Luister de dienst op kerkomroep
Er is veel
gezegd over de reclamespot op tv van onze landelijke kerk om aandacht te vragen
voor de verschillende kerstvieringen in de protestantse kerken. Of het veel
mensen die nooit naar de kerk zouden komen naar de kerk heeft gebracht weet ik
niet. Wat het in ieder geval teweeg heeft gebracht is dat we als gelovigen meer
samen optrekken, uit welke gemeente je ook komt, en werkelijk allen tezamen
komen rondom hetzelfde verhaal van hetzelfde feest. Kerst is bij uitstek een
feest om bij elkaar op bezoek te gaan, samen hetzelfde feest te vieren en elkaar
zo beter te leren kennen. Dat is winst.
Voor wie het in
de reclamespot van onze kerk ontgaan was: vanmorgen zijn we allen tezamen
gekomen om de geboorte van Jezus te vieren. En het geboorteverhaal lezen we
vandaag eens niet uit het Evangelie naar Lucas, maar uit dat van Mattheüs. Want
het verhaal kent vele kanten. Het verhaal van Mattheüs is alleen op z'n zachtst
gezegd wat ingewikkeld. Veel ingewikkelder dan dat van Lucas, dat we bijna
kunnen dromen: over die volkstelling, die tocht naar Bethlehem, die herberg en
die stal, en het hemelse engelenkoor dat de herders ertoe aanzet naar het kind
op zoek te gaan. Ja, die drie wijzen zijn wel van Mattheüs, maar daar zijn we
nog niet.
Mattheüs trekt
een heel hoofdstuk uit over alleen de geboorte van Jezus. Of nee, eigenlijk
niet eens de geboorte, maar het ontstaan van Jezus. In het Grieks de genesis
van Jezus. Net als in het eerste hoofdstuk van het eerste bijbelboek van het
Oude Testament spreekt Mattheüs in het eerste hoofdstuk van het eerste bijbelboek
van het Nieuwe Testament over de genesis, en nu van Jezus. En waar gaat het dan
om in die genesis? In het Oude Testament gaat het over de schepping van de
hemel en de aarde. En in het Nieuwe Testament, ja, over de schepping van Jezus.
En net als in het begin van het Oude Testament gaat het er niet om hoe die
schepping is gegaan. Het lijkt alsof de bijbelverhalen dat vertellen, maar daar
geven ze nauwelijks iets van prijs. De bijbelverhalen over de schepping van de
hemel en de aarde, en van Jezus geven meer vragen dan antwoorden. Dus blijkbaar
gaat het er niet over hoe hemel en aarde, en hoe Jezus zijn ontstaan. Het gaat
erom van waar het is ontstaan. Wat is de oorsprong? En waarom wil je dat weten?
Omdat je dan weet wat het doel is. Hoe de aarde is ontstaan is niet
interessant. Wat interessant is wat het doel van dit alles is. Wij staren ons
altijd blind op hoe iets zo is gekomen. Veel interessanter is wat nu het doel
is van wat er gebeurd is. Waartoe is de wereld geschapen, de dieren, de mens,
man en vrouw, waartoe is de rustdag geschapen, en: van waar kwam Jezus en
waartoe kwam hij op aarde? Wat is het doel van zijn leven, wat bedoelt God
hiermee?
Het is die vraag
die Mattheüs wil beantwoorden: waar komt Jezus vandaan, waar komt Hij uit
voort? Dan weten we ook meteen wat de bedoeling van dit alles is. Dat maakt
zijn verhaal wel ingewikkeld. Want net als in het eerste bijbelboek van het
Oude Testament komt hij met twee genesisverhalen, twee ontstaansverhalen.
Vandaag lezen we het tweede, maar die kun je niet begrijpen zonder het eerste.
Daar hebben we de afgelopen weken voor uitgetrokken. Het is een heel
geslachtsregister met drie maal veertien generaties, vanaf Abraham via David
naar Jozef, de verloofde van Maria. Het lijkt een heel letterlijk verhaal over
het ontstaan, de afkomst van Jezus. Via de vaderlijke lijn horen wij zijn
voorgeslacht. Het wonderlijke alleen zijn twee dingen: het eerste is dat er
vier of eigenlijk vijf vrouwennamen opduiken in het mannelijke
geslachtsregister, en het tweede is dat het er eigenlijk helemaal niet toe
doet, of: dat op zijn minst hier niet alles mee verteld is.
Allereerst die
vrouwennamen. In het mannelijke geslachtsregister van drie keer veertien
generaties worden vijf vrouwen genoemd. Volstrekt overbodig zou je zeggen als
je over die mannelijke lijn wilt vertellen. De vrouwen die genoemd worden zijn
Tamar, Rachab, Ruth, Batseba en Maria. De vijf vrouwen van wie een schilderij
hier hangt. Vrouwen met ieder een eigen verhaal, dat van de eerste vier is
terug te vinden in het Oude Testament. Maar hun rol in het verhaal is dezelfde.
Steeds is er een moment waarop God de geschiedenis met zijn volk bijstuurt. Dat
doet hij op momenten dat de mens het laat afweten, verzaakt, zoals bij Tamar,
of wanneer er een doorbraak moet komen in de geschiedenis, zoals bij Rachab, of
wanneer het leven dood lijkt te lopen, zoals bij Ruth, of de mens het leven in
eigen hand neemt, zoals bij Batseba. En God stuurt dan bij. Hij breekt de lijn
niet af. Hij stuurt bij. Zelfs daar waar de mens, koning David in dit geval, de
vrouw zelf inbrengt, door haar van haar man af te pakken, daar stuurt God bij. En
komt er toch een kind. Alleen dat al is een hoopvolle geschiedenis. Wanneer wij
het af laten weten, een doorbraak uitblijft, het leven dood lijkt te lopen, of
zelfs wanneer we het leven in eigen hand nemen wat tot mislukken gedoemd is,
omdat je het leven nooit kunt hebben maar alleen kunt zijn, ook dan blijft God
een uitweg zoeken. En die gaat dan niet via de geijkte paden, al is het maar
omdat wij zijn afgedwaald. En zo wordt in die lange lijst van drie keer
veertien generaties al duidelijk dat het misschien dan letterlijk de mens is
die zich voortplant, maar dat het God is die de geschiedenis doorgang geeft en
door laat gaan. Want als het erop aankomt brengen we niets in, gaat God zijn
eigen heilige gang, en hebben we dus ook niets in te brengen.
Wat heeft Jozef met Jezus te maken?
En zo komt
Mattheüs bij het tweede gedeelte van zijn ontstaansgeschiedenis. Daar zit een
breuk. Of eigenlijk een overlap. In het geslachtsregister vertelt Mattheüs dat
bij Maria Jezus werd verwekt. Ja, ze was de vrouw van Jozef, maar de
verbinding tussen Jozef en Jezus is Maria. Jozef en Jezus lijken niet zelf met
elkaar verbonden, zoals dat normaal wel zo is tussen een vader en een zoon. Een
maagdelijke geboorte dan, zoals de kerk belijdt, of een Romeinse soldaat die
Jozef voor was, zoals in de literatuur nogal eens gesuggereerd wordt? Misschien
wel geen van beide. Mattheüs zegt er niets over. En dat betekent nu juist dat
we niet moeten speculeren, want als een bijbelverhaal iets niet vertelt, dan is
dat blijkbaar niet belangrijk. En wij moeten dat dan ook niet belangrijker
maken dan dat het is. Want wat wil Mattheüs hier wèl vertellen? Twee dingen:
het gaat er niet om hoe Jezus ontstaan is in de menselijke zin, maar dat God
hier het initiatief genomen heeft. En: het kan niet zonder ons, zonder de mens,
want tenslotte gaat het om vrede op aarde.
We zeiden net:
als het erop aankomt brengen we niets in, gaat God zijn heilige gang, en hebben
we dus ook niets in te brengen. Ja, Jozef staat erbij en kijkt ernaar. Dat wil
zeggen: Mattheüs wil vertellen dat Jezus' geboorte Gods initiatief is. En dat
wij dus niet moeten denken dat wij Gods heil voortbrengen. Hoe de verwekking
ook precies heeft plaatsgevonden: het is God die de geschiedenis van het geluk
voor alle mensen op voor ons onkenbare wijze voortgang laat vinden. Gelukkig,
het hoeft niet van ons te komen! Als je toch om je heen kijkt, en in de krant
leest, dan denk je toch, met verdriet, met schuld, met schaamte, met boosheid
en andere emoties: daar kan het toch niet vandaan komen. Van ons kan het toch
niet komen? Hoe moet het dan wel goed komen met de wereld? Dit verhaal geeft
het antwoord: het komt goed omdat God het initiatief neemt.
En God doet dat
niet buiten ons om. Dat was het tweede. Want je zou bijna denken dat Mattheüs
dan dat eerste gedeelte voor niets heeft verteld. Al die namen die leiden naar
Jozef doen er toch niet toe als Jozef uiteindelijk niets in te brengen heeft in
de verwekking van Jezus? Nogmaals, daar gaat het verhaal niet over. Jozef is
nodig. Niet voor niets is Jezus zelf de veertiende in de derde rij mannen die
genoemd worden. Dat is dus de overlap tussen de verhalen. Jezus wordt zowel
genoemd in het eerste scheppingsverhaal als in het tweede. Hij is de
veertiende. En Jozef, hij heeft de belangrijkste rol in het tweede
scheppingsverhaal van Jezus dat Mattheüs vertelt. Maria horen we niet en zien
we hier alleen zwanger zijn en een zoon baren. En alles wordt hier in het werk
gesteld om Jozef erbij te houden. Omdat hij er niets mee te maken heeft lijkt
hij zich terug te willen trekken. Nee niet omdat het een slappeling is, maar
omdat hij een vrome gelovige is. Hij wil haar ook niet in opspraak brengen door
haar voor het gerecht te dagen vanwege overspel. Hij denkt haar ook niet te
kunnen trouwen, want dan pleegt hij zelf echtbreuk, omdat zij al met een ander
geweest zou zijn. Dus dan kan hij maar beter met de noorderzon vertrekken en in
stilte van haar scheiden. Dan heeft zij nog een leven. Zo is hij een vrome
Jood. Wetsgetrouw én fatsoenlijk. Geen farizeeër voor wie de wet voor de mens
gaat. Hoe zij zwanger kan zijn? Hij weet het ook niet. En de engel maakt hem
duidelijk dat dat er ook niet toe doet. Het kind komt, en is een kind van God.
En het wórdt een kind van Jozef.
Soms vraag je je
wel eens af hoe er uit onze wereld, uit ons leven nog iets goeds moet komen? Maar
iets anders is er niet. En God liet zien in die geslachtsgeschiedenis dat hij
een beslissende en doorslaggevende wending kan geven aan onze geschiedenis om
hem ten goede te keren. En dat doet Hij nu weer, met de geboorte van Jezus, en
definitief. Op een onkenbare manier, we hoeven het niet te begrijpen, geeft God
ons leven een beslissende wending. En klinkt die onverwachte boodschap van
vrede op aarde, in een wereld van zoveel oorlog en onvrede. Die hoop op vrede,
en dat het met ons leven goed komt, komt niet uit onze wereld op, maar bloeit
wel in onze wereld op, als een roos die ontluikt uit barre wintergrond. In dit
kind herkennen we God, die met ons is. Laat dat je met hoop vervullen, en blijf
tezamen komen om die hoop en elkaar vast te houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten