maandag 8 februari 2010

Josephdienst - uitleiding

En dan. Dan gebeurt er eigenlijk nog heel veel; we zijn pas op de helft van de musical.
Maar voor alles wat hierna gebeurt zijn de lijntjes al getrokken. En de betekenis van Jozef wordt duidelijk.

Zijn naam betekent: Hij die toevoegt. In Jozef voegt God toe aan Israël. Wat God in Jozef toevoegt zijn de omliggende volken. Door Jozefs toedoen krijgt Israël een plek tussen de volken en wordt het zich bewust van die plaats. Zijn leeftijd aan het begin van dit verhaal is daarbij symbolisch. Hij is 17 jaar, en 10 maal 7 is 70, het getal van de volken. De wereldgemeenschap is in hem vertegenwoordigd in het volk Israël. Dat betekent dat de zegen, die speciaal voor dit volk is, moet gedeeld worden met de volken in de wereld. En alleen zo kunnen de zoons van Jakob broers worden, een volk, Israël. Namelijk temidden van de andere volken en er een zegen voor zijn.

De zegen gaat terug op overgrootvader Abraham. God belooft Abraham: Ik zal je tot een groot volk maken, ik zal je zegenen, ik zal je naam groot maken, een bron van zegen zul je zijn.

Voor de wording van Israël te midden van de volken is nu belangrijk wat die zegen betekent. Wat de plaats is van Israël te midden van de volken? Wat betekent het uitverkoren te zijn, een gekozen volk te zijn, een voorliefde van God te hebben, te midden van alle andere volken? Wat betekent het gezegend door God te zijn als kind van God, als gelovige, te midden van alle andere mensen die niet of anders geloven? Wat is je plaats? Het antwoord geeft God zelf al aan Abraham: Een bron van zegen zul je zijn. Niet afgezonderd dus, maar te midden van de volken, zul je een bron van zegen zijn. Maar dan moet je die zegen wel eerst gaan begrijpen. En daar gaat het in deze reeks verhalen over. Wat vraagt het voor een levenshouding gezegend te zijn, een kind van God te zijn?

We zien daarom in de laatste hoofdstukken hoe Jozef daar in het buitenland als onderkoning een zegen is. Hij voorziet een hongersnood en met slim management zorgt hij ervoor dat er voldoende gespaard wordt voor de magere jaren. Zijn zegen is ook bekend bij de omliggende volken, en zo komen ook zijn broers uit Kanaän bij hem in Egypte aankloppen. Het is een moment van verzoening tussen de broers, juist daar in het buitenland. Want in de wereld moet het gebeuren, dat het volk een zegen is temidden van de andere volken en een bron van zegen is. Een zegen komt niet tot zijn recht als je hem voor jezelf houdt, maar pas als je ermee naar buiten gaat.

Zo is het met geloven, en ook met de kerk. Geloven en kerk komt pas tot zijn recht als je ermee naar buiten gaat. Als je dat geloof gaat leven, als je het een bron van zegen laat zijn. Als je niet binnenskamers elkaar de loef probeert af te steken, de waarheid meent te weten, maar gezamenlijk ervoor gaat. Omdat je het geloof nooit in de hand hebt, omdat het je meevoert, omdat het je dromen laat dromen die ongekende kracht hebben. Omdat je niet bang hoeft te zijn, ook niet op een onbestemde plek, als je niet weet waar temidden van al het gewoel van de wereld jouw plek is. Want kind’ren van Israël zijn nooit alleen, en ons is een land beloofd, en daar gaan wij heen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten