“Laten wij, die toebehoren aan de dag, op onze hoede zijn, omgord met het harnas van geloof en liefde, en getooid met de helm van de hoop op redding.” (1 Thessalonicenzen 5: 8)
De herfst staat in het kerkelijk jaar in het teken van de Voltooiing. In de kerk zijn we in die periode dankbaar voor wat we gekregen en verworven hebben, en we gedenken onze doden. In zoverre is het jaar dan rond, en beginnen we met Advent weer opnieuw.
Maar Voltooiing heeft niet alleen te maken met afronden. Het heeft ook te maken met dingen die geen uitstel meer dulden. En dan bedoel ik niet de lijstjes met klusjes en boodschappen die we allemaal nog moeten doen. Nee, juist niet. Het gaat dan om dingen waar we waakzaam voor moeten zijn. De waan van de dag kan zo bepalend zijn, dat we nauwelijks de tijd verstaan waarin we leven. We worden zo vaak afgeleid door waar we druk mee zijn, dat we nauwelijks toekomen aan waar het leven en het geloof werkelijk om gaat.
U hoeft zich niet aangevallen te voelen door mij; het is geen kritiek in die zin. Maar als het bedreigend voelt, dan is dat precies het gevoel dat hierbij hoort. Bedreigend is het dat we er niet aan dreigen toe te komen de tijd onder ogen te zien: alles wat er gebeurt, en keuzen die we daarin moeten maken. Wie erbij stilstaat valt op dat we vaak niet de dingen uitstellen die geen prioriteit hebben, maar juist die dingen die van ons keuzen vragen, en nadenken daarover. Veel makkelijker is het om gewoon door te gaan: te slapen, te eten, te werken, te drinken en weer te slapen. En wat vliegt de tijd dan.
De lezingen uit de bijbel in deze tijd sluiten aan bij dat gevoel van bedreiging. En de kranten in deze tijd ook. Of de crisis in Europa nu escaleert of niet; het is behoorlijk bedreigend. Van ongekende omvang. Zonder alle ins en outs te kennen – en wie doet dat wel, want zelfs de ‘deskundigen’ verschillen enorm van mening – het lijkt een crisis te zijn de geen uitstel duldt en verregaande keuzen vraagt. En het is geen ver van ons bed show. Het raakt ons leven, omdat we allemaal een inkomen verwerven of krijgen dat hierdoor beïnvloed wordt. Maar ook andere zaken in ons leven nopen ons waakzaam te zijn. Dingen niet op zijn beloop te laten, verzoening of toenadering niet uit te stellen, op te staan en te doen wat gedaan moet worden.
De brief van Paulus aan de inwoners van Thessalonica wil ons bemoedigen. We zijn geen mensen van de nacht, zegt hij, maar van de dag. ‘Omgord met het harnas van geloof en liefde, en getooid met de helm van de hoop op redding’ kunnen wij de bedreigingen weerstaan of doorstaan, en ontvangen we moed om juist met datgene bezig te gaan dat zich niet laat uitstellen, maar waar we wel omheen draaien. “Want Gods bedoeling met ons is niet dat wij veroordeeld worden, maar dat wij gered worden door onze Heer Jezus Christus. Hij is voor ons gestorven opdat wij, of we nu op aarde zijn of gestorven zijn, samen met hem zullen leven. Dus troost elkaar en wees elkaar tot voorbeeld.”
Bezinningsvraag: wat stel ik uit?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten