Ook te beluisteren via Kerkomroep
Vandaag gedenken
we onze overledenen. We doen dat op de laatste zondag van het kerkelijk jaar.
Volgende week begin de Adventstijd, de verwachtingsvolle tijd voor Kerst. Maar
dat voelt nu nog ver weg. Nu staan we op de grens. Een grens die wij niet over
kunnen. We zijn dierbare mensen verloren, zij zijn over die grens heengegaan,
en wij blijven achter. Op allerlei manieren en in een verschillende intensiteit
voelen we dat het leven niet meer zo is als dat het was. We vinden onze weg er
wel weer in, o jazeker wel, zo goed en soms zo kwaad als het gaat, maar soms
stuiten we weer even op die grens.
Dit jaar
gedenken we niet alleen onze overledenen, we voelen ons ook heel sterk
verbonden met verschillende gemeenteleden die hun levensgrens zien naderen of
daarvoor vrezen. We voelen wie we nog niet willen missen, en we zien hun
gevecht. Het raakt ons. En het verbindt ons aan elkaar. We houden elkaar vast,
we bidden voor elkaar, we sturen elkaar kaartjes. Maar het is wel veel. En
hoezeer we elkaar vasthouden; het voelt ook alsof het leven tussen onze vingers
doorglipt. Want we weten: uiteindelijk hebben we niets in te brengen. Helemaal
niets. En welke weg moet je dan gaan?
Jezus lijkt over
die grens te kunnen heenkijken. Hij kijkt aan het eind van zijn leven vooruit.
Over de grens van zijn heengaan heen. 'Wees niet ongerust', zegt hij, 'maar
vertrouw op God en op mij.' Poeh. Vertrouwen willen we wel, maar wat moeten we
dan nu? Als Jezus achter de grens verdwijnt van waar wij kunnen komen, hoe
putten we daar dan moed uit? Het is als horen roepen: 'Ik ben er hoor' maar die
persoon niet zien. Waar hou je je aan vast als je zelf op die grens staat en
wel hoort roepen, maar niet weet waar vandaan en waarheen? 'Jullie kennen de
weg toch waar ik heen ga?' zegt Jezus. Ja, we hebben er van gehoord, maar
kunnen Thomas goed begrijpen als hij zegt: 'Wij weten niet eens waar u naartoe
gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen wijzen?' En ondertussen
zien we wat we achterlaten, en dan kan het verlies soms groter zijn dan het
vertrouwen. Je weet wat je achterlaat, maar niet waar je heen gaat.
En ook voor wie
achterblijven is het soms een schrale troost te weten dat onze dierbare
overledenen bij God zijn, en voel je je eerder verweesd. Soms ook letterlijk,
als je laatste ouder, of je laatste grootouder is overleden. Dan schuiven alle
generaties een stapje op, en gaat er iets van geborgenheid onder het dak van
die oudere generatie verloren. Dat is best even confronterend. De oorsprong van
het woord wees is niet helemaal duidelijk, maar het heeft iets te maken met
uiteengaan, in tweeën gaan, inderdaad een band die verbroken wordt. Uiteengaan.
Omdat een dierbare een grens is overgegaan, waar je zelf niet overheen kunt
gaan, noch kijken.
Jezus probeert
ons wel over die grens heen te laten kijken, maar echt geruststellen doet het
nog niet. Hij zegt: 'In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders
gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een
plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me
meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben. Jullie kennen de weg waar ik
heen ga.' Mooi. Geruststellend, ja. Er is een plaats voor ons aan de andere
kant van de grens. Ontroerend. Geborgen. Maar die grens blijft er liggen. Wat
voor zekerheid, wat voor houvast geeft dat nu?
De enige wijze
waarop Jezus ons gerust kan stellen is om een omgekeerde beweging te maken. Van
over de grens naar ons nu hier. Ons geloof is geen eenrichtingsverkeer. Niet
een verrekijker naar over de grens met een vaag beeld waarin we maar moeten
vertrouwen. Nee, ons geloof is tweerichtingsverkeer. Jezus belooft een
pleitbezorger te sturen. Dat is iemand die naast je staat, het voor je opneemt,
je bijstaat. De Geest van de waarheid noemt Jezus hem. Blijf niet te lang bij
dat woordje waarheid hangen. Het is het antwoord op die vage blik die wij
hebben over de grens, als we al een blik hebben. Het antwoord wil
geruststellen. De Geest vertelt geen zoethoudertjes, maar erkent de hardheid
van het overgaan van de grens, bemoedigt ons ook dat het daarmee niet ophoudt.
Ja, wij kunnen
niet verder kijken dan die grens. We kijken er tegenaan, we zien er tegenop, of
het is een onmogelijke horde om te nemen. Maar het houdt daar niet op. Vorige
week vertelde collega Nienke van Andel het verhaal van Jezus waarin hij zegt:
'God is geen God van doden, maar van levenden, want voor hem zijn allen in
leven.' De grenzen die wij zien in het leven, en ook tegenop zien; de grenzen
tussen mensen en in het leven bestaan niet voor God. Voor hem gaat het verder.
Ja, we lopen in ons leven tegen onbegrijpelijke en onmogelijke grenzen aan. Dat
kan welhaast wanhopig maken. Want we proberen het te vatten; het lijkt onze enige
manier om ons staande te houden. Waarom moet ons dat dan gebeuren en hoe houden
we ons staande?
Jezus sust ons
daar niet in, alsof we maar moeten vertrouwen en dat is het dan. Nee, hij laat
ons niet als wezen achter, met een gevoel dat onze God ver weg is, nee. Totdat Jezus
terugkomt heeft hij de Geest gezonden. Hij woont in ons en zal in ons blijven.
Van over de grens die wij zien en ervaren, en soms zo intens en bij zovele
dierbare mensen; van over de grens zendt Jezus de Geest en leeft God zo met ons
mee. Letterlijk, nee niet van een afstandje, maar van binnenuit. De Geest woont
in ons.
Jezus zegt: 'Ik
laat jullie vrede na; mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven
kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.' Laten we in alles wat ons
overkomt elkaar blijven bemoedigen en troosten. Vertrouwend op de bron in ieder
van ons dat de Geest in ons woont en bij ons blijft. Laten we elkaar vasthouden
en daarmee een getuige zijn voor elkaar en voor de wereld dat we zeker voelen
dat het leven behoorlijke hobbels, drempels en grenzen kent, maar dat het leven
niet ophoudt bij die grens, en God met ons meeleeft, wat er ook gebeurt. Neem
deze woorden mee: 'Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. Ik laat
jullie vrede na; mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan.
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten