dinsdag 25 december 2012

De toekomst van een kind - preek eerste kerstdag 25 december 2012

Tekst: Micha 5: 1-4a en Lucas 2: 1-21


Het kerstverhaal is een verhaal dat we denk ik allemaal wel kunnen dromen. We horen het elk jaar, en misschien wel elk jaar een aantal keer. Het risico daarvan is dat we het verhaal weliswaar mooi vinden om nog eens te horen, maar dat het niet meer echt binnenkomt. Dat het meer een praatje bij het plaatje van Kerst wordt, in plaats van dat het de boodschap van Kerst is. En eerlijk gezegd zit ikzelf ook even met mijn handen in het haar als ik binnen 12 uur twee keer over deze tekst mag preken. En toch, dat moet niet te gauw een cliché worden. Want de aanknopingspunten om van dit verhaal een verhaal met inhoud te laten zijn liggen heel dichtbij, namelijk in de tekst zelf. De Bijbel verveelt nooit. Niemand die hem helemaal kent en alles begrijpt. De Bijbel ontroert, zoals misschien vandaag, maar stelt ook vragen, en irriteert ook, troost, laat koud, schuurt, prikkelt. Wanneer je met Bijbelverhalen bezig gaat, gebeurt er altijd iets. Het roept iets op, en dat kan ook vervreemding zijn. Maar even zo goed een waardevolle ontdekking. Want je moet erin duiken. En dan zie je altijd weer wat nieuws.

Dus we hoeven vandaag niet ver te zoeken als we over Kerst willen nadenken; we lezen gewoon eens wat dieper in het Bijbelverhaal. Wat dan bijvoorbeeld opvalt is dat allerlei elementen van het verhaal een betekenis hebben, terwijl we daar op het eerste gezicht helemaal niet bij stilstaan. Zo zegt de engel in vers 12: Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt. Een bekender beeld van het kerstverhaal bestaat bijna niet. En toch vraag je je af waarom Lucas het zo beschreven heeft. Misschien zegt u: omdat het zo is gebeurd. Dat is nog maar de vraag, maar die vraag vind ik niet eens zo belangrijk. Een Bijbelverhaal hoeft niet zo gebeurd te zijn als het er staat om waar te zijn. En Lucas heeft iets waars over Jezus willen vertellen door het zo vertellen als hij dat doet. We doen de Bijbel tekort als we hem als een boek vol feitenverslagen zien, want dan nog zal de vraag zijn: wat zeggen die zogenaamde feiten dan? Elke diepgang gaat verloren als we alleen nog maar praten over feiten en niet over betekenisvolle verhalen waarin het niet gaat om feiten, maar om betekenis, en de waarde die dat heeft voor ons leven. En dit kerstverhaal heeft betekenis. En dan is het veel waardevoller dan wanneer het een feitenverslag is dat elk jaar de revue passeert.

Wat is dan de betekenis van dat pasgeboren kind dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt, of zo je wilt, een kribbe? Ook die ligt gewoon in de tekst. Dit tafereel is een teken. En waarvan? Dat vertelt de engel ervoor: Vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Die redder is dus blijkbaar een pasgeboren kind. Die Messias, die gezalfde van de Heer, is in doeken gewikkeld. En in de stad van David betekent heel concreet: in een kribbe. Dus wat zien we hier in dit tafereel in de stal? We zien een redder, een verlosser, en die zien we in een pasgeboren kind. We zien een gezalfde van God; dat zalven deden ze met koningen. Het is dus een machtsvertoon. Maar dat machtsvertoon zien we in een ingebakerd kind. En we moeten daarvoor naar de stad van David, een uithoek van het Romeinse wereldrijk van die tijd, en dan ook nog eens naar een achterafgelegen plek, in een stal, waar het kind in een kribbe ligt. Dat bijzondere teken van een redder is te zien in iets heel gewoons, een kind, een doodgewoon kind. Maar net zo weerloos dus ook als het gewoon is. Zo weerloos zelfs dat het is ingebakerd. Het kind ligt niet gewoon lekker ingestopt, nee, het is ingebakerd. Het kan geen kant op. En dat is blijkbaar een teken van kracht.

En dat het in de stad van David wordt geboren klinkt heel mooi, maar het is eigenlijk maar een armoedige kribbe, waar het kind in gelegd wordt. De Evangelist Lucas heeft kennelijk ook gekozen voor Bethlehem als stad van David, en niet voor die andere stad, Jeruzalem. Beide steden mogen voor stad van David doorgaan. Lucas zoekt kennelijk niet de parallel met de koning David, de man de het koninkrijk Israël samensmeedde. Lucas gaat terug naar de roots van David, naar Bethlehem, de stad van de stam waar David uit voortkwam. De stam Benjamin. Afstammelingen van de jongste zoon van aartsvader Jakob. Letterlijk de Benjamin van de familie, de kleinste en teerste. En daar wordt David door de profeet Samuël geroepen namens God tot het koningschap. David was tot dan toe gewoon herder. Een doodgewone jongen met een zwaar leven. En als Lucas aan Jezus’ geboorte denkt, dan denkt hij aan zijn afstamming van die David, die herder uit die kleine stam. Niet voor niets zijn herders de eerste getuigen van de geboorte van Jezus. Daar in dat kleine Bethlehem, waarover de profeet Micha vandaag al zei dat het te klein was om tot Juda’s geslachten te behoren. ‘Uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen.’ Niks geen grote paleizen dus, of enige herinnering aan het grote koningschap van David. De bijzondere redder is een gewoon en weerloos kind. De kracht van dat teken schuilt in kwetsbaarheid. En de waarde daarvan toont zich in armoede.

Dit teken dat de engel de herders voorhoudt is één groot anti-teken. Dat waar we het niet van verwachten is een uiting, een teken, van Gods reddende kracht in de wereld. En Lucas stelt het daarmee tegenover alle aardse macht en machtsvertoon. Want begint het kerstverhaal niet met die keizer Augustus, die een decreet afkondigt. Deze controlfreak wil alles in de hand houden door iedereen te tellen. En is het niet vreselijk ironisch, eigenlijk zelfs bijna grappig, dat deze volkstelling Jezus juist geboren laat worden in de stad die in alles het tegendeel is van het machtige Rome, namelijk Bethlehem?

Zo vult Lucas het teken in dat deze geboorte van Jezus is. Een ingebakerde zuigeling is koning en redder van de wereld, daar in die kribbe van armoe. De toekomst van de wereld ligt in het weerloze Kind van geringe komaf. Wat voor boodschap hebben we aan dit weerloze Kind? Ik heb met stijgende verbazing de berichten uit de Verenigde Staten gevolgd naar aanleiding van de schietpartij op een basisschool, waarbij onder andere 20 kinderen van 6 en 7 jaar oud omkwamen. Een afschuwelijk drama. En er zijn mensen die het verstandelijk vermogen hebben om hieruit een redenering op te zetten dat er dús meer wapens op school moeten komen om deze kinderen te beschermen. Elke school moet volgens deze mensen een bewapende beveiliger hebben. Want, luidt de redenering: tegenover elk slecht mens met een wapen moet een goed mens met een wapen staan. Volgens deze zienswijze is niet het wapen slecht, maar kunnen mensen er slechte dingen mee doen. Achter deze zienswijze zit een visie op vrijheid waar het recht van wapenbezit bij hoort om die vrijheid te verdedigen. En je mag niet te snel oordelen over cultuurverschillen. Maar waar deze zienswijze mank gaat is hierin: niet of een wapen wel of niet slecht is, maar dat ieder mens in staat is iets slechts te doen met een wapen. En dat de kracht juist uitgaat van het weerloze. En dat raakt me juist zo in deze discussie, nu het om kleine kinderen gaat: de toekomst van kinderen waarborg je niet door ze te beschermen tegen alles wat slecht is in de buitenwereld. De toekomst van kinderen waarborg je door de buitenwereld veiliger en toekomstvoller te maken. De toekomst van het kindje Jezus ligt ook niet in een hek om de stal heen met gewapende bewakers aan de toegangspoorten. Sterker nog: aan het eind van de twee boeken van Lucas, in het laatste hoofdstuk van Handelingen, zien we Jezus’ apostel Paulus in het Rome van de keizer vrijmoedig en ongehinderd over het Koninkrijk van God vertellen. Jezus en zijn boodschap veroveren de wereld in weerloosheid en vrijmoedigheid. Lucas stopt het kind niet ver weg in Bethlehem om het te beschermen. Vanuit die weerloosheid verovert Hij de hele wereld en de harten van zoveel mensen, die op dit moment in zoveel kerken zitten. 

De toekomst van kinderen waarborg je niet door ze te beschermen tegen alles wat slecht is in de buitenwereld. De toekomst van kinderen waarborg je door kinderen een veilige en vooral ook eigen leefruimte te geven waarin ze dat leven kunnen ontdekken. Daarom is een goede en veilige omgeving nodig waarin kinderen kunnen opgroeien, en is dus ook goede jeugdzorg nodig. Maar ook onderwijs dat is toegesneden op kinderen die extra hulp nodig hebben. De kansen van kinderen liggen juist hierin ze niet te beschermen tegen wat ze niet kunnen, maar ze vertrouwen te geven in wat ze wel kunnen. En daarbij zullen ze vallen, maar ook weer opstaan. Want dat kunnen kinderen goed. De kracht van kinderen zit hem hierin dat ze weerloos zijn. En als er één weet wat weerloosheid betekent, dan is dat wel dat Kind uit die kribbe, die zijn hele leven lang weerloos is gebleven, is gevallen… maar ook weer opgestaan.

Wees niet bang om weerloos te zijn. En wees niet bang om los te laten. We bewapenen onszelf en onze omgeving te veel om de diepe weerloosheid van het kind, maar daarmee ook de toekomst te voelen. Het is niet altijd makkelijk, de wereld lijkt zo slecht. Maar wij maken er net zozeer deel vanuit als ieder ander in die wereld. En we beschermen de wereld toch ook niet tegen onszelf? Geef vandaag met Kerst je vertrouwen aan dit Kind, dat schijnbaar zo machteloze teken. Alleen daarvan kunnen we het verwachten, hoezeer wijzelf ook bij machte zijn om met zoveel meer machtsvertoon de wereld te ordenen en zogenaamd te beschermen. Dan zal er werkelijk vrede komen, om te beginnen in ons hart. Want dat wens ik u allemaal toe. Vrede. Geen gewapende vrede, maar wel een vrede die we telkens moeten heroveren op onze onrust, onze wil om alles zelf te kunnen bepalen, onze eigengereidheid en eigen gelijk, onze belangen, maar ook moeten we de vrede heroveren op onze pijn, ons verdriet en onze wonden, die het leven heeft geslagen. Het hoeft niet van onszelf te komen. Het begint bij een Kind, dat in die waardevolle kribbe ligt. En Hij heet Jezus. Dat betekent Hij die redt. En dat doet ie. Voor jou, voor mij, voor ons allemaal.

De vrede van Christus is met u allen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten