Tekst: Lucas 15: 11-32
Jullie hebben
het gehoord, de oudste zoon is behoorlijk kwaad hè? Hij heeft altijd gedaan wat
zijn vader van hem vroeg. Doen jullie alles wat je vader en moeder zeggen? Ik
ook niet altijd hoor, maar hij wel. Hij deed alles. Maar zijn vader gaf nooit
een feestje om hem daarvoor te bedanken. Of om te laten zien hoe blij hij met
hem is.
Maar die broer,
die jongste zoon? Die wilde niets meer met zijn vader te maken hebben. Hij zei
zelfs: geef me maar de helft van uw bezit waar ik recht op heb als u dood bent.
Met andere woorden: voor mij, vader, leeft u niet meer. Voor mij bent u dood.
Ik luister niet meer naar u en ik ga weg. Ik doe alles lekker zelf.
En dat heeft hij
gedaan, de jongste zoon. Grote feesten heeft hij gegeven. Hij heeft al zijn
geld opgemaakt. Ja, en toen was het dus op. En toen? Toen dacht de zoon: 'Wat
stom. Nu is alles op. Nu kan ik ook geen eten meer kopen. Waar moet ik nou
heen? Bij mijn vader was alles goed. Misschien moet ik zeggen dat ik er spijt
van heb.'
En dat doet de
jongste zoon. Hij gaat terug naar zijn vader en zegt: 'Sorry dat ik gezegd heb
dat ik liever zou willen dat u er niet meer was. En dat ik mijn deel van de
erfenis wilde hebben. Nu heb ik niets meer, en ben ik niets meer. Want als ik
zeg dat ik geen vader meer wil hebben, dan ben ik ook geen zoon meer. Ik ben
eigenlijk niemand meer. Ik heb het verprutst.'
Maar de vader is
helemaal niet boos. Nee, hij is blij. 'Ja', zegt hij, 'het was alsof ik geen
zoon meer had, alsof mijn zoon dood is. Maar hij leeft. Ik heb hem in mijn
armen.' En hij vraagt zijn knechten om een groot feest te geven. Wat moet de
jongste zoon verbaasd zijn geweest. Hij had een tijdje geleden nog gezegd dat
hij liever wilde dat zijn vader dood was, en nu is zijn vader blij dat hij
leeft. 'En een feest? Voor mij?' denkt de zoon. 'Dat heb ik toch helemaal niet
verdiend?'
'Dat klopt',
zegt de oudste zoon. 'Dat heeft hij helemaal niet verdiend. En ik wel. Ik heb
altijd mijn best gedaan.' Waarom doet de vader nu zoiets? Je krijgt toch alleen
een feestje als je het verdient? Of in ieder geval niet als je het niet
verdient? Bij God de Vader is dat anders. God de Vader weet dat het niet altijd
lukt om naar hem te luisteren. Daar is Hij niet blij mee. Maar Hij weet dat we
allemaal mensen zijn. En dat we wel eens ruzie hebben of ruzie maken. En dat we
wel eens denken: 'Ik doe het zelf wel, ik luister naar niemand meer.' En Hij
weet dat het niet lukt zonder Hem. Want als je wegloopt heb je op een gegeven
moment geen eten meer. Geen schone kleren. Eigenlijk niet iets om trots op te
zijn, als je niet meer naar God de Vader wil luisteren.
Maar Hij zal
nooit zeggen dat je zijn kind niet meer bent. Jullie zijn allemaal kinderen van
God. En als je wilt ben je allemaal welkom aan het feestmaal bij God de Vader.
Net als de jongste zoon. Misschien begrijp je de oudste zoon ook wel. Hij heeft
hard zijn best gedaan, en de jongste zoon heeft er een potje van gemaakt. Hij
praat niet eens tegen zijn vader over zijn broer, maar over 'die zoon van u'.
De vader laat hem zien waar het hem om gaat. Hij spreekt tegen hem over 'je
broer'. 'Hij is je broer'. Ook als wij
misschien meer recht op de liefde van God de Vader zouden denken te hebben
omdat we meer ons best doen dan anderen: aardiger zijn, geen rottige dingen
uithalen, wel luisteren; dan nog zijn die andere mensen je broers en zussen.
Ook zij zijn welkom aan de tafel van God de Vader.
God de Vader
heeft één hele beroemde zoon. Hoe heet hij? Ja Jezus. Hij is niet je zus, hij
is je broer, Jezus. En hij nodigt iedereen bij hem aan tafel uit. Want ze zijn
allemaal kinderen van God. Bij hem komen twaalf leerlingen aan tafel zitten. En
dat zijn ook allemaal gewone mensen die allemaal ook wel eens wat fout doen. Er
zit zelfs iemand bij die straks Jezus zal verraden. En er zit iemand bij die
zal zeggen dat hij Jezus niet kent, omdat hij bang is. Jezus weet dat. Maar je
hoeft niet perfect te zijn om aan de tafel van God de Vader te komen. We zijn
allemaal kinderen van God. En als je iets verkeerds gedaan hebt, dan is er iets
heel bijzonders aan het feestmaal met Jezus: hij maakt het voor jou en mij weer
goed bij God.
En daar zitten
ze dan. Met z'n allen. Een heel bijzondere maaltijd die we jullie zo gaan
uitleggen. Een Joods Paasfeestmaal. En daaruit haalde Jezus brood en wijn, die
hij een bijzondere betekenis gaf. Aan een tafel waar voor iedereen een plaats
aan is.
Kom je op z'n
feestje?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten