donderdag 30 mei 2013

Vertrouwen in de Geest - preek zondag 26 mei 2013




Geluidsfragment/podcast: via kerkomroep.nl


Afgelopen vrijdag was ik op een studiemiddag over gemeenteopbouw en sociale media. Er waren twee boeken verschenen. Een over gemeenteopbouw, en een over het effect van sociale media op de kerk. En toen het over gemeenteopbouw ging, toen benadrukte Jan Hendriks, misschien kent u hem, dat vertrouwen de grondtoon moet zijn in de kerk. Vertrouwen in God en vertrouwen in elkaar. Niet leven uit angst, omdat mensen wegblijven en de kerk anders ten onder gaat. We leven als kerk zo vaak vanuit doemscenario’s en dat het allemaal alleen maar minder wordt. Vertrouwen daarentegen geeft een positieve kracht aan de kerk. Het gaat niet om vertrouwen dat het wel goed komt vanzelf, want dat weten we niet. Misschien gaat het wel totaal anders dan we dachten. Waar het om gaat is dat vertrouwen ons openstelt naar God en naar elkaar. Vertrouwen gaat uit van liefde. Liefde tot God en liefde tot elkaar. Zoals het grote gebod van Jezus zegt: Heb de Heer uw God lief, en uw naaste als uzelf. Vertrouwen gaat uit van liefde, van leven. Angst daarentegen gaat uit van de dood. Dat het allemaal ophoudt. Dat er geen toekomst meer is.

Zo spreken de teksten vandaag ook over de Geest. De Geest is volgens Spreuken de grondtoon van alles wat leeft. Het is de levenbrengende Geest. Het dragend principe. Zonder adem, zonder lucht, zonder Geest is er geen leven. Niet voor niets is de Geest in het Oude Testament vrouwelijk. De Geest geeft leven, drijft mensen voort, brengt nieuwe dingen tot stand, maakt mensen mooi. Als je het vuur in mensen ontdekt, hoe klein het vlammetje misschien ook is, van waar ze passie voor hebben, waar ze voor gaan, waar ze van houden, dan zie je mooie mensen. Met een glimlach, of ontroering in hun ogen, ontspanning in hun gezicht, of een onrustige passie in hun lijf, waarin ze liever vandaag dan morgen iets gaan ondernemen. Dat is mooi. Zien wat mensen drijft.

En zo zouden we veel meer vertrouwen aan elkaar moeten schenken als het om kerk gaat. Veel meer krediet geven aan elkaar waarom we de kerk en het geloof anders beleven. Wat we graag zouden beleven en waar we naar verlangen. Niet kijken naar wat er niet is, maar wat er wel is, en wat er is te vinden in mensen.

Ja maar, zei iemand in de zaal tegen de schrijver. Staat u nu niet teveel stil bij positieve verhalen? Er zijn ook mensen die weinig beleven in hun geloof, maar vooral ook mensen die negatieve ervaringen hebben met de kerk? En dat is ook zo. Veel mensen raken teleurgesteld in de kerk. En die zijn zowel onder kerkgangers als onder niet-kerkgangers te vinden. Mensen in de kerk raken teleurgesteld omdat ze energie verliezen in plaats van energie krijgen van hun werk in de kerk. Dat er soms wel erg veel vergaderd wordt en moet worden voordat er iets kan gebeuren. Of ‘omdat het altijd dezelfde mensen zijn die het moeten doen’. En er zijn mensen die op afstand zijn geraakt door hoe er met ze is omgegaan, of hoe ze juist niet gezien zijn. Niet iedereen vindt een plekje in de kerk, ondanks of dankzij henzelf. En dat maakt de kerk ook zo lastig. Iemand zei me: de kerk is zo bijzonder omdat je op allerlei andere terreinen in je leven vaak je eigen soort mensen tegenkomt. Op je werk, in clubs en verenigingen. Maar in de kerk zit je allemaal bij elkaar.

Maar dat maakt de kerk tot een hachelijke onderneming. Want niets menselijks is de kerk vreemd. En vind je het dan gek dat Jezus op Pesach in Jeruzalem om zich heen kijkt, en geen vertrouwen had in de mensen die om hem heen stonden. Want: ‘niemand hoefde hem iets over de mens te vertellen, want hij wist zelf wat er in een mens omging.’ Over vertrouwen gesproken… Als Jezus het al niet heeft, hoe zouden wij het dan moeten hebben? Bedenk dat eerst dat Jezus hier net uit de tempel komt, waar hij de handelaren en geldwisselaars uit de tempel gejaagd heeft. Mensen die voor hun eigen hachje zich op heilig terrein begeven om te verdienen aan de dienst die God toebehoort. De kerk is er niet om beter te worden van de mensen die komen bidden, maar om hun bidden te voeden en te dragen, en hen tot dienst in de wereld aan te zetten. Maar zo vaak zijn wij kerk voor onszelf, omdat we het belangrijk vinden dat het door moet gaan zoals het gaat. En dat is ook begrijpelijk, want het is niet altijd zonder strijd tot stand gekomen. Niet alleen de kerkgeschiedenis leert dat, maar ook de kleine geschiedenis van een gemeente, waarin we ook strijden voor wat we belangrijk vinden. Of de samenstelling van een nieuw liedboek. Zo gauw het uitgekomen is na een lang en vloeiend proces, van over en weer praten en zoeken en zingen, ligt er nu een liedboek dat als het uitkomt alweer stolt. En dus bekritiseerd wordt om wat er niet in staat, en verdedigd wordt door wie het samenstelden. Waar is ons vertrouwen dan?

Jezus schenkt weinig vertrouwen aan de mensen om hem heen. Dat klinkt niet erg bemoedigend. En toch geeft hij ons perspectief hoe we dat vertrouwen wel kunnen geven. Want het is duidelijk dat de mensen hem niet begrijpen. ‘Zo was er een Farizeëer, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus.’ En hij snapt er geen snars van wat Jezus bedoelt als hij zegt dat de mens opnieuw geboren moet worden. Dat kan toch niet? Dat is net zoiets als twee keer hetzelfde geld uitgeven. Dat kan ook niet. Of zeggen in de kerk: dat hebben we al eens geprobeerd en dat werkt niet. Maar wat Jezus bedoelt met opnieuw geboren worden is niet meer van hetzelfde, niet wéér opnieuw het wiel uit te vinden dat niet past. Jezus zegt letterlijk dat de mens ‘van bovenaf’ opnieuw geboren moet worden. Het komt dus niet van onderaf, van hier uit de wereld, van de mensen, dat er niets nieuws kan komen. Nee, het komt van boven. Van de Geest, die waait waarheen zij wil; je hoort haar geluid, maar je weet niet waar ze vandaan komt en waar ze heen gaat.

Vertrouwen begint niet bij mensen. We stellen onszelf en elkaar, en we stellen God teleur. Maar dan moeten we niet in de kramp schieten, ook of zeker niet in de kerk. Want het is de Geest die ons de moed geeft vertrouwen te schenken allereerst aan haar, aan God, maar ook aan de mensen om ons heen. Ja toch. Omdat die levendmakende Geest iets met ieder van ons doet. De Geest die er al was voor we gemaakt werden. Die ons het leven gaf. En die ons aanspoort dat leven te zoeken. Op zoek te gaan naar sporen van de Geest in elkaar. En wie weet wat daarvan komt! Dat weet je niet. De Geest waait waarheen zij wil. Laat je verleiden. Schenk vertrouwen. In elkaar en in God. Wees niet bang. Want Hij heeft ons lief!

dinsdag 14 mei 2013

Geloven in de Opstanding als Syrious Mission - preek Wezenzondag 12 mei 2013



Geluidsfragment/podcast via kerkomroep.nl


Vandaag is het de zondag na Hemelvaart en de zondag vóór Pinksteren. Hemelvaart was de veertigste dag na Pasen. Pinksteren is de vijftigste dag na Pasen, en daar komt het woord Pinksteren ook vandaan, van het Griekse woord voor vijftig. Op de veertigste dag na Pasen zien de leerlingen Jezus aan hun zicht onttrokken worden als hij opstijgt naar de hemel, zo vertelt het verhaal. Er zijn dan twee engelen die zeggen: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde manier terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’ De woorden van de engelen zouden de leerlingen moeten herinneren aan woorden die Johannes heeft opgeschreven en die we vandaag lazen. Jezus had gezegd in zijn laatste grote toespraak: ‘Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug.’ Van dit vers stamt de naam af voor deze zondag: Wezenzondag, of Zondag van de Weeskinderen. De leerlingen blijven verweesd achter, weten even niet wat ze er allemaal van moeten vinden en wat ze moeten verwachten. Ja, Jezus heeft hen in vlak daarvoor in het verhaal van Johannes een pleitbezorger belooft, de Geest, die, zegt Jezus, altijd bij je zal zijn. Maar nu, nu leven de leerlingen een beetje tussentijds. Tussen de veertigste dag dat Jezus weg gaat en de vijftigste dag dat de Geest komt. Ze zoeken nog naar de spirit, de energie en de inspiratie om hun geloof in de opgestane Christus te laten zien en te verkondigen.

Want dat is waar het allemaal om draaide na Pasen. De leerlingen zaten verborgen ergens bij elkaar, weg uit het zicht van alles en iedereen. Het was voorbij, zo leek het. Voorbij met Jezus, en voorbij met zijn dromen en idealen. Zijn woorden leken gesmoord in zijn dood. En toen kwam er dat getuigenis van een paar vrouwen, en van enkele leerlingen die zeiden: Jezus is niet dood. Hij leeft! En vervolgens verscheen Jezus aan de leerlingen. En toen bleek pas waar het allemaal echt om te doen was geweest. Niet eens zozeer om wat Jezus allemaal bij leven deed, want dat leek verloren toen Hij dood was. Nee, alles wat Jezus zei en deed en voorspelde en droomde kreeg zin omdat Jezus niet dood bleef, maar opstond uit de dood. Zijn Opstanding wierp een totaal ander licht op Jezus’ leven. Voor ons is dat misschien logisch, maar voor de leerlingen die op dat moment dachten: dood is dood; voor hen was dat totaal nieuw!

En de Opstanding werpt niet alleen een ander licht op Jezus’ leven, maar ook op ons leven. En dat is waar de engelen ook op doelen als ze tegen de leerlingen zeggen dat ze niet zo naar de hemel moeten staren. Het effect van de Opstanding op ons leven gebeurt niet daar in de hemel, maar hier op aarde. Hier krijgt ons leven nieuwe glans door de opstanding. Nieuwe hoop, nieuwe kracht, nieuwe energie en creativiteit. Want het geloof in de opstanding is niet iets om bij weg te dromen. Geloof in de opstanding wordt zichtbaar vanuit ons aardse bestaan. Het is daarop dat Paulus doelt als hij zo buitengewoon ingewikkeld over de opstanding praat. Hij schrijft een hoofdstuk lang aan de inwoners van het toenmalige Korinthe over de Opstanding, omdat dit voor hem het kernthema is van het geloof. Want daar is veel discussie over. Wat is dat dan en hoe kan dat dan? Paulus zegt vandaag: ‘Zo staat er ook geschreven: ‘De eerste mens, Adam, werd een levend, aards wezen.’ Maar de laatste Adam werd een levendmakende geest. Niet het geestelijke is er als eerste, maar het aardse; pas daarna komt het geestelijke. De eerste mens kwam uit de aarde voort en was stoffelijk, de tweede mens is hemels.’ Wat Paulus hier denk ik mee bedoelt te zeggen is dat je niet moet denken dat die opstanding alleen maar iets geestelijks is. Het aardse was er eerst. Hij gaat daarmee in discussie met mensen die geloven dat we als een vonkje van het goddelijke op aarde neerdalen, dan een tijdje gevangen zitten in het aardse, en vervolgens weer verlost worden en als een goddelijk vonkje met God verenigd worden, of zelfs zelf God zijn. Een wijdverbreide gedachte. Die gedachte komt er dus op neer dat het leven hier enkel maar bijzaak is, en een behoorlijke last ook. Dat we er zelfs in gevangen zitten en dat de verlossing, onze redding dus bestaat uit een bevrijding uit dit aardse bestaan terug naar het geestelijke bestaan. En Paulus zegt: neen! Ja, er moet opstanding zijn door alles wat doods is heen. Want er is veel doods, er mislukt veel en veel mensen zitten op een dood spoor, of leven letterlijk of figuurlijk zonder toekomst. Er is opstanding nodig. Wat de eerste Adam niet voor elkaar kreeg, kreeg de tweede Adam, Jezus wel voor elkaar. Het doodse patroon doorbreken van wat mensen elkaar aandoen en wat mensen overkomt. En die tweede Adam, ja, die staat voor een geestelijke werkelijkheid. Maar niet zonder de aardse werkelijkheid. Het is déze wereld die herschapen wordt. We keren niet zomaar terug naar een geestelijke werkelijkheid na onze dood. We zijn gemaakt in deze wereld. We kwamen zogezegd met de eerste Adam uit de aarde voort, en deze wereld wordt opnieuw, geestelijk herschapen.

Dus: als wij geloven vanuit die Opstanding, dan doet dit leven en dit aardse bestaan er wel degelijk toe. Want dit leven wordt herschapen. Het is geen wachten op een ander bestaan. Het is geloven in een nieuw bestaan. Dat terugstraalt op dit leven. En ons leven hier in een nieuw licht stelt. Dus is het geloof in de opgestane Jezus er niet om naar de hemel te staren, maar om op weg te gaan. Hier is het te doen. En vandaag, op deze Wezenzondag, is dan even de vraag hoe we dat doen als Jezus terugkomst op zich laat wachten en we de Geest nog niet hebben om op te staan. Dat is waarom deze zondag heel dichtbij kan komen. Deze zondag gaat over het verweesde gevoel in je eentje te moeten geloven zonder dat je Jezus ziet en de Geest voelt. Het verhaal is mooi, maar als je er weinig bij voelt. Of als alles in je leven het tegenspreekt. Hoe sta je op dan? Waar haal je de kracht vandaan? Voor dat verweesde gevoel bidden we straks.

En dan is het vandaag ook nog Moederdag. Wezenzondag en Moederdag op een en hetzelfde moment. Dankbaar zijn we voor de moeders die kinderen op de wereld zetten die de toekomst hebben. En verweesd voelen zij zich, die hun moeder moeten missen. Voor ons betekent dat vaak dat we in de loop van ons leven onze ouders verliezen. Zoals dat gaat. Maar toch. Het blijft je moeder, je vader, en ben je dan ineens geen kind meer? Het is altijd een ingrijpend moment voor mensen als ze hun laatste ouder wegdragen naar zijn graf, en dat zijzelf dan nu de oudste generatie zijn. Vaak ben je allang geen kind meer, en leid je al lang een volwassen leven, maar toch, je blijft een kind van je ouders en blijft nu al wees achter. En de een kan daar beter mee omgaan dan de ander. De een voelt zich verweesd, en de ander zegt: zo is het goed.  

Het is niet iedereen gegeven zijn moeder, zijn vader, op hoge leeftijd uit handen te moeten geven. Wie een ouder jong verliest, blijft met een gat in zijn leven achter dat moeilijk is op te vullen. En hoe dan ook, het tekent je. En je neemt het je hele verdere ontwikkeling mee. Je zult het voor een deel nu veel meer zelf moeten doen. En wat dan te denken van oorlogswezen? Deze week sprak ik met iemand van de oudste generatie, en die vroeg me wat we nu eigenlijk zouden kunnen bidden voor Syrië? Wat zouden we van God kunnen verwachten en bovendien, wie zijn de goeden en wie de kwaden?

In ieder geval is het niet de kinderen aan te rekenen. En zij zijn het kind van de rekening. Zij hebben geen deel aan het conflict, maar dragen wel de zwaarste lasten. Ze kunnen geen kind meer zijn, van huis en haard, en soms ook van hun ouders, dood of levend, verdreven. Toen ik over deze Wezenzondag twitterde, wees een vriend van de theateropleiding waar ik op gezeten heb, mij op een project waar hij zich voor inzet: Syrious Mission. En in de schrijfwijze van Syrious zit een verwijzing naar Syrië. Het is een bijzonder muzikaal project om gevluchte kinderen, veelal wezen, in veilige gebieden met muziek weer terug te brengen naar hun kind zijn. En ze daarin wat troost te geven en nieuwe kracht. Kracht om te leven in plaats van te overleven. Wat mij betreft is dat een voorbeeld van niet naar de hemel staren, en ook niet blijven bij de aardse werkelijkheid, maar vanuit de hoop op een nieuwe wereld door de oorlog heen kijken, en de kinderen zien: nieuw leven. Als we hen steunen, blijven ze weliswaar als wees, maar minder verweesd achter en krijgen ze geestkracht om verder te gaan. Als nieuwe mensen, nieuwe adammen, door muziek herboren.

Het gedicht dat Martijn Zohlandt voordroeg naar aanleiding van Syrious Mission is het volgende:


Een lied tegen de derde wereldoorlog
Wij die met eigen ogen de aarde zien verscheurd
maar blind en onmeedogend ontkennen wat gebeurt:
dat oorlog is geboden en vrede niet mag zijn,
dat mensen mensen doden dat wij die mensen zijn.
Wij die nog mogen leven van hoop en vrees vervuld,
aan machten prijsgegeven aan meer dan eigen schuld,
wij die god weet hoe verder tot hiertoe zijn gespaard,
dat wij toch nooit erkennen het recht van vuur en zwaard.
Dat wij toch niet vergeten waartoe wij zijn gemaakt,
dat diep in ons geweten opnieuw het licht ontwaakt,
dat in ons wordt herschapen de geest die in overleeft,
dat onze lieve aarde nog kans op redding heeft.
Huub Oosterhuis

vrijdag 10 mei 2013

Bijzonder muzikaal bezoek op zondag 12 mei: Syrious Mission


Syrious Mission
Op zondag 12 mei is het Wezenzondag, of zondag van de Weeskinderen. De zondag heet zo door wat Jezus zegt in de lezing van die zondag, de zondag na Hemelvaart: ‘Ik laat jullie niet als wezen achter’ (Johannes 14: 18). Dit zegt Jezus na de belofte dat de Geest zal komen als pleitbezorger, als bijstand, als Jezus er niet meer is. Een trooster, ‘die altijd bij je zal zijn.’
Toen ik op Twitter over deze Wezenzondag schreef, kreeg ik een antwoord van een vriend van de theateropleiding:
Syrious Mission twitterMartijn gaat zich inzetten voor vluchtelingenkinderen, veelal wezen, die Syrië ontvlucht zijn. Ik heb hem uitgenodigd om te komen vertellen over dit project. Mijn preek zal hier een opstapje naartoe zijn. Martijn zal over het project vertellen en hij zal met onze kinderen een liedje spelen en zingen, zoals hij dat ook met de kinderen daar zal doen. Dat wordt dus een heel bijzonder bezoek! En Martijn heeft lang geleden ooit theologie gestudeerd, dus hij kent nog wel een liedje dat alle kinderen met hem in de kerk kunnen zingen. Komen jullie ook?
Hieronder vindt u wat informatie over het project dat u deze week wellicht ook in Nieuwsuur voorbij zag komen:
Syrious Mission – muziekproject in Syrisch vluchtelingenkamp
Vanaf eind april reizen teams van creatieve musici en artiesten op initiatief van Merlijn Twaalfhoven naar Jordanië om een project op te zetten in een Syrisch vluchtelingenkamp. In samenwerking met UNICEF krijgen de kinderen in het kamp workshops waarin zij op muzikale wijze hun verhaal leren delen met elkaar en de buitenwereld. Deze activiteiten resulteren in een concert waarin de boodschap van deze kinderen hoorbaar wordt voor de buitenwereld. Op deze wijze wil Merlijn de verlammende situatie waarin de wereld zich afzijdig houdt van het geweld in Syrië doorbreken en actieve verbintenissen maken tussen Nederlanders en de Syriërs die níet het journaal halen. Juist zij vertellen ons veel meer over de situatie dan beelden van rook en puin.
Eind mei vertrekt de 2e missie onder leiding van kleinkunstenaar Marc Oyserman.
HET PLAN
We reizen naar Amman, Jordanië en van daaruit naar een van de Syrische vluchtelingenkampen. Dit is dus in de buurt van de Syrische grens, maar in Jordanië.
Hier gaan we dagelijks met groepen kinderen en evt volwassenen muziek maken, ontwerpen, ontwikkelen.
-instrumenten maken: gebruik maken van bestaand (afval) materiaal
-zingen, klappen etc.
-zelf meespelen
Er wordt ook met de kinderen gesproken, geschreven aan poëtische teksten, persoonlijks verhalen. Deze workshops leiden naar een concert waarin de kinderen laten zien wie ze zijn, hun verhalen delen en (aan de buitenwereld en elkaar) een gezicht geven aan de Syrische oorlog. Dit concert wordt onconventioneel, creatief, avontuurlijk, primitief maar met een professionele component van de teamleden en eventueel aanwezige ervaren musici in het kamp. We delen onze ervaringen d.m.v. blogs, foto’s en filmmateriaal. We hopen zo een groot publiek te bereiken.
ARTISTIEK
Het streven is om het “slotconcert” een soort opera te laten zijn, waarin enkele kinderen hun verhaal zingen en alle anderen hier muzikale structuren omheen bouwen.
Er kan dan ook een aparte versie voor film komen, als een video clip, dus zonder publiek.
DONATIES VAN HARTE WELKOM
In samenspraak met de diaconie wordt gekeken hoe we als gemeente op korte termijn actie hiervoor kunnen ondernemen. Doneren is ook mogelijk via de websitewww.getitdone.org/projects/107. Daarop staat een knop ‘Donate now’ waar u heel gemakkelijk met iDeal of met een creditcard een klein of groter bedrag kunt overmaken. Van harte aanbevolen.
Muziek heelt, muziek helpt. In het deuterocanonieke bijbelboek Wijsheid van Jezus Sirach 32: 3 staat: “Oude man, het siert je het woord te nemen en te spreken over zaken waarvan je kennis hebt, maar wees stil wanneer er muziek wordt gemaakt.” Want die wordt door kinderen gemaakt!
Ds. Otto Grevink

donderdag 9 mei 2013

Opstanding laat je stralen - preek Hemelvaart 9 mei 2013




Geluidsfragment/podcast via kerkomroep


Veertig dagen geleden was het Pasen. Op dat feest lazen we het verhaal van de getuigenis van de leerlingen dat Jezus is opgestaan. Opgestaan uit de dood. Reden tot grote blijdschap. Jezus is niet dood, Hij leeft! Het lijkt alsof de leerlingen daar in het verhaal van Lucas, zoals hij dat in zijn Evangelie en Handelingen vertelt; het lijkt alsof de leerlingen daar even aan moeten wennen, dat Jezus is opgestaan. We horen het verhaal van de twee leerlingen die onderweg waren naar Emmaüs. Zij begrepen niet wat er gebeurd was en bleven hangen bij Jezus’ dood. Hoezo opgestaan? En hoe dan? In het verhaal van Lukas krijgen de leerlingen veertig dagen om in het bijzijn van de opgestane Heer te wennen aan het idee dat Jezus is opgestaan. En als ze dan Jezus opgenomen zien worden naar de hemel, blijven ze nog een beetje schaapachtig naar de hemel staren. En wat is dit nu weer?

De apostel Paulus is geen leerling van Jezus zoals de anderen. Hij heeft Jezus niet van nabij meegemaakt. Hij heeft zogezegd geen deel uitgemaakt van Jezus’ aardse leven. Hij was zelfs van diens volgelingen een vervolger. Hij vervolgde als fanatieke Jood de mensen die de Jood Jezus de Messias en de opgestane Heer noemden. Maar deze Paulus, die toen nog Saulus heette, werd zelf geconfronteerd met de opgestane Heer. Op weg naar Damascus verscheen Jezus als de Opgestane aan hem. Zo raakte Paulus overtuigd van het gelijk van de mensen die hij eerst vervolgde. Hij noemt zichzelf daarom ook niet voor niets ‘de minste onder de leerlingen’.

Omdat Paulus Jezus dus enkel kent als de Opgestane, is het ook niet zo gek dat hij de Opstanding als het kernthema van het geloof zo nadrukkelijk naar voren brengt. De betekenis van Jezus voor ons, en voor onze relatie met God, is dat Hij is opgestaan. Het is het kernthema geworden van het vijftiende hoofdstuk van de eerste brief van Paulus aan de inwoners van Korinthe. Door dat hoofdstuk in stukjes tussen Pasen en Pinksteren te lezen worden wij net als de leerlingen bij Lukas meegenomen stukje bij beetje in dat ongelofelijke maar geloofwaardige, dat Jezus is opgestaan.

Want het is nogal wat om te geloven dat Jezus is opgestaan. En dat wij in Zijn kielzog ook zullen opstaan. De voornaamste vraag die we dan toch stellen is: hoe dan? Paulus geeft daar vandaag antwoord op. En dat antwoord geeft ook licht op Hemelvaart. Want ook de hemelvaart is moeilijk een betekenis te geven voor ons geloven hier en nu. Nu lijkt Paulus het verhaal van de hemelvaart zoals wij dat vandaag lezen niet te kennen of niet mee te nemen. Voor hem gebeurt dood, opstanding en verhoging in een en dezelfde beweging. We lezen bij Paulus niet over veertig dagen waarin Jezus rondliep met zijn leerlingen. Maar de betekenis van Hemelvaart horen we wel bij Paulus als hij de vraag beantwoordt hoe de doden dan zullen opstaan.

Paulus ziet de worsteling van de inwoners van Korinthe en misschien ook wel onze worsteling om een voorstelling te maken bij de opstanding van de doden. Dood is immers toch dood? En hoe kan wat vergaat, ons lichaam, dat al aftakelt tijdens ons leven, nu mee opstaan uit de dood? Paulus had het zich er makkelijk vanaf kunnen maken door te zeggen dat het alleen de ziel is die opstaat, maar dat doet hij niet. Paulus probeert met een vergelijking met een zaadje duidelijk te maken dat mensen ook zullen opstaan met een lichaam, maar met een nieuw lichaam. Zoals een zaadje sterft in de grond als het is gezaaid, en daarna zijn eigen vorm geeft aan wat eruit voortkomt, zo sterft ook het aardse lichaam, en krijgen we er een nieuw, geestelijk lichaam voor terug. Waarom zo moeilijk? Omdat Paulus daarmee uit wil drukken dat wij uniek zijn en uniek blijven voor God. En dat het leven van ieder van ons, of je nu lang hebt geleefd of kort, of het nu succesvol was of door diepe dalen ging, of je geslaagd bent of steeds niet slaagde in wat je voor ogen had; al onze levens zijn voor God van eeuwigheidswaarde. Dat is wat Paulus bedoelt als hij zegt: Wat in vergankelijke vorm wordt gezaaid, wordt in onvergankelijke vorm opgewekt. Ons leven heeft voor God eeuwigheidswaarde. En de opstanding na onze dood herschept wie wij zijn, ziel en lichaam.

Dat Jezus is opgestaan uit de dood, en dat wij in zijn kielzog zullen opstaan, straalt terug op ons leven hier en nu. Omdat het leven nooit zinloos is in het licht van de opstanding. En omdat het nooit zinloos is om je in te zetten voor anderen, hoe uitzichtloos hun situatie ook is en hoezeer het leven ook doodloopt. Vandaag wordt dat op Hemelvaart nog eens extra benadrukt, met een paar verzen bij Paulus die draaien om het woord ‘schittering’ of ‘glans’. Paulus verlaat even zijn vergelijking over het zaadje en zegt dan in vers 40: ‘Er zijn lichamen aan de hemel en lichamen op aarde, maar de schittering van een hemellichaam is anders dan die van een aards lichaam.’ En vervolgens heeft elk hemellichaam ook zijn eigen schittering. En dan zegt Paulus dat het ook zo is met de opstanding van de doden: ‘wat onaanzienlijk en zwak is wanneer het wordt gezaaid, wordt met schittering en kracht opgewekt.’

Opstanding laat je stralen. Misschien is dat ook wel het voornaamste dat er gebeurde met Hemelvaart. We noemen het ook wel de verhoging of verheerlijking van Christus, maar wat betekent dat nou? Ik denk dat die hemelvaart ons een doorkijkje geeft in de hemelse werkelijkheid na de opstanding. Dat de leerlingen iets van die schittering die Paulus noemt gezien hebben. Net zoals het stralende licht dat de leerlingen bij Jezus en Mozes en Elia op de berg zagen, waarna Mozes en Elia ineens weg waren in een groot licht, dat dat hier met Jezus gebeurt. De leerlingen kregen een doorkijkje in de hemelse werkelijkheid na de opstanding. En die schitterende werkelijkheid van een nieuw leven dat glans krijgt, moet de leerlingen en ons bemoedigen om verder te gaan.

Want dat het leven hier aards is en doodloopt, en dat velen van ons dat aan den lijve, ook vaak letterlijk, ervaren, wordt gedragen door de hemelse werkelijkheid dat ons leven van eeuwigheidswaarde is. Jezus is bij God, vertelt het hemelvaartsevangelie. En Hij gaat ons daarin voor. Hij is onze voorspraak bij God, om ons leven niet te laten blijven bij wat het nu is, dat hoe mooi het ook kan zijn, het leven hier wel afloopt, doodloopt. Die hemelse werkelijkheid laat ons stralen. Die verheerlijking geeft ons schittering. Omdat ons leven van eeuwigheidswaarde is, mag dat van ons afstralen. In waar we voor staan, en in waartegen we opstaan. Als we zien dat mensen lijden onder onrecht. Als we zien dat mensen verloren dreigen te gaan door wat hen wordt aangedaan of wat er in hen woedt aan onrust en pijn. Het mag van ons afstralen als we ons inzetten voor anderen, en het mag van ons afstralen als we in ons eigen leven ergens voor gaan. Voor dromen en idealen die misschien allemaal niet zo realistisch lijken, maar die getuigen van een andere, hemelse, werkelijkheid, die wel degelijk ook hier voet aan de grond kan krijgen. Ongekende mogelijkheden laat zien. Doen wat goed is, niet omdat het verstandig is, maar omdat het goed is. Punt. Durven kijken voorbij wat er zich voor je neus afspeelt en kijken of het niet anders kan. Omdenken en niet vastdenken. Niet bij problemen blijven staan, maar mogelijkheden zoeken. En ja, dat is niet makkelijk, want nee, het leven is niet altijd leuk, of misschien zelfs altijd niet leuk. Maar het leven is niet meer alleen dit leven hier en nu, het staat in het stralende licht van de opstanding van Christus en zijn hemelvaart, waarin Hij bij God onze voorspraak is. Om ons te laten delen in Zijn opstanding. Zodat niets verloren gaat van wat Gods hand met ons begon. Straal dat uit in je leven en ga daarmee verder. Op weg, net als de leerlingen, in de belofte dat Zijn Geest ons zal helpen. Ook hier zijn we niet alleen, we hebben niet alleen een Voorspreker in de hemel, maar ook een Pleitbezorger hier op aarde. Maar dat is de volgende stap op weg naar Pinksteren. In het verhaal dat de komende dagen verder gaat.

dinsdag 7 mei 2013

Nieuw Liedboek brengt tradities bij elkaar - ‘In het zingen zijn we eindelijk eens van het denken af’


Zo divers als de kerken zijn, zo divers zijn ook de liederen die gelovigen zingen. Van al deze soorten liederen zijn er 1016 liederen geselecteerd voor een nieuw Liedboek, dat op 25 mei verschijnt. Om gezongen te worden in de kerk, op school, in clubs en thuis. Een eerste kennismaking wordt door de Protestantse Gemeenten Midden-Langstraat georganiseerd op woensdag 15 mei om 20.00u in de Ambrosiuskerk. We gaan lekker zingen onder begeleiding van twee zanggroepen. Ds. Wim van der Aa leidt het nieuwe Liedboek in. Toegang is vrij; een proefbundeltje kost €1.


Veel mensen zingen graag. Goed of minder goed, dat maakt niet uit. ‘In het zingen zijn we eindelijk eens van het denken af’, zei de theoloog Van Ruler. Ook gelovigen mensen zingen vaak graag, en niet alleen in de kerk. De kerken verschillen in wat ze in hun kerkdiensten zingen. In ieder geval de psalmen, de geloofsliederen uit de bijbel, vaak aangevuld met bepaalde gezangen en liederen. Maar ook buiten de kerkdiensten wordt door gelovigen gezongen. Op de zondagsschool en tijdens clubs, maar ook op school en thuis. Om alleen te zingen, of met elkaar. ‘Zingen is twee keer bidden’, zei een kerkvader. En vaak zingen we dan uit een breder repertoire: opwekkingsliederen en kinderliederen. Maar ook meer spirituele liederen uit de traditie van Taizé en Iona, die mensen soms kennen van vakantie bij een bezoek aan die plaatsen. En er zijn natuurlijk de oude klassiekers van Johan de Heer. Zo zijn er in de loop der tijd heel veel verschillende soorten liederen gangbaar geworden. Daarom putten veel kerken en gelovigen naast de gangbare liedboeken ook uit andere bundels, soms ook in de kerkdienst, maar daarnaast voor clubs, school en thuis.

Zo werd het tijd voor een nieuw Liedboek, waarin al die soorten liederen samenkomen. De Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied presenteert dat liedboek op zaterdag 25 mei in Monnickendam. Naast de Protestantse Kerk in Nederland hebben o.a. ook de Nederlands Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt en Protestantse kerken uit België hieraan meegewerkt. Een bundel liederen waaruit iedereen zijn liederen kan putten die graag gezongen worden in kerkdiensten, op clubs, scholen en thuis. Een bundel die bedoeld is zodat iedereen zijn eigen liederen kan zingen en daarnaast kan kennismaken met tal van andere liederen die medegelovigen zingen.

Een eerste kennismaking organiseren de Protestantse Gemeenten Midden-Langstraat op woensdagavond 15 mei in de Ambrosiuskerk om 20.00u. Er is dan een bundeltje beschikbaar met 40 liederen uit verschillende tradities die in het liedboek zullen verschijnen. Het bundeltje is verkrijgbaar voor de kostprijs van €1. De zanggroep van de Protestantse Gemeente Waalwijk en de cantorij van de Gereformeerde Kerk Sprang-Capelle e.o. hebben een aantal liederen al geoefend zodat we ze makkelijk met elkaar zullen zingen. Ze staan onder leiding Gerard Boersma en Corine Vreeken. Ds. Wim van der Aa zal enige achtergronden vertellen bij de totstandkoming en de samenstelling van het nieuwe Liedboek. Van der Aa was betrokken hierbij. Meer informatie over het nieuwe Liedboek is te vinden op www.liedboek.nl en op www.eennieuwliedboek.nl, waar ook een eerste lijst van 173 liederen gepubliceerd is die in het liedboek zullen verschijnen.

Meer info: ds. Otto Grevink, 0416-349952 en oogrevink@kerkinwaalwijk.nl, www.kerkinwaalwijk.nl

Opstanding is bevrijding - preek op Bevrijdingsdag 5 mei 2013



Geluidsfragment/podcast via www.kerkomroep.nl

Vandaag is het Bevrijdingsdag. Een feestdag die volgt op de dag van Dodenherdenking. Het zijn dagen die we over hebben gehouden aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Maar in de loop van de tijd zijn deze dagen ook in het teken gaan staan van alle slachtoffers van zovele oorlogen en conflicten, dichtbij en ver weg. En dan natuurlijk ook voor alle strijders, militairen en mensen die op andere manieren verzet boden tegen tyrannie, die sneuvelden of juist een onuitwisbare indruk van vrijheid gaven.

Voor mijzelf zijn het ook dagen die me doen beseffen wat de kern van ons geloof is. De kern die ook Paulus in het vijftiende hoofdstuk van zijn eerste brief aan de inwoners van Korinthe, benoemd. Voor Paulus is de kern van het geloof de Opstanding. En dat is de kern voor mij ook. Ik denk dat het een kern is die niet meer voor elke gelovige vanzelfsprekend is. Want de eerste vraag is dan meteen: ja, maar hoe dan? Daar komen we zo op. Eerst is de vraag waarom de Opstanding zo belangrijk is voor het geloof dat het de kern is?

Als het om de Opstanding gaat, dan gaat het natuurlijk allereerst om de Opstanding van Jezus Christus; het verhaal van Pasen. En in Jezus’ kielzog mogen wij delen in die Opstanding. Maar wat betekent dat dan? Als ik het voor mezelf moet omschrijven dan betekent Opstanding gewoon dat Jezus niet dood is, maar dat Hij leeft. En geen woordspelletjes van ‘Hij leeft voort in onze gedachten of in onze nagedachtenis zoals straks tijdens het Avondmaal’, nee: Jezus leeft zelf. Hoe? Geen idee, dat is Gods werk. En dat is niet flauw afschuiven. Dat is nu juist het wonder. Jezus leeft en wij met Hem.

En ik zeg het niet alleen met mijn hoofd, ik kan het ook voelen. En ik zal u vertellen waar de Opstanding dan voor mij over gaat. Opstanding gaat hierover dat de dood niet het einde is. Dood is niet dood. Dat betekent dat elk leven dezelfde waarde heeft. Of het nu lang heeft geduurd of kort. Of het nu succesvol is geweest of een groot diep dal. Of het nu sterk is geweest of zwak, ook in de morele zin of iemand goed te noemen was of slecht. Al onze levens, hoe ze ook lopen, dankzij en ondanks ons; al onze levens hebben dezelfde waarde. Waarom? Omdat er bij de dood geen eindafrekening ligt te wachten, of zelfs niet dat we in de dood toch allemaal gelijk zijn omdat we immers allemaal een keer dood gaan. Nee, al onze levens hebben dezelfde waarde omdat ze voor God van eeuwigheidswaarde zijn. Ons leven houdt niet op bij wat wij niet voor elkaar kregen. Ons leven houdt niet op bij wat we hebben nagelaten. Ons leven houdt niet op bij alle breuken die we ervaren in ons leven. Ons leven houdt niet op bij de ziekten die ons overkomen, geestelijk en lichamelijk. Ons leven houdt niet op bij onze dood. Ons leven is meer, veel meer dan wat wij doen en wat ons overkomt. Zelfs het meest radicale einde, de dood, waarin we alles verliezen, is het einde niet. Jezus’ Opstanding uit de dood laat zien dat God aan alles wat het leven in ons dooft en doodt, een halt toeroept, en het leven herschept, nieuw maakt, en voort laat leven. Niet in de herinnering van wie achterblijven, maar in God.

En dat: dat ons leven niet ophoudt bij alles waar wij doodlopen of aan dood gaat, maar dat het leven dóórgaat, dat straalt terug naar ons leven hier en nu. En het geeft een enorme kracht om op te staan tegen alles wat het leven tegenstaat. Omdat ik geloof in de Opstanding, blijft ik geloven in een toekomst voor wie geen toekomst ziet. Omdat ik geloof in de Opstanding is niets zinloos wat ik doe voor een ander, zelfs niet als ik daar alleen maar bij zou verliezen. En zij die hun leven gaven voor de vrijheid van anderen, zijn niet dood, zij leven allen. Zij vinden in hun graf bij God gehoor. Het geloof in de Opstanding geeft ruimte om visioenen te hebben van een wereld die echt anders is, omdat de wereld echt anders wordt. Niet door ons, maar omdat God hem zal herscheppen. En dat geeft ons kracht om er nu een steentje aan bij te dragen. En om vol te houden, daar waar alles die visioenen tegenspreekt door oorlog, uitbuiting, onderdrukking, discriminatie. De dichter Van Randwijck schreef in de oorlog, en zijn tekst staat op een monument in Amsterdam: ‘Het volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht.’ Het geloof in de Opstanding gaat voor mij over daar waar het leven op het spel staat, of aan zinloosheid ten onder dreigt te gaan. Het leven gaat dóór, het zal niet ophouden, omdat het van God komt en God het niet erbij laat zitten. En dat is voor ons een aansporing om het er ook niet bij te laten zitten.

Wie nuchter blijft kijken, blijft zich natuurlijk afvragen: ja, maar hoe dan? Hoe kan een mens opstaan uit de dood? En dan vooral: lichamelijk? In de geloofsbelijdenis die we straks zingen is het al weggemoffeld: daar zingen we van verrijzenis. Maar de klassieke geloofsbelijdenis spreekt van de ‘opstanding des vleses’ ofwel de lichamelijk opstanding. En kunnen we dat nog geloven? Nee toch? Nee, niet als je ervan uitgaat dat dit lichaam wat we nu hebben ons lichaam is na de opstanding. Alsof het niet zou vergaan. Dat zou een nog grotere ontkenning zijn van het leven dan de dood zelf. Alsof ons leven niet onderhevig is aan van alles waar we aan vergaan. Dingen die in ons sterven. Maar ook ons lichaam dat aftakelt en verre van perfect is. Ons lichaam vergaat en dood is in die zin dood, gewoon letterlijk. Maar de dood is het einde niet. En wat Paulus met een lichamelijke opstanding bedoelt te zeggen is dat we niet overgaan in een soort geestelijk mengsel van allemaal zielen, maar dat wijzelf, lichaam en ziel, voortleven. Wij zijn ook ons lichaam, en al ondergaat dat van alles, en vergaat het als we dood gaan, we krijgen een nieuw lichaam terug. Want we blijven wie we zijn. En juist omdat God ons zo serieus neemt, laat Hij het niet bij een geestelijk voortbestaan, maar God geeft aan ons ‘de vorm die hij heeft vastgesteld en hij geeft elke zaadkorrel zijn eigen vorm.’. In het beeld van de zaadkorrel wordt duidelijk gemaakt door Paulus dat we sterven, dat is zo, maar uit dat zaadje komt iets nieuws voort, iets dat net zo uniek is al wij hier op aarde zijn. Niemand gaat verloren, en in die zin gaat ook niets verloren van wie jij bent. De kern van het christelijk geloof, de Opstanding, betekent dat jouw kern te allen tijde bewaard en uniek blijft. Je bent en blijft geliefd door God, wat er ook gebeurt, en of je leven nu kort of lang duurt, en over rozen gaat of vol met dorens ligt. We zijn allemaal gelijk. Want ons leven gaat dóór.

En dat geeft ons de kracht om boven onszelf uit te stijgen en op te staan tegen onrecht, of het nu discriminatie is of onderdrukking, maar ook een depressie of een ziekte van iemand. We blijven geloven in het leven, omdat het niet zinloos is. Zinloos geweld bestaat, maar zinloos leven niet. Niet door wat wijzelf doen, maar door wat God doet; en waardoor wij kunnen leven. En opstaan. Tegen alles wat dat leven bedreigt.

En staan wij daar dan nu alleen in, wachtend tot God ons opwacht? Nee, als Jezus in het Evangelieverhaal zijn einde nabij weet, troost Hij zijn leerlingen met het volgende: Ik stuur jullie de pleitbezorger, de Geest. Een pleitbezorger is iemand die bijstaat, die troost en ook  geestkracht geeft om te kunnen leven hier op aarde.  En daartoe laat Jezus zijn vrede na en geeft Hij die. Een innerlijke vrede die zich uitstrekt over het verleden, waarvoor Hij de vrede nalaat, en over de toekomst, waarvoor Hij de vrede geeft. Vrede is de gemoedstoestand dat we zullen leven voor God, ongeacht wat wij ervan maken en hoe we eraan toe zijn. Vrede ook, om vrede te brengen, om leven te zoeken, om op te staan tegen onrecht en pijn, de tirannie van onderdrukking, van zonde te weerstaan. Het licht nooit te laten doven, omdat het ondoofbaar is. Op Bevrijdingsdag wens ik u die vrede toe. Die vrede, dat is pas echt bevrijding!