zaterdag 28 april 2012

Zin in Zaterdag (1): Y hoort erbij - over geloven in de Y-generatie

Vanmorgen dacht ik: ik word oud. En niet vanwege mijn leeftijd; de Sprookjesboom zei me onlangs nog dat mijn 35 jaar 'een hele mooie leeftijd' is... Ook niet vanwege mijn lichamelijk conditie, hoewel ik gisteren bij het squashen de neiging had me op te geven bij de senioren. En ik lees met veel genoegen dat hardlopen niet altijd gezond is; dat sommige mensen daar niet voor zijn gemaakt. En daar schaar ik me met genoegen onder. Maar ik lees ook nog iets anders. Ik lees in de nieuw vormgegeven bijlage van Trouw 'Tijd' over 'Blije verliezers. Hoe twintigers de crisis te lijf gaan.' Over de generatie Y. 'Ze zijn hoogopgeleid, hebben geen baan, krijgen geen hypotheek, maar zijn toch optimistisch. Met een btw-nummer en een boekhouder gaat Roos Menkhorst aan de slag'; die vervolgens op een werkdag gevolgd wordt. Ze verdient haar geld als Zelfstandige Zonder Personeel (zzp'er). Maar dat biedt geen enkele zekerheid. Niet voor nu, maar al helemaal niet voor de toekomst. Hoeveel ze zal verdienen is elke maand onzeker; een hypotheek zit er dus niet in. Pensioenopbouw of arbeidsongeschiktheidsverzekering komen niet in hun vocabulaire voor.

Haar oma heeft het er maar moeilijk mee. Ze moet maar een vaste baan zoeken. Maar ik lees het en verwonder me. Het is niet alleen onzekerheid en je aanpassen aan de realiteit waarin ze zich bevinden, waarin er geen banen zijn. Het is een 'way of life'. De onzekerheid is niet absoluut, maar relatief. Er zullen absoluut wel banen te vinden te zijn, misschien niet genoeg, maar toch. Maar hun zoektocht naar werk is gerelateerd aan hun waarden en normen. Critici zeggen dat ze alleen maar willen doen wat 'leuk' is; en daar lijkt het soms de schijn van te hebben. Maar meer dan vorige generaties is hun welzijn in het werk ook afhankelijk van een andere manier van in het leven staan. Psychische overbelasting komt meer voor in een vaste baan bij deze generatie. Ze worden niet zozeer zwaarder belast, lees ik verder, maar ze hechten veel waarden 'aan factoren die niet direct met werk te maken hebben.' Er moet in het werk ruimte zijn voor je persoonlijkheid. Dat betekent: persoonlijke contacten en passie moeten bevredigd worden.

Bij dit soort beschrijvingen moet je nooit romantiseren. Niet hoe de levensstijl van oudere generaties is, maar ook niet van de nieuwe. Met recht wordt de levenswijze van twintigers die op een dergelijke manier hun brood verdienen ook een 'fact of life' genoemd. Dat is de andere kant van de medaille van een zelfgekozen en vrij leven. Het leven is er best hard op geworden.

De kerk zal met deze individualistische generatie in zijn maag gaan zitten; als ze die niet meer onbewust negeert. Wat heeft de kerk van 'levenslang geloven' met een generatie voor wie elke dag anders is? Valt de kerk niet in het gat van de generatiekloof tussen de mensen die vergrijzen en de mensen die verYzen? Ik voel me ertussen in staan, en dus boven die kloof hangen. Een hachelijke zaak dus; ik voel de urgentie. Ik vergrijs nog niet. Oké, volgens de kapster een beetje, maar dat mag geen naam hebben. Maar ik heb tegelijkertijd juist heel veel zekerheid meegekregen in mijn opvoeding, en later in een vaste baan, met uitzicht op pensioen e.d. Hoe gaat we met de 'Way and Fact of Life' van de Y-generatie om?

We kunnen veel van elkaar leren. En luisteren naar het verhaal van God die Abram roept. Hij moest zijn land en familie verlaten en op weg gaan. Daar gaat Abram als zzp'er. Wat zal hij zich onzeker hebben gevoeld over zijn toekomst. Maar hij ging. Hij voelde zich geroepen. Tegelijk wordt hem iets anders beloofd: een land en een familie die zo groot in aantal is als er sterren zijn. De Y-generatie wijst ons erop dat het veel minder aankomt op materiële zaken als je zo in het leven staat. Tegelijkertijd kan de oudere generatie leren dat je ook in dynamiek kunt bouwen aan zekerheid door elkaar op te zoeken en elkaar te versterken. Als groep, en als gezin. Dan bouw je aan de toekomst op een dynamische manier. Het is de aloude bijbelse dynamiek dus van trekken en settelen.

En de kern daarvan is niet dat we nu eenmaal bij een groep horen, maar dat we geroepen zijn; aangesproken worden door ons geloof. De Y-generatie wijst ons op het belang van onze passie voor ons psychische welzijn. De oudere generaties kunnen leren dat passie groeit in een groep, omdat je daarin elkaar aanvuurt en kunt ondervangen bij psychische vermoeidheid.

Zo is de Y-generatie bij uitstek een geestkrachtige generatie, die tegelijkertijd een sociale omgeving ontbeert waar zijn hun creativiteit en inventiviteit ten volle kunnen ontplooien. De naam waarmee de God van Abra(ha)m zich later aan Mozes presenteert is YHWH; 'Ik ben er/Ik zal er zijn'. De kerk mag zich geroepen weten vanuit en in Gods Naam met deze generatie mee op te lopen, die voor gigantische uitdagingen staat, waarin het risico op falen groot is. Tegelijkertijd kan de kerk zich laven aan de geestdrift van deze generatie, die onder het motto 'geen zorgen voor de dag van morgen' alles uit vandaag haalt wat erin zit, in passionele zin. En zich dus ook veel minder zorgen maakt om de crisis. Die geeft juist duidelijkheid. Ze moeten wel. Tegelijkertijd vertelt het verhaal van ons geloof ook over een visioen voor morgen, dat ons niet doet wegvluchten in vandaag, maar doet leven in de zekerheid dat God met ons meegaat; God die als de wind is.

Zo voel ik me niet oud meer, maar wel horen bij een tussengeneratie, tussen X (tot 1970) en Y (na 1980 geboren). Nog net wat van de opbouw na de oorlog meegekregen van onze ouders en van de zekerheid, maar evengoed de onvanzelfsprekendheid van alles beseffen; ook van kerk en geloven. Een mooie uitdaging; wie pakt hem mee op?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten