Markus 6: 30-44
De schoolvakanties staan op het punt te beginnen. Eindelijk. Wie op vakantie gaat vindt het fijn om ‘er even uit te zijn’, of om ‘even afstand te nemen’. Maar waarheen je ook gaat, je neemt jezelf altijd mee. Als je moe bent van wat je allemaal moet doen en presteren, als je moe bent van wat je allemaal moet zijn, en je hebt die rustige plek gevonden, dan is het niet onmogelijk dat je weer die menigte mensen voor je ziet die van alles van je verwacht. Alsof je ze hebt meegenomen of ze voor je uit zijn gesneld. Kun je werkelijk even afstand van ze nemen? Hoe vind je je rust? Hoe word je gevoed? Daarover gaat het verhaal van de wonderbare broodvermenigvuldiging bij Markus.
Iedere evangelist heeft zijn eigen versie van dit verhaal. Bij Markus staat het verhaal in het teken van de leerlingen. Die zijn zojuist uitgezonden, de wereld in, om het volgende te doen: ‘Ze gingen op weg en maakten het goede nieuws bekend om de mensen tot inkeer te brengen, en ze dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en genazen hen.’ Aan het begin van ons verhaal brengen ze hier verslag van uit. En Jezus antwoordt: ‘Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten.’ In de Naardense Bijbel staat wat er letterlijk staat: ‘Kom mee, jullie zelf alleen, naar een plek in de woestijn, en rúst wat.’ Het gaat dus niet om eenzaam zijn, maar om op jezelf te zijn, met jezelf te zijn. En dat niet op zomaar een plek, maar in de woestijn. Een plek waar helemaal niets is, dan jijzelf. Een plek, die in de bijbel symbool staat voor bezinning; waar leven en dood heel dicht bij elkaar liggen. Waar je met jezelf alleen bent. Dáár moeten de leerlingen tot rust komen.
Maar er is die menigte mensen. En wat gebeurt er? Jezus neemt het over. Nu is Hij het die de menigte onderwijst; de taak van de leerlingen. Dat is nodig, want, staat er, ‘ze leken op schapen zonder herder’. Het is dus geen lege drukte van de leerlingen, als ze op deze rustplaats komen. Net zo min als het van ons lege drukte is als we ook op een rustige plaats op vakantie beziggehouden worden door mensen voor wie wij verantwoordelijkheid hebben of die iets van ons verwachten of voor wie we iets willen betekenen.
Maar hoe wordt je dan gevoed? Kijk maar naar hoe Markus het wonder begint. Hij haalt het brood niet bij iemand uit de menigte vandaan, maar bij de leerlingen zelf. Wat zij zelf in te brengen hebben wordt vermenigvuldigd, en daarvan zijn dan nog twaalf maanden over! Dit wonder gaat dus niet over de spijziging van de vijfduizend, maar over het voeden van de twaalf leerlingen. Het begon met het uitzenden van de twaalf, het eindigt met twaalf manden voedsel. Dat was de bedoeling met het wonder, en van het gaan naar de rustplaats. Het ging Jezus er niet om dat ze er ‘even uit moesten’, maar: ‘het was een voortdurend komen en gaan van mensen, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te eten.’ En dat gaat dus niet over ff chillen en snacken, maar om daadwerkelijk gevoed te worden in wie je bent en wie je wilt zijn voor anderen.
Hoe word je dan gevoed op vakantie? Hoe kom je werkelijk uitgerust terug? Waarheen je ook gaat, je neemt jezelf altijd mee. Natuurlijk door even met andere dingen bezig te zijn en wat afstand te nemen. Heerlijk. Maar laat Jezus de drukte overnemen, geef het bewust uit handen. Dat kan alleen als je de drukte niet negeert. Je kunt er niet ‘even uit’. De drukte is er niet niet. Als je de drukte negeert en niet verwerkt, dan kun je thuis tot de teleurstellende ervaring komen dat na één dag werken, de vakantie alweer vergeten lijkt. Gebruik de vakantie ook voor bezinning. Neem jezelf echt mee, dan kan de rust helen, voeden, kan er uit jezelf iets groeien doordat je het even uit handen hebt kunnen geven en gezien hebt, dat God ermee aan de slag gaat.
Waarheen je ook gaat, je neemt jezelf altijd mee. Zoek je voeding in je geloof, want God gelooft in jou!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten