dinsdag 13 december 2011

Het Zonnekind doorbreekt de duisternis (preek 3e Adventszondag 2011)

Tekst: Richteren 13 en Lucas 1: 5-17

Podcast/geluidsfragment

Vandaag is de kleur in de kerk iets anders dan tijdens de andere Adventszondagen. De kleur van Advent is paars. Deze kleur staat voor bezinning. En die bezinning is niet zomaar bedoeld als een soort interessante studie. Het is een bezinning op wat er ontbreekt in ons leven. Bezinning op waar gaten vallen, waar mensen buiten de boot vallen. Maar ook op waar het ontbreekt aan moed en troost. En waar toekomst ontbreekt. En waar mensen elkaar en zichzelf te kort doen, en God niet in de laatste plaats. De kleur paars is dan ook de kleur van het lijden.

En als het dan om verwachting gaat in de Adventsperiode dan gaat het niet om een blijde verwachting die ons nieuw leven geeft in de Circle of Life, maar dan gaat het om de verwachting van iemand die onze tekorten opvult. Die onze machteloosheid opheft. Die onze fouten vergeeft en ons feilen draagt. Die onze wonden geneest en ons verzoent met elkaar en met God. Die ons troost en nieuwe moed geeft. Die ons vergezichten laat zien die we voor onmogelijk hielden.

Vandaag beleven we alvast een doorkijkje naar het uitkomen van die verwachting. Daarom is het vandaag roze zondag. Het paars van het lijden is vermengd met het wit van het komende feest. Vandaag schijnt de het witte licht door het donkere paars. Vandaag schijnt de zon door de donkere paarse wolken van dat wat onaf is zwaar op ons drukt. En dit jaar schijnt op deze zondag een hele bijzondere zon: Simson, het zonnekind.

Zijn geboorte wordt aangekondigd in het verhaal uit Richteren van vandaag. Hij is de derde en laatste richter die in deze Adventsperiode aan bod komt. Maar hij is tevens de meest bijzondere. Hij is in het boek Richteren de twaalfde en laatste richter. En twaalf is een belangrijk getal in de bijbel. Dat maakt de groep rechters compleet. De beste voor het laatst. Maar hij is ook bijzonder omdat zijn hele leven aan zijn taak is gewijd. Andere rechters werden tijdens hun leven geroepen, maar deze rechter Simson is vanaf de aankondiging van de geboorte al gewijd aan zijn taak. Hij is een Nazireeër, iemand, wiens leven aan God is gewijd. Dat is ook te merken aan zijn levenswijze. Hij drinkt niet en hij eet geen onrein voedsel. En bovendien mag zijn haar niet afgeschoren worden Een bijzonder mens dus. En ik durf wel te zeggen: onder de rechters uit Richteren degene met een messiaans karakter. Hij moet met zijn leven laten zien hoe God met ons om wil gaan. Hij leeft het voor, nee sterker nog, hij draagt het, tot in de dood.

Oké, hier effe pauze. Hebben we het nog steeds over Simson, die man van die vrouwen en die ezelskaak en die massamoord op de Filistijnen?

Ja, we hebben het nog steeds over die Simson. Maar vergeet je nu niet iets? Vergeet je nu niet dat wat hij deed een terecht oordeel was over de samenleving van toen?

Veertig jaar lang waren de Israëlieten overgeleverd aan de Filistijnen omdat ze kwaad deden in de ogen van God. Nee, geef nou eens niet God de schuld dat Hij de Israëlieten overleverde. Dat deden ze toch echt zelf. Wie zich van God afkeert levert zich over aan andere machten. Die zoekt heil in andere dingen. In een zelfgemaakte god, in bijgeloof, of in het geloof in eigen kunnen. Wie zich van God afkeert past zich aan aan de machthebbers om er het meeste voordeel bij te hebben. Die past zich aan wat het snelle geld van je vraagt, of, zoals bij de Filistijnen, aan de Filistijnse houding ten opzichte van vrouwen. Want de Filistijnse samenleving was een bijzonder vrouwonvriendelijke samenleving. Want vrouwen tellen in de Filistijnse samenleving niet mee. Ze worden ingezet op tal van terreinen waarop ze nuttig zijn of handig in gebruik. Hun lichamen zijn hebbedingetjes. De Filistijnse samenleving is uiteengereten door de overwinning van de mannelijk kracht en verkrachting op de vrouwelijke beminnelijkheid en gelijkwaardigheid, van het mannelijke nemen op het vrouwelijke ontvangen.

Als Simson met zijn leven wil laten zien hoe God met ons om wil gaan, dan laat hij dat dus juist zien in zijn houding tegenover vrouwen. Simson zoekt in zijn liefde de gelijkwaardigheid en hij wil de liefde van God delen.

Dat die liefde bij Delila hem uiteindelijk fataal wordt, ligt niet aan Delila. Zij wordt in de geschiedenis vaak afgeschilderd als een femme fatale die zijn geheim ontfrutselt met haar slimme streken en zijn haar afscheert. Maar in wezen is zij de Judas uit het Simson verhaal. Zij kan niet met hem meegaan tot in de dood, en moet hem wel verraden. En Simson, hij wordt gevangen genomen en schreeuwt in het hol van de leeuw nog één keer om de kracht van God om het kwaad dat de Filistijnen belichamen in het hart te raken. En met die kracht duwt hij twee pilaren omver als een kruisiging, waarin het kwaad met hem ten onder gaat.

Met recht wordt hij dus het Zonnekind genoemd, Simson, bij de aankondiging van zijn geboorte. ‘Hij zal een begin maken met de bevrijding van Israël uit de greep van de Filistijnen.’ Dat hij ongelegen komt en zelfs aanstootgevend is beleefde hij bij leven, toen zijn eigen volk hem in de steek liet, maar beleven we ook nu nog als mensen over hem vertellen. Maar dat ondergaat iedereen die de vinger op de zere plek legt. Neem Johannes de Doper, ook zo’n rauwdouwer. Hij bakt geen zoete broodjes, maar is een sprinkhaneneter in kamelenharenpij. Maar beide mannen heeft God nodig, om de duisternis te doorbreken. En dat gaat onverwacht en op een onconventionele manier. Zowel bij Simson als bij Johannes de Doper lezen we over een onvruchtbare vrouw en over een engel die aankondigt dat ze een kind krijgt. Via de achterdeur, waar niemand het verwacht, brengt God licht in het donkere bestaan van Israël. En de aankondiging gaat nota bene via de vrouw, terwijl mannen de gang van Gods geschiedenis graag zelf in de hand houden. We kennen Zacharias die stomverbaasd was dat zijn vrouw zwanger zou worden. En hij had het daarna even niet meer voor het zeggen.

Maar let ook eens op de vader van Simson, Manoach. De arme man is gepasseerd door de engel, die aan zijn vrouw de goede boodschap van de verwachting van hun zoon doorgeeft. En hij is zo op zijn mannelijkheid getrapt dat hij er geen genoegen mee neemt totdat hij het zelf van de engel heeft gehoord. Maar de engel laat zich niet van de wijs brengen en verwijst steeds weer naar wat hij aan zijn vrouw heeft gezegd. Zij is degene aan wie de engel een opdracht gegeven heeft, niet aan haar man. En als de engel het aanbod om te blijven eten afslaat en aanraadt een offer te brengen en verdwijnt, heeft de arme Manoach helemaal het nakijken. Nee sterker nog, is hij nog bang ook dat hij doodgaat omdat hij God heeft gezien. Het is zijn vrouw die hem tot de orde van God roept: luister eens even jongen, God gaat ons toch niet ombrengen als hij eerst belooft dat wij toekomst hebben? Zie hier de wijsheid van de vrouw. Zij draagt, net als Elizabeth en Maria de toekomst van Israël. ‘De vrouw bracht een zoon ter wereld en noemde hem Simson – Zonnekind. De jongen genoot de zegen van de Heer en groeide voorspoedig op. Tussen Sora en Estaol, waar de Danieten hun tenten hadden opgeslagen, werd hij voor het eerst door de geest van de Heer tot daden aangezet.’

Zo verging het later Jezus, die voorspoedig opgroeide en door de Geest tot daden werd aangezet bij de bruiloft te Kana. Toen begon zijn reis, die eindigde op Golgotha, waar Hij het kwaad op zich nam.

Zo is met de verwachting van de geboorte van Jezus net als met de die van de geboorte van Simson een kritische blik gegeven. Het is niet zomaar nieuw leven of nieuwe toekomst. Het is het doorbreken van oude patronen. Het is het doorbreken van duisternis. En dat geeft een kritische blik op het leven van vandaag. Waar laten wij het leven liggen? Waar vallen gaten? Waar doen we onszelf, anderen en God tekort? Waar verliezen we het leven?

Daar antwoordt God met de verwachting van nieuw leven. Het hoeft niet van ons te komen. Van onze wijze van leven, van onze patronen, van onze structuren. Nee, uit onverwachte hoek, via de achterdeur, komt nieuw leven binnen, waar niemand het verwacht. Dat mag tot bescheidenheid aanleiding geven, en verwondering, zoals dat past bij elke baby. Meer nog dan onze kenmerken draagt elke baby het stempel van zijn maker, onze God. En zeker bij dit ene kind in het bijzonder, Jezus Christus, van God gegeven door de maagd Maria. Maar daarover gaat het de volgende keer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten