Tekst: Jozua 2
Onder de titel
'Vrouwen met toekomst' passeren in deze Adventstijd een aantal vrouwen de
revue. Het zijn vrouwen die genoemd worden in het geslachtsregister van de
Evangelist Mattheüs. U kent het wel, dat stuk dat we altijd liever overslaan.
Dat van die drie keer veertien generaties, die Mattheüs optekent, vanaf Abraham,
via David tot aan Jozef, die met Maria is verloofd. In dat verhaal klinken de
namen van vier vrouwen. Eigenlijk vijf, maar één is er niet bij name genoemd,
maar in haar relatie: de vrouw van Uria. Batseba ja, zo kennen we haar; die
vrouw die koning David afpakt van haar man Uria, en om van hem af te komen hem
te dood in stuurt. Zij is eigenlijk de passieve van de vijf. Zij doet niets,
maar is het slachtoffer van een machtsspel. Maar desondanks wordt ze wel de
moeder van Salomo, langs wie de geslachtslijn van Jozef verder gaat. Zo houden
we vier vrouwen over: Tamar, Rachab, Ruth en Maria.
Waarom staan
deze vrouwen in dit geslachtsregister, dat toch over de mannelijke lijn gaat?
En specifieker: waarom staat Rachab erin? Ik bedoel daarmee dit: Tamar; dat
verhaal kennen we. Haar actie om Juda aan zijn belofte te houden dat zij
nakomelingen zou krijgen, zorgt ervoor dat de mannelijke lijn door kan gaan.
Ook al gaat het via een zijweg; Tamar is onontbeerlijk, en dus noemenswaardig
om de lijn voort te zetten van Abraham tot Jozef. Het verhaal van Ruth is dat
ook. Het leven van haar schoonmoeder Noömi loopt dood. Haar man is dood, haar
zonen zijn dood. Schoondochter en eveneens weduwe Ruth vindt in Boaz iemand die
de draad weer oppakt, de lijn voortzet en zorgt Noömi niet kleinkinderloos
sterft. Bethlehem, dat broodhuis betekent, wordt zo een plaats die leven geeft,
de stad van de later geboren David. Het verhaal van koning David kennen we ook,
en van zijn scheve schaats met Batseba. En dan zijn we bij Maria, die op een
wonderbaarlijke wijze zwanger raakt, wat Jozef even doet afvragen: doe ik er nu
wel toe met mijn hele geslachtslijn, of eigenlijk niet?
Tot zover is te
volgen dat die vrouwen genoemd zijn in de geslachtslijn. Hun aandeel aan de
voortgang van de koningslijn is onontbeerlijk. Zonder hen zou die afgebroken
zijn. En daarom zijn ze noemenswaardig. Maar Rachab dan? Haar verhaal is ook
wel opgetekend. En we hebben het zojuist gelezen. Maar haar positie in het
geslachtsregister is op zijn minst discutabel. Er staat in vers 5: 'Salmon
verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth'. Rachab wordt hier
neergezet als de moeder van Boaz, de man die uiteindelijk Ruth kinderen gaf.
Nergens in de bijbel vinden we deze connectie. Nergens vinden we een verhaal dat
Rachab het leven geeft aan Boaz. En toch staat ze erin.
Dat is geen
foutje van Mattheüs. Want Mattheüs is juist heel berekenend. Die hele
geslachtslijn van drie keer veertien generaties is ook te mooi om waar te zijn;
modern gezegd het resultaat van creatief boekhouden. Maar dat is niet erg, en
al helemaal geen geschiedvervalsing. Mattheüs wil hier kennelijk iets mee
vertellen. Mattheüs laat deze vrouwen oplichten omdat ze onontbeerlijk zijn om
het verhaal van het ontstaan van Jezus te vertellen. Voor die reden moeten we
niet te ver gaan zoeken. Van Rachab en de anderen wordt vaak naar voren gehaald
dat hun omgang met seksualiteit op het randje of eroverheen is. Rachab is in
die lijn prostituee. Maar van Ruth kun je dat niet zeggen, dus misschien is dat
niet eens zo belangrijk. Dan misschien dat al die vrouwen buitenlanders zijn.
Tja, het is een mooie gedachte, maar juist bij Rachab is niet met zekerheid
vast te stellen dat ze een buitenlandse was. Ja, de vrouwen kwamen van elders,
en beïnvloedden van buitenaf de geschiedenis van Israël, maar als de
bijbelverhalen dat niet heel duidelijk zo zeggen, is dat niet de
doorslaggevende reden om die vrouwen op te nemen in het geslachtsregister van
Jozef. Zo zien we maar weer: je moet altijd goed zoeken in de verhalen zelf
naar aanknopingspunten en niet teveel gissen of te snel conclusies trekken.
Want wat staat
er wel in het verhaal over Rachab? Een groot getuigenis. 'Ik weet', zegt
Rachab, 'dat de Heer dit land aan jullie gegeven heeft. We hebben gehoord dat
de Heer de Rietzee voor jullie heeft drooggelegd.' Enz. En dan: 'De Heer,
jullie God, is immers een God die macht heeft in de hemel en op aarde'. Dat
gaat dus niet meer om een machtsstrijd - Rachab stelt die claim van God niet
ter discussie; het gaat om de erkenning dat er maar één macht is. Dat er maar
één God is, en dat die God de hele wereld toebehoort, of, minder hebberig
gezegd, dat de hele wereld onder de heerschappij van die ene God valt. Er is
geen andere. Waarom zou je het volk van deze God níet toelaten tot het door hem
beloofde land? Dat opent het perspectief ook voor de rest van de wereld, buiten
het Joodse volk en het beloofde land: God is een God van en voor de hele
wereld. Zijn goede boodschap is voor iedereen! En zo komt Jezus ook van die ene
God vandaan, voor iedereen!
Rachab geeft met
haar moedige houding doorgang aan het volk van God. En niet omdat ze eieren
voor haar geld kiest, of vanwege haar hoer-zijn altijd haar eigen macht
opzoekt, nee: vanwege haar geloof. Zo wordt ze ook herinnerd in de brief van
Jakobus en in de brief aan de Hebreeën, vanwege haar gelóóf. En dan gaat het
niet om een paar vierkante kilometer land, dat is aan mensen om dat uit te
vechten. Het gaat om de belofte. Van God. En die krijgt ergens een plek, daarin
dat land Kanaän. Om gezegend te zijn en vandaar uit een zegen te zijn voor de
wereld. Door voor de bespieders de toegang te openen naar de stad, zet Rachab
eigenlijk ook de toegang open tot de wereld. Zij brengt in herinnering dat God
de God is van de hele hemel en de hele aarde. Een God die de Rietzee
drooglegde, die bevrijding geeft. Die de mens een plekje belooft onder zijn
hemel om in de wereld en voor de wereld een zegen te zijn.
Daarom staat
Rachab als een soort getuigenis in het geslachtsregister van Mattheüs op weg
naar de geboorte van Jezus. Ja, als moeder van de man van Ruth. In de Joodse
traditie worden hun namen bijna in één adem genoemd, en daarom staan ze
waarschijnlijk zo dichtbij elkaar. Rachab wordt wel de moeder van de profeten
genoemd. Omdat ze de moed heeft op te staan, de weg vrijmaakt voor het volk van
God, en uiteindelijk dus ook voor de komst van Jezus. Het kan bevrijdend zijn
om vastgelegde patronen te doorbreken en gewoon te doen wat je hart je ingeeft,
omdat je gelooft. Zo komt God op onverwachte ogenblikken ineens om de hoek
kijken, waar je het niet had gedacht. Bij deze vrouwen, en bij die ene, in die
verre uithoek van het Romeinse rijk, in die stal, in de stad van David.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten