Tekst: Mattheüs 6: 24-34
Podcast/geluidsfragment
Wat zullen we terugblikkend op het afgelopen jaar zeggen? Met welk gevoel gaan wij dit jaar 2011 uit? De Oudejaarsavond gaat traditioneel gepaard met woorden van psalm 90, die ons oproepen tot een zekere relativering van ons drukke bestaan. Het zijn woorden die ons bepalen bij het werk van God in ons leven, dat aan de basis staat van het werk van onze handen, dat Hij moet bevestigen.
Maar waar zijn we in dat bestaan in deze tijd nu concreet zo druk mee? Waar maken wij ons druk om? U zult voor uzelf de nodige zorgen kunnen opnoemen. Zaken die u aan het hart gaan, of zorgen die heeft om mensen, of uzelf. En als ik breder naar de samenleving kijk en een gemeenschappelijke noemer zoek, dan kom ik toch wel uit bij de financiële crisis. De crisis van banken, de euro, maar ook in diverse huishoudens, door ontslagen en ziekten, en aankomende en dreigende bezuinigingen domineren ons nieuws. En daarmee ook ons zicht op de werkelijkheid.
Het is een waagstuk om hier iets over te zeggen in een overweging in de kerk. En daarom heb ik mijn overwegingen ook gedeeld in diverse columns op internet deze week, en heb ik een aantal gemeenteleden gesproken. Ik ben ze daar dankbaar voor. De verkondiging van het evangelie kan alleen maar landen als je weet waar de goede boodschap aan gericht is. Het is nu niet mijn bedoeling om als zoveelste deskundige mijn analyse te geven over de crisis. Ik zoek richting en bemoediging aan het einde van het jaar.
Mensen die het kunnen weten vertellen me dat de financiële crisis ontstaan is omdat we met zijn allen teveel hebben verwacht van wat ons geld doet als we het op de bank zetten of investeren. Geld leek zichzelf te vermenigvuldigen. Op een spaarrekening, maar al helemaal in beleggingsrekeningen. Maar ook werden onze huizen steeds meer waard, net als allerlei bedrijven steeds meer waard werden, waarin wijzelf of anderen voor ons belegden. We hebben geloofd in luchtkastelen, gouden bergen zo je wilt. En als we er zelf niet actief in waren, dan waren anderen dat voor ons. Of het gebeurde gewoon, omdat onze levensstandaard in het algemeen steeg. We hebben onze uitgaven aangepast op die gouden inkomsten en de verwachte stijging daarvan. En zo kon het gebeuren dat toen de zeepbel barstte, veel mensen in de problemen kwamen, en hele landen, ook het onze.
Kijken we naar de bijbel, dan is er helemaal niet zoveel mis met een hogere levensstandaard en moeten we deze crisis niet uitbuiten om uit te varen tegen rijkdom. Maar er is wel iets anders: de gelijkenis van de talenten leert ons dat je iets met je talenten moet doen en dat ze zich niet zomaar verdubbelen. Drie mannen kregen respectievelijk 5, 2 en 1 talent staat er, afhankelijk van wat ze aankonden. De mannen met 5 en 2 talenten verdubbelden hun talenten, maar de man met 1 talent hield het angstvallig verborgen. De veroordeling van die man zit hem erin dat hij er niets mee doet. Had hij het desnoods op de bank gezet, dan was het ook goed geweest. Maar het gaat erom: doe er iets mee. En een goede bankier zou tegen de man gezegd hebben: hoe wilt u het op de bank zetten? Niet om het bedrag zo hoog mogelijk te laten worden, maar met welk doel wilt u het op de bank zetten? Met andere woorden: het gaat niet om de talenten op zich, maar om wat je ermee doet. Het doel van je talenten is niet de beurs, maar het leven zelf. En dan is het veel minder belangrijk hoe het rendeert, wat de winst is.
De man echter was bang, bang voor zijn heer. Omdat deze maait waar hij niet heeft gezaaid en oogst waar hij niet heeft geplant. En de Heer ontkent het niet eens. En waarom niet? Omdat het zo is. Geld blijkt helemaal niet iets dat van vaste waarde is en alleen maar vermeerdert. Geld is niet iets voorspelbaars. En het is al helemaal niet in de hand te houden. Onverwachte uitgaven, tegenslagen laten dat zien. Maar hoe houd je het dan in de hand? Net zo min als dat je het leven in de hand houdt. En ook voor het leven geldt: doe er wat mee. Ook dat leven wordt niet zomaar meer; nee, het kan ook zomaar minder worden. Maar waar het om gaat is welk doel je met je leven stelt. En kun je wat je aan leven gegeven wordt inzetten om nu terug te kunnen kijken en te zeggen: daar heb ik iets goeds achtergelaten. Niet om je op de borst te slaan, maar om te zien dat je wat waardevols van je leven hebt kunnen maken, hoe klein je talent ook is.
Die vraag welk doel je jezelf stelt kan ook beangstigen: wat heb ik bij te dragen? Heel veel! Maar het leven is onzeker, ja dat klopt. En dan? Dan gaat het om vertrouwen. En het is dat vertrouwen dat Jezus wil geven in de passage uit de Bergrede die we lazen. De passage begint met de woorden: ‘Niemand kan twee heren dienen: Jullie kunnen niet God dienen én de Mammon’. Het gaat er hier niet om dat geld niet goed zou zijn, maar het moet niet heersen. Uiteindelijk gaat het niet om de cijfertjes die omhoog en omlaag gaan, maar om ons leven.
Maar Jezus laat het daar niet bij. Hij kent onze zorgen. Of het nu onverwachte uitgaven zijn, of kortingen op pensioenen, aangekondigde en dreigende bezuinigingen, stijgende zorgkosten en noem maar op; het kan je behoorlijk wat kopzorgen geven. En het vervelende is dat die extra kosten altijd ook bovenop elkaar lijken te komen. En dan kan het onzekere gevoel je bekruipen: wat staat me nog meer te wachten? Maar het is niet het één en al. Geld blijft uiteindelijk een ruilmiddel, dat ons ten dienste staat om, voor zover we er de beschikking over hebben, het in te zetten om wat van ons leven te maken. Dan kan het je nog steeds zorgen baren, natuurlijk. En Jezus bedoelt ook niet te ontkennen dat je die zorgen kunt hebben. Maar verlies het vertrouwen niet. God voorziet in wat we nodig hebben. Dat is een hele riskante uitspraak voor wie minder bedeeld zijn. Maar zoals wij allen iets te geven hebben in ons leven, zo geeft God ons ook allemaal iets om mee te leven.
Volg dat leven, en laat je gedachten eens gaan over wat je met je leven zou kunnen doen, als doel op zich, en niet om je middelen te vergroten. ‘Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden’, zegt Jezus. ‘Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten