zondag 27 maart 2016

Hoe is Pasen een antwoord op wat er allemaal gebeurt? Preek Pasen 27-03-16


Wat is er veel gebeurd de afgelopen dagen. Wat zijn we geschrokken van de aanslagen van dinsdag in Brussel. We zien de mensen nog voor ons die bevangen werden door complete paniek en radeloosheid, wegrennend uit het vliegveld en de metrotunnel. Of verborgen middenin het zwarte donker onder de grond, of de grijze stofmassa in de vertrekhal. En we beseffen: het komt wel erg dichtbij. Relativeren is goed: de kans dat je door een ander ongeluk om het leven komt is groter. Maar toch: juist de willekeur, de gruwelijkheid, en de paniek en de angst maken de indruk ervan veel heftiger.

Wat is er veel gebeurd de afgelopen dagen. Zo onder de indruk als mensen dinsdag waren,   zo vol waren mensen donderdag van het overlijden van een voetballer van naam. De ene verlosser drukte de andere bijna van het podium van The Passion. Totdat we ook beseften, denk ik te hebben gemerkt, dat als er één dat niet gewild zou hebben,dat Johan Cruijff zelf was. Die zijn ziekte en zijn crematie in besloten kring heeft willen houden. En dat is hem ook gelukt.

Wat is er veel gebeurd de afgelopen dagen. Misschien zit je ook wel even bij te komen hier van perikelen op het werk, het paasontbijt of -lunch op school of op het werk, de alledaagse zorg, de alledaagse beslommeringen van een gezin of van grootouder zijn, je eigen rouw en verdriet...

En toch wordt het Pasen
God heeft het hartstikke druk gehad deze week, schreef columnist en cabaretier Pieter Derks.

zaterdag 26 maart 2016

Actuele teksten bij kruiswegstaties - Goede Vrijdag 2016

Deze kruiswegstaties zijn gefotografeerd op een vakantie in Frankrijk, in een 12e eeuwse kerk in Alet les Bains. De staties komen vermoedelijk uit de 17e eeuw. De teksten actualiseren de staties en zijn geschreven door ds. Otto Grevink.


I          Jezus wordt ter dood veroordeeld 

Wie kan de liefde veroordelen?
Wie kan zijn handen in onschuld wassen als liefde ontkend wordt?
Wie kan de liefde ontkennen uit angst dat het je wel eens in zijn greep zou kunnen krijgen?
Dat je erdoor bevangen zou worden?
En dat het consequenties heeft voor je leven?
Wie durft zich te laten raken door de vele bootjes op zee?
En de mensen die in onze naam gevangen worden genomen?


II         Jezus neemt het kruis op zijn schouders

vrijdag 25 maart 2016

Hoe houden we het uit in de dreiging en de angst? Preek Witte Donderdag 24-03-16

Tekst: Exodus 12: 15-20; Lucas 22: 14-34 ; Johannes 14: 15-31

Op Witte Donderdag lezen we het verhaal, waarin Jezus tijdens het Joodse Paasmaal brood en wijn neemt en ons oproept dat te blijven doen. Ook als hij er niet meer is. Kennelijk vindt hij het heel belangrijk dat zijn leerlingen, en dat wij dat blijven doen. Waarom vindt Jezus die maaltijd zo belangrijk? Zo belangrijk dat het misschien wel het allereerste is waar je aan moet denken als het om een geloofsgemeenschap gaat: een maaltijd houden?

Zie het volgende even voor je: Jezus voelt de dreiging op hem afkomen. Hij voelt de vijandigheid van de religieuze leiders in Jeruzalem. En hij voorvoelt het verraad van Judas. Hij voelt: het gaat mis. En wat gaat er dan mis? Niet alleen zijn eigen leven, maar ook de beweging die hij op gang heeft gebracht. Die beweging wordt bedreigd en dreigt uit elkaar geslagen te worden. Alles lijkt voor niets als je het zo beschouwt.

Jezus slaat niet terug maar zoekt gemeenschap
Maar Jezus kiest er niet voor om terug te gaan slaan en zich af te weren. Dat had je je best kunnen voorstellen.

woensdag 23 maart 2016

Hoe kunnen we leven met de dood? Preek Palmpasen 20-03-2016


Er zijn van die weken, dan overvalt je het ene na het andere bericht van het overlijden van iemand. Het hoort bij het leven, zeggen we dan een beetje gelaten, maar toch. Het gaat tegen ons levensgevoel in. Het maakt niet voor niets verdrietig. En het ontmoedigt. Het is niet makkelijk om dan weer door te gaan. Het voelt op zijn minst allemaal erg dubbel als het leven toch gewoon blijkt door te gaan. En dan ga je er maar weer in mee. De een kan dat makkelijker dan de ander. Hoe dan ook voelt het dubbel. En meer dan twee kanten van dezelfde medaille. Het zijn eerder twee polen van een magneet. Die elkaar in dit geval niet aantrekken, maar afstoten.

Jezus' reis naar Jeruzalem lijkt ook steeds meer een reis te worden van afstoten dan van aantrekken. Voor een aantal mensen is hij erg aantrekkelijk door de woorden die hij spreekt en de wonderen die hij doet. Maar het verzet groeit. En Lucas vertelt dat op een bijzondere wijze. Als je een bijbel bij je hebt waarin je mee kunt lezen, dan zie je weer welke verhalen om het stukje heen staan, dat wij uit het Evangelie naar Lucas gelezen hebben. En dat is ook nodig, want ons stukje over de intocht in Jeruzalem wordt voorafgegaan door de zin: 'Na deze woorden trok Jezus verder, op weg naar Jeruzalem'. Vraag is dan natuurlijk: welke woorden? En wat hebben die te maken met dat Jezus zijn reis naar Jeruzalem vervolgt? In de bijbel is nooit niet voor niets. Dus ook dit verband niet: 'Na deze woorden trok Jezus verder, op weg naar Jeruzalem.'

Welke woorden van Jezus gingen aan het verhaal vooraf?
Deze woorden vormden de gelijkenis van de koning en de drachmen.

Kom je op z'n feestje? Preek Kind&Kerkviering 6 maart 2016


Jullie hebben het gehoord, de oudste zoon is behoorlijk kwaad hè? Hij heeft altijd gedaan wat zijn vader van hem vroeg. Doen jullie alles wat je vader en moeder zeggen? Ik ook niet altijd hoor, maar hij wel. Hij deed alles. Maar zijn vader gaf nooit een feestje om hem daarvoor te bedanken. Of om te laten zien hoe blij hij met hem is.

Maar die broer, die jongste zoon? Die wilde niets meer met zijn vader te maken hebben. Hij zei zelfs: geef me maar de helft van uw bezit waar ik recht op heb als u dood bent. Met andere woorden: voor mij, vader, leeft u niet meer. Voor mij bent u dood. Ik luister niet meer naar u en ik ga weg. Ik doe alles lekker zelf.

En dat heeft hij gedaan, de jongste zoon. Grote feesten heeft hij gegeven. Hij heeft al zijn geld opgemaakt. Ja, en toen was het dus op. En toen? Toen dacht de zoon: 'Wat stom. Nu is alles op. Nu kan ik ook geen eten meer kopen. Waar moet ik nou heen? Bij mijn vader was alles goed. Misschien moet ik zeggen dat ik er spijt van heb.'

En dat doet de jongste zoon. Hij gaat terug naar zijn vader en zegt: 'Sorry dat ik gezegd heb dat ik liever zou willen dat u er niet meer was. En dat ik mijn deel van de erfenis wilde hebben. Nu heb ik niets meer, en ben ik niets meer. Want als ik zeg dat ik geen vader meer wil hebben, dan ben ik ook geen zoon meer. Ik ben eigenlijk niemand meer. Ik heb het verprutst.'

Maar de vader is helemaal niet boos. Nee, hij is blij. 'Ja', zegt hij, 'het was alsof ik geen zoon meer had, alsof mijn zoon dood is. Maar hij leeft. Ik heb hem in mijn armen.' En hij vraagt zijn knechten om een groot feest te geven. Wat moet de jongste zoon verbaasd zijn geweest. Hij had een tijdje geleden nog gezegd dat hij liever wilde dat zijn vader dood was, en nu is zijn vader blij dat hij leeft. 'En een feest? Voor mij?' denkt de zoon. 'Dat heb ik toch helemaal niet verdiend?'

'Dat klopt', zegt de oudste zoon. 'Dat heeft hij helemaal niet verdiend. En ik wel. Ik heb altijd mijn best gedaan.' Waarom doet de vader nu zoiets? Je krijgt toch alleen een feestje als je het verdient? Of in ieder geval niet als je het niet verdient? Bij God de Vader is dat anders. God de Vader weet dat het niet altijd lukt om naar hem te luisteren. Daar is Hij niet blij mee. Maar Hij weet dat we allemaal mensen zijn. En dat we wel eens ruzie hebben of ruzie maken. En dat we wel eens denken: 'Ik doe het zelf wel, ik luister naar niemand meer.' En Hij weet dat het niet lukt zonder Hem. Want als je wegloopt heb je op een gegeven moment geen eten meer. Geen schone kleren. Eigenlijk niet iets om trots op te zijn, als je niet meer naar God de Vader wil luisteren.

Maar Hij zal nooit zeggen dat je zijn kind niet meer bent. Jullie zijn allemaal kinderen van God. En als je wilt ben je allemaal welkom aan het feestmaal bij God de Vader. Net als de jongste zoon. Misschien begrijp je de oudste zoon ook wel. Hij heeft hard zijn best gedaan, en de jongste zoon heeft er een potje van gemaakt. Hij praat niet eens tegen zijn vader over zijn broer, maar over 'die zoon van u'. De vader laat hem zien waar het hem om gaat. Hij spreekt tegen hem over 'je broer'. 'Hij is je broer'.  Ook als wij misschien meer recht op de liefde van God de Vader zouden denken te hebben omdat we meer ons best doen dan anderen: aardiger zijn, geen rottige dingen uithalen, wel luisteren; dan nog zijn die andere mensen je broers en zussen. Ook zij zijn welkom aan de tafel van God de Vader.

God de Vader heeft één hele beroemde zoon. Hoe heet hij? Ja Jezus. Hij is niet je zus, hij is je broer, Jezus. En hij nodigt iedereen bij hem aan tafel uit. Want ze zijn allemaal kinderen van God. Bij hem komen twaalf leerlingen aan tafel zitten. En dat zijn ook allemaal gewone mensen die allemaal ook wel eens wat fout doen. Er zit zelfs iemand bij die straks Jezus zal verraden. En er zit iemand bij die zal zeggen dat hij Jezus niet kent, omdat hij bang is. Jezus weet dat. Maar je hoeft niet perfect te zijn om aan de tafel van God de Vader te komen. We zijn allemaal kinderen van God. En als je iets verkeerds gedaan hebt, dan is er iets heel bijzonders aan het feestmaal met Jezus: hij maakt het voor jou en mij weer goed bij God.

En daar zitten ze dan. Met z'n allen. Een heel bijzondere maaltijd die we jullie zo gaan uitleggen. Een Joods Paasfeestmaal. En daaruit haalde Jezus brood en wijn, die hij een bijzondere betekenis gaf. Aan een tafel waar voor iedereen een plaats aan is.


Kom je op z'n feestje?

donderdag 3 maart 2016

Verlossing van GBA-gegevens een zegen en een nieuwe kans

De Tweede Kamer wil dat minister Plasterk de levering van gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) aan kerken loslaat. Dat betekent dat kerken niet meer weten wie er nieuw binnenkomen in hun kerkelijke gemeente, en ook niet wie er overlijdt, of scheidt. Het is natuurlijk weer een nieuw staaltje christenen pesten door D66, vanuit een veel te smalle visie op de scheiding van kerk en staat. Maar zo is het nu eenmaal. Rug rechten. En zie de nieuwe kansen. En wat voor een zegen het kan zijn.

De gegevens van het GBA kunnen nu gebruikt worden om een welkomstbrief te sturen als je in de kerkelijke gemeente bent komen wonen. En je verneemt als kerken wie er in je gemeente is overleden. Zinvolle informatie, zo lijkt het. Maar wat is de praktijk, als we heel eerlijk zijn? Gaat de dominee en de pastoor achter elk overlijden aan dat binnenkomt? Hangt de ledenadminstratrice 's ochtends aan de telefoon: 'Er is weer iemand overleden'? Nee. En die welkomstbrieven, of welkomstbezoekjes: wat levert dat in feite extra op, dan degenen die via internet of via mond tot mond reclame bij jou in de kerk komen?

Een woordvoerder van het Sila, dat het schakelpunt is tussen de GBA en de kerkelijke administraties (en hiervan leeft!) zegt in Trouw: "Als kerken zelf de administratie moeten doen, houden ze minder tijd over voor maatschappelijke activiteiten. Voor zorg voor armen en vluchtelingen. Moeilijk uit te leggen, zeker nu de overheid zich steeds verder terugtrekt." O, dat klinkt inderdaad heel alarmerend. Als de armen en vluchtelingen erbij worden gehaald. Maar hoeveel tijd verspillen we niet aan het bijbenen van alle gegevens die het Sila ons aanlevert? Hoe vaak moeten onze mensen niet aan de deur staan van een nieuw-ingekomene, die soms helemaal niet meer weet dat hij of zij ingeschreven is, en er helemaal niets meer mee wil. Of die lid willen blijven van hun oude gemeente. Dat maak ik hier mee. En het moet allemaal gecheckt worden. Wat willen de mensen met wat wij van hen weten? Een hele klus. En dat is zo frustrerend voor je goedwillende vrijwilligers.

Ja, het was erg handig, die GBA gegevens. Maar we zijn er lui door geworden als kerken, en als leden. Hebben we elkaar niets meer te vertellen? Moet daar een instantie tussen zitten? Als we ons niet meer bezig hoeven te houden met het nagaan van de gangen van onze leden, dan kunnen kerken weer eens doen waar ze voor zijn. Kom eens uit je luie stoel, en ga de straat op, het schoolplein op. Spreek met mensen. Vraag wat hen bezig houdt, hoe het met ze gaat. Daar krijgen wij ook weer energie en spirit van! En wie wil dat de kerk weet dat iemand is overleden of dat ze gescheiden zijn, gaan verhuizen, nieuw inkomen: die kan dat toch best zelf doen? Zijn we zo afhankelijk van administraties voor ons onderlinge contact? En nee, geef niet het schrikbeeld dat iemand in stilte overlijdt, omdat zijn kinderen dat niet willen laten weten aan de kerk. Waar zijn de buren, de mensen uit de kerk waarmee hij contact heeft? We moeten niet lui achterover leunen onder het motto: 'We horen het wel als er iets is.'

Het verlost ons bovendien van dat eeuwige perforeren van gemeentegrenzen. Een erfenis van de volkskerk, waar we in de praktijk al veel de hand mee lichten. Als je bij een andere kerk wil horen, maar in het gebied van de ene kerk woont, dan kun je je laten perforeren. Ja, een rare term, maar de gemeentegrenzen zitten dus al vol met gaten. En als je verhuist binnen een plaats maar in een ander kerkelijk gebied komt te wonen, moet je je weer terug laten perforeren, als je bij dezelfde kerk wil horen. Hou toch op. Waar zijn we mee bezig? Laat iemand die nieuw komt wonen in een plaats zelf kiezen. En zorg voor goede informatie, vooral ook op het internet.

En dat we nieuwe mensen niet aan kunnen schrijven voor een collecte of Kerkbalans? Wees eerlijk: wie, uit die grote rand van mensen die binnenkomen en een paar jaar later weer vertrekken, geeft werkelijk aan de kerk? Nee, dat is geen doemdenken. En ik ben juist heel positief.

Ik zie kansen! Om niet meer de luie volkskerk te zijn, die aan de andere kant overactief iedereen erbij wil houden (en binnen wil houden...). Kansen om naar buiten te gaan, te zoeken en je te laten vinden. Ook en misschien ook wel vooral door mensen die niet eens in onze administratie staan. Dan zijn we kerk met wie bij de kerk wil horen, en horen we vanzelf wat zij met ons willen delen. De Geest zal ons leiden.

dinsdag 1 maart 2016

Zijn geëxecuteerde 'Nederlandse' jihadisten nu toch 'van ons'?

Rembrandt, De Verloren Zoon
Het bericht van de vermeende executie van 8 Nederlandse jihadisten door IS in Raqqa bevat iets opmerkelijks. Voor het eerst treft het IS-monster 'Nederlanders'. Niet Marokkanen of andere allochtonen uit Nederland. Nederlanders. Die nota bene deel uitmaakten van een 'Nederlandse brigade'. Zo berichten over een Nederlandse inbreng in IS laat zien dat we toch ergens geraakt zijn. Zijn ze toch 'van ons'?

De ene na de andere politicus doet stoere uitspraken. Ook vandaag weer. Wie een terroristencursus volgt of geeft moet zijn paspoort kwijtraken, besloot ons parlement. En geld overmaken aan een broer, die als jihadist naar Syrië afreist is strafbaar, vindt het OM. We herinneren ons de uitspraak van premier Rutte dat wie Nederland verlaat voor de jihad niet meer hoeft terug te komen. En, eerlijk is eerlijk, ik zit daar ook niet op te wachten. Zullen deze jihadisten ooit weer normaal kunnen functioneren in onze samenleving, zelfs als ze spijt hebben en tot inkeer komen? Kunnen we daar ooit op vertrouwen?

De berichtgeving over de vermeende executie laat onbewust zien dat er ook iets anders in ons leeft. Ja, het zijn wel Nederlanders. Er zitten geboren Nederlanders tussen. Die bij onze kinderen in de klas hebben gezeten. Met wie we gewerkt hebben. Waarvan velen een beloftevolle toekomst tegemoet gingen. En opeens, en we snappen niet hoe dat kan, gingen ze sympathiseren met IS en vertrokken ze naar Syrië en Irak.

Ja, natuurlijk zeggen we dan dat het over en uit is. Je hoeft niet meer terug te komen. En dat de vermeende geëxecuteerden hun leiders zouden hebben tegengesproken betekent niet dat ze tot inkeer waren gekomen. Ze waren gewoon Hollands brutaal. En dat pikken ze daar niet. Maar hebben we dan helemaal niets meer met ze? Omdat ze toch Nederlander zijn, ook al pakken we hun paspoort af? Omdat hun families hier achterblijven in verbijstering en wanhoop?  Omdat het gewone jongens (en meiden) waren die om God weet welke reden dan ook gegrepen werden door het duivelse pact van wereldwijd opererende terroristen?

Buitenlandse zaken zal geen moeite doen om de vermeende 'Nederlandse brigade' vrij te krijgen, voor zover ze nog niet geëxecuteerd zijn. En dat kan ook misschien niet anders. Maar kunnen we in de week dat het verhaal van de Verloren Zoon centraal staat in de kerk komende zondag, ook de pijn voelen van de Vader? Zijn zoon wenste hem dood, en ging er met zijn deel van de erfenis vandoor. En verloor alles aan het leven dat hij wenste. Zijn wij die andere zoon, die alle banden met zijn broer definitief af wil snijden om wat hij gedaan heeft? Of zit er toch iets van gevoel van de Vader in, dat we hen toch Nederlanders noemen? Ook al kunnen we ze niet terughalen, alleen al omdat ze hoogstwaarschijnlijk niet eens terug willen. Maar stel dat.... En stel dat ze zich opnieuw zouden 'bekeren'? 180 graden terug...

Er zijn grenzen nodig die dichtblijven voor types als zij. En toch, zegt de Vader, ze zijn toch 'een van ons'....