Wat moet je
bidden voor grote conflicten als in Syrië? We zien de verschrikkingen
voorbijkomen op televisie: de ontelbare doden, de ongelofelijke verwoestingen,
de mensenmassa’s op de vlucht. Waar moet je voor bidden? Ik bedoel: natuurlijk
kunnen we bidden voor de slachtoffers, en om vrede. Maar tegelijk voelt dat zo
machteloos. Hoe kan er nu iets veranderen? Hoe kan er een omkeer in de situatie
komen? En wie is er goed? Wie is er kwaad? Een burgeroorlog is één grote in de
war geraakte knoop van belangen en onderlinge conflicten. Moeten we bidden om
de sterke arm van westerse bondgenoten om in te grijpen, of moeten we bidden om
wijsheid voor de leiders? Dat laatste is wat we vaak doen: bidden om wijsheid
voor de wereldleiders. En wat is dat dan?
Vandaag tijdens
deze gebedsviering voor de vrede lezen we een lang en o zo menselijk verhaal:
mensen krijgen niet wat ze willen hebben, of mensen willen niet geven wat er
van hen gevraagd wordt, en dan hebben ze de neiging om te gaan slaan en op
elkaar in te hakken. Hier zijn het twee mannen die een hanengevecht lijken uit
te vechten, en dat lijkt niet goed af te lopen, in ieder geval niet voor de
vrede.
En toch, toch is
dat wel de insteek van het verhaal en van David. Vrede. En het verhaal eindigt
er ook mee. Al moeten we eerlijk bekennen dat de Bijbelvertaling die we
gebruiken het heeft weg vertaald. Laten we daarom maar eens beginnen bij het
begin.
Hoofdstuk 25 van
het eerste boek over de profeet Samuël begint met het bericht van zijn dood.
Samuël sterft aan ouderdom, en hij wordt begraven. Samuël is een profeet. Dat
wil zeggen iemand die laten we zeggen de stem van God laat klinken, zo je wilt
het geweten laat spreken. Samuël is het geweten van Israël en diens koningen.
Ja, en ook letterlijk koningen in meervoud, want het zit allemaal een beetje
lastig in elkaar. Israël had eerst geen koningen en nu zitten ze er opeens met
twee. Dat komt omdat Samuël eerst op Gods aanwijzing Saul aanwees als koning.
Maar toen Saul God voor zijn karretje wilde spannen bedankte God voor de eer en
droeg Samuël op nu David als koning te zalven. Dat leverde natuurlijk een
tweestrijd op en Saul zette een heuse kruistocht op ‘to smoke him out of his
hole and hunt them down’. David werd vervolgd en achtervolgd als een terrorist.
Met tussentijdse bestanden, maar het gaat niet meer goedkomen tussen Saul en
David.
En nu, nu is
Samuël dood. Hoewel hij niets in te brengen heeft in het conflict tussen Saul
en David, is hij wel het morele geweten van David. Want hoe voer je een strijd,
en hoe ben je koning te midden van tal van conflicten? Geen enkele wereldleider
kan voorkomen dat hij onderwerp is van conflicten en hoe ga je daarmee om? We
weten niet in hoeverre David en de profeet Samuël nog contact hadden, en in
hoeverre dat nog mogelijk was in het conflict, maar in de wetenschap dat Samuël
er nog was kon David vooruit. En nu Samuël dood is? Het verhaal begint dat hij
naar de woestijn van Paran gaat. Nee, letterlijker: hij daalt af naar de
woestijn van Paran. Het is een neergang, misschien ook een morele neergang,
lager bij de grond, platter, banaler. Hoe houdt David zijn moraal hoog?
De politicus in
hem weet dat als je niets hebt, je moet zorgen dat je krediet krijgt door goed
te doen en economische groei te verschaffen. Dat doet David door met zijn
manschappen herders over de herders te worden, de schapen te beschermen, zodat
de oogst van wol enorm is voor de eigenaar van de schapen, Nabal. En als er dan
een groot schaapscheerdersfeest is, hoopt David aan te mogen schuiven uit
dankbaarheid voor de bewezen diensten.
Maar nu leren we
deze eigenaar kennen: Nabal zegt bot: nee. Zijn naam betekent Dwaas. En een
dwaas is hij. En de bijbellezer hoort dan door die naam heen een zin uit een
psalm: ‘De dwaas zegt: er is geen God’. Met andere woorden: een dwaas is in de
bijbel iemand die aan niemand een boodschap heeft, aan God al helemaal niet,
zijn eigen gang gaat en God noch gebod kent.
En dat, terwijl
David in vrede kwam. Want dat staat er letterlijk. David zegt tegen zijn mannen
dat ze tegen Nabal moeten zeggen: ‘Vrede zij u, vrede zij uw familie, vrede
over al uw vee.’ Maar er is geen vrede als de ander hem niet aanneemt. En dan? David
is woest. Hij heeft de neiging om als het niet goedschiks gaat de vrede dan maar
kwaadschiks op te leggen. Is dat wel zo verstandig? Leert de recente
wereldgeschiedenis ook niet dat hoe nobel ons streven naar vrede is, je vrede
nooit kunt opleggen? Natuurlijk is er een zekere terroristische dreiging die je
serieus moet nemen, maar in hoeverre is de steun voor die terroristen nu
werkelijk afgenomen door het ingrijpen in Irak en Afghanistan? En wat is de
wereld daar beter van geworden? Is er iets aan de hand? Ja natuurlijk, maar
waar dien je de vrede mee? Kun je zomaar vrede opleggen met militaire middelen?
Achter alle geo-politieke spelletjes tussen de grootmachten van deze wereld is
dat toch uiteindelijk de vraag: waar dien je de vrede mee? En misschien is dat
wel door juist in het klein iets te betekenen voor de slachtoffers van het
conflict, zoals de kinderen in vluchtelingenkampen in Jordanië, die het kind
van de rekening zijn.
In de
mannenwereld van de bijbel is het niet zelden een vrouw die uiteindelijk de doorslag
geeft. Abigaïl heet ze. Vaders vreugde betekent haar naam. Waar Nabal God de
Vader links laat liggen, is Abigaïls Vaders vreugde. Vrouwe Wijsheid naast de
Dwaas. Zij grijpt in op een andere manier. Zij zoekt de verbondenheid met
David. Zij daalt met David af, zo staat het er. Zij daalt af David daalt af
haar tegemoet. Als een mens zich zo verlaagt tot geweld moet je daar verbinding
met hem zoeken, dat is pas vrede stichten. Drie keer staat er dat God David zo
ervan weerhoudt het recht in eigen hand te nemen en bloedschuld op zich te
laden. Het zou Davids toekomstig koningschap zwaar belasten, als hij bloed aan
zijn handen heeft dat anderen kunnen vergelden. En het is niet aan David om het
recht in eigen hand te nemen. Vrede is niet iets dat je af kunt dwingen met
militaire middelen. Vrede is iets dat alleen met wijsheid gestalte krijgt.
Vandaag krijgt het gestalte in Abigaïl. Drie keer staat er dat David zo ervan
weerhouden is het recht in eigen hand te nemen en bloedschuld op zich te laden.
Als het er drie keer staat, dan is God hier aan het woord. Twee keer zegt
Abigaïl het; de derde keer neemt David het van haar over. Hij aanvaardt haar
geschenken en zegt dan letterlijk: Ga heen in vrede!
In die vrede kan
Nabal niet leven. Zijn hart versteent in zijn binnenste – zoals hij is zo zal
hij zijn – en hij komt te overlijden. Abigaïl, die de verbinding zocht met
David in een vredesverbond, wordt zijn vrouw.
Ook al hebben we
het gevoel zo vaak het recht aan onze kant te hebben, of het recht te steunen,
hoeveel rotzakken er ook aan de macht zijn die hun macht niet verdienen; echte
vrede is een zaak van wijsheid. En van zachte krachten. Van het zoeken naar
verbinding met mensen. Over grenzen heen van landen en culturen en religies.
Soms ontberen wij de taalvaardigheid om elkaar te verstaan, en dan is er
gelukkig nog de taal van muziek, waarmee de artiesten van Syrious Mission de
kinderen in de vluchtelingenkampen even de oorlog laten vergeten. Afgedaald
naar het vluchtelingenkamp worden ze even weer op de bergtop gezet met een
uitzicht op vrede. Moge God die vrede geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten