donderdag 2 juni 2011

Hemelvaart: geen verdwijning, maar blijvende verschijning

Tekst: Daniël 7: 9-10, 13-14 en Handelingen 1: 1-11

Podcast/geluidsfragment

Om deze overweging met Hemelvaart te beginnen wil ik u vragen eens uw beeld van de gebeurtenissen rondom Hemelvaart voor ogen te halen.
Want Hemelvaart: wat betekent dat eigenlijk voor ons geloof? Het is toch een ongelofelijke gebeurtenis. Om ons eigen beeld te krijgen heb ik maar eens een paar kunstuitingen erbij genomen.

Met Hemelvaart neemt de Paastijd een beslissende wending op weg naar Pinksteren. Vandaag komt het erop aan de Opstanding goed te verstaan. Anders is Hij weg, verdwenen. Wat betekent die Opstanding voor ons geloof? Ik zeg het bewust zo omdat Hemelvaart geen afsluiting is van de Opstanding van Jezus hier op aarde. Dat kan het wel gauw lijken, maar dan zijn de problemen niet te overzien en komen we met de Opstanding in de knoop te zitten. Als we de hemelvaart zien als een afsluiting van de Opstanding, en we zien Jezus op een wolk naar de hemel gaan om zijn troon te bestijgen, dan wordt de opgestane Christus een verre hemelse en niet aardse vorst, die wij slechts hebben te dienen en die ons niet meer dient.

Daarom is het eerst belangrijk na te denken over ons beeld van Jezus na de Opstanding. Je zou door het verhaal van de hemelvaart de indruk kunnen krijgen dat Jezus na de Opstanding gewoon heeft verder geleefd, gegeten, geslapen, gesproken. Maar niets is minder waar. Alle verhalen over Jezus na de Opstanding zijn verschijningsverhalen. Op de een of andere wijze is Jezus aanwezig bij gelovigen en geeft hij voorbij de dood zijn boodschap door aan hen.

De hemelvaart staat in die lijn. Het is geen verhaal van een aardse Jezus die door een wolk wordt opgepakt en ten hemel wordt gevoerd, een verdwijningsverhaal. Nee, het is geen verdwijningsverhaal, maar een verschijningsverhaal. Dat is ook de enige zin die je aan de hemelvaart kunt geven. Wat zouden wij te vieren hebben als Hij was verdwenen? Oké, naar een hemelse troon, maar wat hebben wij daaraan?

Begrijp me goed, ik wil Christus niet naar beneden halen, en niets afdoen aan Zijn hemelse troonsbestijging, maar ik wil Hem ook niet in ons beeld van Hem laten zweven.

Geloof in de Opstanding van Christus is de kern van ons geloof, en dat geloof betekent niet dat Hij verdwenen is.

Geloof in de Opstanding betekent dat je niet naar de grond blijft kijken, zoals Jezus’ volgelingen dat na zijn kruisiging geneigd zijn te doen. Het verhaal van Jezus is niet voorbij. Alle verschijningsverhalen zijn een bemoediging om niet verder te hoeven leven als voor de kennismaking met Jezus, maar om te geloven dat Hij leeft. Dat betekent dat de gebeurtenissen met Jezus niet alleen maar waardevol zijn geweest toen ze gebeurden, maar dat Jezus’ daden en woorden kracht blijven geven, en steeds weer actueel zijn, en steeds weer als nieuw tot ons komen. Zoals een woord ineens je weer kracht geeft, een gebed je verwarmt, een gelovig mens je kan raken.

Geloof in de Opstanding betekent ook niet dat het leven gewoon verder gaat met Jezus als voor de Opstanding. Helaas, want het zou wel zoveel makkelijker zijn als alles gewoon verder gaat. Denk ook maar aan allerlei situaties van rouw en verlies. Natuurlijk zouden we gewoon weer graag verder leven, maar dat kan niet. Daarmee houden we onszelf voor de gek.
Opstanding betekent niet dat Jezus weer gewoon verder leeft, maar dat we het van verschijningen moeten hebben. Alle verschijningsverhalen zijn bemoedigingsverhalen. Troostende nabijheid. Een hele vreemde ervaring. Ver weg, maar toch dichtbij. Er is een lief liedje van Toon Hermans, die zingt van alle dingen om hem heen die spreken, spreken van mensen, een lief, dat er niet meer is. Hij zingt over ‘een lieve naam op een kalender, die zegt opeens: hallo, ik ben der! Heb je mij nog altijd lief. En in de foto’s op de schouw hoor ik de liefelijkste akkoorden, ze zeggen soms veel meer dan woorden, soms hoor ik zacht: ik hou van jou.’ Zo verschijnt Jezus, ook na de hemelvaart, nog steeds. Denk in de bijbel maar aan Saulus, maar ook aan zo veel andere verhalen van mensen die zeggen iets van Jezus te hebben gezien, letterlijk of figuurlijk. Na zijn opstanding is Jezus niet weg, en Hij leeft niet zomaar voort als voorheen, Hij verschijnt. De meest ultieme verschijning is de Hemelvaart.

Geloof in de Opstanding betekent daarom ook niet dat Jezus na de Hemelvaart nu in de hemel is geparkeerd tot zijn wederkomst. De tekst die de mannen in witte gewaden zeggen is veelbetekenend: ‘Galilieeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’ Jezus volgelingen bleven na de kruisiging eerst naar de grond turen, nu doen ze datzelfde naar de hemel. Ze zweven en kunnen er tegelijk met hun pet niet bij. En de mannen in witte gewaden zetten hen met beide benen op de grond. Dat doen ze precies om te voorkomen wat in de geschiedenis wel is gedaan: Jezus als een getransformeerde hemelse triomfator neerzetten. Jezus mag dan de wereld gewonnen hebben en de hemelse koning zijn, maar wat heb je aan een grote vorst ver weg? Ik bedoel dit: mensen hebben op basis van het hemelse koningschap van Christus de wapens ter hand genomen om zijn Koninkrijk op aarde te stichten. Zo groot als Christus zou zijn, zo groot zou zijn koninkrijk ook moeten zijn. Dit noem ik vandaag ‘verdwijningsdenken’. Juist door Jezus zo ver weg in de hemel te parkeren, worden mensen zo op zichzelf aangewezen, dat ze zelf het leven ter hand moeten nemen. Maar het is net als bij rouw en verlies: de bemoediging zit hem niet in grote woorden – Kop op! Grote jongen! –, maar in kwetsbaarheid. Jezus verschijnt aan zijn leerlingen niet als grote koning, maar als gekruisigde; de tekenen ervan zijn nog zichtbaar. En zo zal Hij ook terugkomen. Ja de wereld is overwonnen, maar wel in kwetsbaarheid, in lijden, door de dood heen. Zoek je Jezus, dan is die niet te vinden in grote gelovigen en wereldmachten, maar in de kwetsbare verschijning, in bemoediging – en daar zit me toch een power in!

Het verhaal van Jezus gaat na de Opstanding niet gewoon verder, helaas, maar Hij verdwijnt ook niet. Het is een nieuw soort leven. Niet als voorheen, en ook niet als daarvoor, weer alleen. Het is een nieuw soort leven, leren leven van verschijnen. Ver weg, ja, maar o zo dichtbij. Met eigen benen op de grond, ja, maar met een hemel boven je. De wereld gewonnen, ja, maar in kwetsbaarheid. Zoek Jezus niet ver weg, en zoek hem niet in grote woorden, zekerheden en instituten, maar vind hem naast je, kwetsbaar. Toon je kwetsbaar. Dan is hij onbeschrijfelijk dichterbij dan je dacht toen je Hem dacht te zien verdwijnen. Hij zal verschijnen, tot aan de jongste dag. Halleluja!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten