinderen of dat van je
ouders niet kunt leven, zo is dat ook andersom. Zij hoeven dan ook niet te
geloven zoals jij en andersom. Omdat hun leven anders is.
Want bij geloven
draait het om die ene vraag: hoe kun je leven? Met als zijn belevenissen,
uitdagingen en vragen. En door te starten bij dat leven kunnen we verbinding
zoeken in geloof. Want alleen met het delen van ons leven zijn we er niet
natuurlijk. We zijn een geloofsgemeenschap. En we zoeken verbinding met elkaar
in geloof.
Waarin ligt die
verbinding in geloof dan? Met de Evangelielezing van vandaag zouden we kunnen
zeggen: die verbinding in de geloof ligt in Jezus. Ja, zul je zeggen, dat
klinkt mooi en vroom, maar hoe dan? Want geloven in Jezus is best moeilijk.
Wie mogen we verwachten?
Daar hadden de
mensen in de tijd van Jezus ook moeite mee. En voorafgaand aan de
Evangelielezing van vandaag is Jezus daarmee in een heuse battle verwikkeld. Allereerst gaat het erover wie Jezus nou
eigenlijk is. 'Bent u degene die komen zou of moeten wij een ander verwachten?'
vragen de mensen aan hem. We zongen het net ook in de psalm, 25b. 'Bent u
degene die komen zou of moeten wij een ander verwachten?' Dat is meer dan een
vraag van 'Bent u het of bent u het niet?' Want ze waren in verwachting van
iemand die komen zou. Dat had Johannes de Doper hen beloofd. Ze keken naar hem
uit. 'Mogen wij van u ons heil verwachten?'
Maar ja, het is
wel een raar stel zo hoor, die Johannes de Doper en die Jezus. Johannes leeft
afgezonderd en houdt zich overal buiten. En Jezus eet juist met hoeren en
tollenaars. Jezus zegt daarover: 'Want toen Johannes kwam, en niet at en dronk,
zei men:"Hij is door een demon bezeten." Nu is de Mensenzoon gekomen,
hij eet en drinkt wel, en nu zegt men: "Kijk toch eens, wat een veelvraat,
wat een dronkaard, die vriend van tollenaars en zondaars."' Het was dus
bijna een ongelovige vraag: Bent ú het die komen zou?
En vervolgens
richt Jezus zich tot twee steden: Betsaïda en Kafarnaüm. Betsaïda was de stad
waar veel wonderen zijn gebeurd. Je zou zeggen: die moeten toch weten wie Jezus
is? Maar wonderen zonder geloof zijn ook maar trucjes, zoals er veel meer te
zien zijn in de wereld. Kafarnaüm was de stad waar Jezus na de verzoeking in de
woestijn is gaan wonen. Zijn woonplaats dus. Maar ook daar wordt hij om niet
nader genoemde reden herkent.
Alles hier, bij
Jezus en Johannes, en bij Betsaïda en Kafarnaüm draait er dus om of mensen het
wel wíllen zien wie Jezus is. Het antwoord is duidelijk: nee. Het gebeurt voor
hun ogen, ze zien hem en ze weten ervan, maar ze willen het niet zien.
Bij ons is dat
wel anders: Jezus staat niet voor onze neus. We zien de wonderen niet. En hij
woont niet bij ons in de stad. We komen hem niet steeds tegen. Hij maakt niet
automatisch deel uit van ons leven. Dat vliegensvlugge leven met al zijn
uitdagingen en vragen. Hoe moeilijk is het niet om in Jezus te geloven? Of meer
nog: waarom zou je dat eigenlijk willen?
Als we dat niet
duidelijk kunnen maken, waarom je eigenlijk in Jezus zou moeten willen geloven,
dan kunnen we wel lekker gaan werken aan verbinding binnen die leeftijdsgroepen,
maar die zien dan liever hun vrienden en familie, waar ze ook al zo weinig tijd
voor hebben. Waarom zou je elkaar willen opzoeken met Jezus al verbindende factor?
Waarom zou je eigenlijk willen geloven in Jezus?
Mooi zoals Jezus
in de Evangelielezing van vandaag verder gaat: 'Ik loof u, Vader, Heer van
hemel en aarde'. Alsof hij daarmee zegt: wat mensen ook zeggen, en of ze u nu
willen zien of niet, u bent er toch wel! Met die bemoediging start hij. Ook
voor ons. Ook al lijkt het vaak minder te worden met kerk en geloof: God is er!
Heer van hemel en aarde is Hij. Daar kun je van wegkijken of om wat voor reden
dan ook niet zien, of niet voelen. Maar Hij is er.
En Jezus dankt
God, 'omdat u deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden,
maar ze aan eenvoudige mensen hebt onthuld.' Die eenvoudige mensen, dat zijn,
als je goed naar het oorspronkelijke woord kijkt, mensen die nog wat te leren
hebben. Er wordt een zeldzaam woord voor kind gebruikt, dat wordt gebruikt in
relatie tot leren. Die volgens de Hebreeënbrief nog melk moeten drinken, en
geen vast voedsel moeten eten. Als een beeld voor leren.
Als me iets
opvalt in gesprekken met jonge ouders en trouwens ook met ouderen, dan is het
wel dat geloven niet meer zo vast staat. Geen vast voedsel meer is. Wat je moet
of wat je kunt geloven. Wie heel veel bagage heeft meegekregen in een stevig
gelovige opvoeding kan juist ervaren dat die bagage het zicht belemmert of wat
je nog kunt geloven. Wie gewoon als vanzelfsprekend geloof heeft aangenomen en
daarmee op weg is gegaan kan ervaren dat je er soms zo weinig mee kan. Dat het
niet gaat over de dingen die je meemaakt en bezig houden. En dan is geloven moeilijk
en God ver weg. Hoe kan geloven weer concreet handen en voeten krijgen, landen
in ons leven, een gezicht krijgen?
God liet al die
woorden vlees worden, en een gezicht krijgen, in Jezus. Kwamen in het Oude
Testament woorden altijd tot uitdrukking in daden, konden woorden iets teweeg
brengen, en zat dat zelfs in de taal, waarin het woord dabar zowel woord als daad betekent; in het Nieuwe Testament voegt
God pas echt de daad bij het woord en worden zijn woorden vlees en bloed. En in
de raadselachtige woorden die Jezus spreekt over dat alles hem is toevertrouwd
door de Vader en niemand dan de Vader weet wie de Zoon is, en alleen de Zoon
weet wie de Vader is, en iedereen aan wie de Zoon het wil openbaren, wordt dit
bedoeld: Jezus is de selfie van God. Wil je weten wie God is, kijk dan naar
Jezus. Wil je weten hoe je in God kunt geloven, kijk naar Jezus.
Oké, maar wat
heb je daar dan aan? Waarom zou je dat willen zien? Dan zegt Jezus: 'Kom naar
mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie
rust geven. Neem míjn juk op je en leer van míj, want ik ben zachtmoedig,
geduldig, en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want
míjn juk is zacht, en míjn last is licht.' In alle uitdagingen, in alle vragen,
in alle ballen die in de lucht gehouden moeten worden, in alle druk en stress,
ligt onze rust in Jezus. Door van hem te leren, als een kind, over hoe je kunt
leven.
Die zoektocht
wil ik met jullie aangaan. Hoe we met elkaar kunnen leren van Jezus hoe we
kunnen leven. Daarin wil ik graag jullie leren kennen, maar bovenal met jullie
Jezus beter leren kennen. Omdat ik geloof dat we bij hem rust kunnen vinden. We
een goed leven kunnen hebben. Met elkaar, en met dank aan God.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten