maandag 28 oktober 2013

Houden van anderen zoveel als van jezelf - preek op bijbelzondag 27 oktober 2013


Vandaag lazen we voor het eerst uit de Bijbel in Gewone Taal. Een bewerking van de Bijbel voor mensen die geen kerkelijke achtergrond hebben. Hoe laagdrempelig we de Nieuwe Bijbel Vertaling ook hebben willen uitgeven, zelfs in roman- en in kunstbijbelvorm; toch blijft het gelovige taal, binnenkerkelijke taal, die niet altijd even duidelijk is voor wie nooit in de kerk komt of met het geloof in aanraking komt. De verhalen zijn dan nog wel goed te volgen, maar bij de brieven wordt het toch moeilijker. Daarom wordt er nu een Bijbel in Gewone Taal ontwikkeld. Geen vertaling dus eigenlijk voor in de kerk, maar wel mooi werk van het Nederlands Bijbel Genootschap om op deze bijbelzondag te presenteren.

En dan is het altijd leuk om nieuwe vertalingen en nieuwe bewerkingen van de Bijbel onder ogen te komen. Het nodigt uit om ze te vergelijken met andere vertalingen, en dan ontdek je altijd weer wat. Een bijbelvertaling moet je nooit voor lief nemen. Je moet hem niet naast je neerleggen omdat hij te vrij is, en je moet hem niet zomaar aannemen als de enige juiste weergave van de bijbelwoorden. Als je dat namelijk doet, dan hoor je liever wat je wilt horen, dan wat er gezegd en verteld wordt.

Wat valt dan op in deze bewerking van Galaten 5 uit de Bijbel in Gewone Taal? Mij viel op dat het bekende gebod 'Heb uw naaste lief als uzelf' hier weergegeven wordt als 'Houd evenveel van de mensen om je heen als van jezelf'. En toen begreep ik dat 'Heb uw naaste lief als uzelf' ineens ook niet meer. Wat wordt daar nu eigenlijk mee bedoeld? Het is een zo makkelijk geciteerd zinnetje, dat de diepere betekenis je ervan kan ontgaan. En dan is het mooi als een nieuwe vertaling of bewerking je even stilzet. Vertalers zijn vaak kinderen van hun tijd, zeker als ze de bijbel in gewone taal willen vertellen. En in onze tijd is van jezelf houden een van de belangrijkste waarden in het leven. Als je van jezelf houdt, dan krijg je zelfvertrouwen, kun je tegen een stootje, en kun je je opwerken op de maatschappelijke ladder. En dan doe je ertoe. Ertoe doen is heel belangrijk geworden. De sociale media staan vol met berichten van mensen die het erg goed met zichzelf getroffen hebben. Maar die tegelijkertijd ook de bevestiging zoeken in de hoeveelheid reacties en likes die hun berichten opleveren, en niet te vergeten hoe vaak je bericht op Facebook of je tweet op Twitter gedeeld wordt. Nu is het natuurlijk leuk om te zien dat je gehoord wordt, gelezen wordt, en dat je iets bijdraagt aan een discussie. Maar het gaat erom dat het geen eenrichtingsverkeer wordt. Dat je niet alleen berichten post en afwacht wie ze deelt, maar dat je zelf ook deelt en reageert op anderen. Dat het dus niet alleen om jou draait.
En dat terwijl het stukje uit de brief van Paulus aan de inwoners van Galatië begint met dat God wil dat wij als vrije mensen leven. Vrij waarvan? Vrij van de wet. Galaten 5 begint met: 'Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houd dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen.' Dat slavenjuk is geen juk van zwarte piet of zo, maar het juk van de wet. Want, zegt Paulus even later: 'In Christus Jezus is het volkomen onbelangrijk of men wel of niet besneden is. Belangrijk is dat men gelooft en de liefde kent, die het geloof zijn kracht verleent.' De eerste christenen waren Joden. En voor Joden was de besnijdenis het teken dat men leeft volgens de wetten van Mozes. Voor Paulus, zelf een Jood, was die wet een issue geworden. Want in zijn ogen stond die wet het geloof in de weg. Paulus is niet tegen de wet. Dat mag je nooit zeggen. Hij heeft de wet niet afgeschaft. Maar hij heeft iets anders belangrijker gemaakt. Geloof, dat door liefde wordt gedreven.

Komende week is het Hervormingsdag. De dag waarop we herdenken dat de kerk hervormd werd door Luther en de zijnen. Deze Luther las de brieven van Paulus heel goed en kwam bij dit soort gedeelten erachter dat alleen geloof voldoende is om Gods genade te ontvangen. En dat het er niet om gaat dat je door de wetten te volgen die genade verdient. In gewone taal gezegd: dat het er niet om gaat dat je je aan regels en voorschriften houdt, maar dat je je door liefde laat leiden. Want liefde is de drijvende kracht achter het geloof. Wie gelooft en door liefde wordt gedreven zal deel hebben aan Gods nieuwe wereld. 

Het hele punt van Paulus is dat wie gelooft en door liefde wordt gedreven, automatisch de wet volgt. Want de wet is bedoeld om te zorgen dat we de goede dingen doen, en die doe je uit liefde automatisch. Maar andersom is dat niet zo. Een wet of voorschrift kun je tamelijk liefdeloos uitvoeren. Als je maar aan de voorwaarden voldaan hebt, dan ben je klaar. Zelfs collecten of mantelzorg kun je liefdeloos doen. Zo, je plicht weer gedaan, klaar.

Zo laten wetten en voorschriften de ruimte om ze naar eigen inzichten en drijfveren op te volgen, los van wat een ander echt nodig heeft. Maar aan de andere kant geeft ook de vrijheid van de wet de mogelijkheid die vrijheid te misbruiken. Volgens de Bijbel in Gewone Taal gaat het daarbij om slechte verlangens die je ervan afhouden je te laten leiden door de heilige Geest. Slechte verlangens; ik had die verwoording niet verwacht. Slecht klinkt, ja, zo... slecht inderdaad. Waarom zijn verlangens slecht? In de Nieuwe Bijbelvertaling gaat het over 'eigen verlangens' in plaats van over slechte verlangens. Verlangens die dus op jezelf zijn gericht. En in de oorspronkelijke tekst gaat het om verlangens van het vlees. Dat woord 'vlees' roept associaties op met veel oudere vertalingen, en oude theologie en oude preken. En toch vind ik het wel verhelderen, en wel hierom. Waar het bij het afwijzen van de bedoelde verlangens om gaat, is dat ze opgesloten zitten in jezelf, alleen maar bedoeld zijn ten bate van jezelf. Deze verlangens leggen dus geen relatie met een ander mens. Je denkt dan dus alleen maar aan jezelf.

Mag dat dan niet? Aan jezelf denken? Jawel hoor, maar niet ten koste van anderen. Aan jezelf denken staat tegenwoordig wel heel erg op zichzelf. Veel mensen doen vooral wat zij leuk vinden, of haken af als ze het niet meer leuk vinden. En we zijn allemaal net zo goed kinderen van onze tijd. Het is goed om aan jezelf te denken. We hebben het erg druk, en moeten ook onze grenzen stellen. Maar wat als die grenzen ten koste gaan van anderen of van de gemeenschap van mensen, en van de geloofsgemeenschap? Het is opvallend dat Paulus hier niet spreekt over zelfverloochening, maar over van jezelf houden. Natuurlijk is het goed om aan jezelf te denken, en ook om van jezelf te houden. Maar altijd in relatie tot andere mensen, en tot de gemeenschap van mensen.

Zo komen we tot de kern van het overbekende gebod 'Heb uw naaste lief als uzelf' dat we hier lezen als 'Houd evenveel van de mensen om je heen als van jezelf'. Het gebod klinkt voor het eerst in Leviticus 19. Daar staat het genoemd na een reeks verboden van dingen waarmee je een ander tekort doet: alles voor jezelf houden, stelen, je naaste verdrukken, een dove vervloeken of een blinde iets in de weg leggen, stoken onder je medemensen, een broeder haten, je wreken en wrok koesteren. Nee, liefhebben zul je je naaste, zoals jezelf! Met de toevoeging: Ik ben Heer. God dus.

Je naaste liefhebben als jezelf betekent dat je in wat je doet rekening houdt met anderen. Dat je niet voor eigen gewin gaat, die een ander tekort doet. Dat je, zoals in dat voorbeeld van de sociale media, werkelijk sociaal bent: een relatie legt met anderen. Het leven is geen eenrichtingsverkeer. Het draait niet alleen om jou. Die toevoeging in Leviticus vind ik het onthouden waard: Ik ben Heer. Ik ben de Ene. Wij zijn de Heer niet. Wij heersen niet over anderen. Wij maken de dienst niet uit. We dienen elkaar, zoals wij ook onszelf dienen.

Wees dan niet te bang dat je iets tekort komt. De Heer is je herder; je komt niet tekort. Er zullen ongetwijfeld dingen zijn waar je naar verlangt en die je niet kunt krijgen, of je naaste tekort zouden doen, maar de Heer is jouw herder, je komt niet tekort.

We leven in relatie met elkaar. Wanneer we dat beseffen is het de liefde die ons drijft. Daarmee krijgen we meer liefde dan we onszelf kunnen geven, hoezeer we ons ook in het middelpunt zetten. En zo hebben we deel aan de nieuwe wereld van Jezus Christus, die alles gegeven heeft, zelfs zijn leven, en zo het leven voor eeuwig heeft ontvangen en verkregen voor ons.


dinsdag 22 oktober 2013

Sint is allang geen bisschop meer; en Zwarte Piet geen slaaf - Grow up; of eigenlijk liever niet!

Elk jaar laat ik me met plezier zwart schminken om die ene dag te mogen zwartwerken in opdracht van de bisschop. Ik speel dan mee op een school in Den Bosch. Daar herkennen ze me niet. Het is een zeer multiculturele school. En alle kinderen houden van Zwarte Piet. Bram en Iris, maar ook Ahmed, Joy, Geoffrey en Hope. Toen vorig jaar de jongste kinderen moegevierd waren, liep ik samen met de andere pieten de restjes pepernoten nog uit te delen aan de oudere kinderen. Er kwam een meisje op me aflopen uit groep 7. Ik vermoed dat zij of haar familie uit Ghana komt. Ze had een mooie bruine kleur en even zo mooi kroeshaar. Ze kwam met haar handen tegen elkaar opengevouwen op me aflopen en zei met een lach van oor tot oor: 'Dag collega'...

Op de warmste 22 oktober in jaren bereikt de opwinding over Zwarte Piet het kookpunt: 'VN-onderzoeker wil af van de Sint' kopt de NOS. VN-onderzoekster Verene Shepherd vraagt zich af waarom er twee 'santa-clausen' moeten zijn en vindt Zwarte Piet terugkeer naar de slavernij. Nou, dan heb je er dus geen bal van begrepen. Niet alleen omdat Sinterklaas geen nep-kerstman is, maar eerder andersom de kerstman een nep-sint. Maar ook omdat je de figuur van Zwarte Piet dan totaal niet begrepen hebt.

Omdat mensen mijn liefde voor het Sinterklaasspel kennen krijg ik veel vragen wat ik er nu van vind. Ik kan daar kort over zijn: Zwarte Piet is allang geen neger meer, en zeker geen slaaf. Net zoals Sinterklaas allang geen bisschop meer is. Nog maar twintig jaar geleden werd Sint Nicolaas geweerd uit de protestants-christelijke basisscholen in ons buurdorp Sprang-Capelle. Sint-Nicolaas was immers een bisschop en derhalve Rooms-Katholiek. Die tijden zijn veranderd, en zo ook voor Zwarte Piet. Hij is een kindervriend geworden. Geen dommige knecht, hooguit een komisch type. Geen neger-imitatie (met ongemakkelijke accenten in de uitspraak), maar een zwarte clown. En kinderen zijn gek op hem. Sinterklaasseries en -films draaien nauwelijks meer om Sinterklaas, maar om de Zwarte Pieten. Moet Piet zwart? Ja, Piet moet zwart. Net zoals Sint een mijter op heeft. Toch is hij geen bisschop meer, en Zwarte Piet geen negroïde slaaf. Onze baas, de hoofdpiet, heeft daar een mooie commentaar over geschreven in de NRC. Helaas dekt de kop de lading volstrekt niet en suggereert de kop dat de alter ego van Erik van Muiswinkel Zwarte Piet zou willen veranderen. Nee, zijn punt is: Zwarte Piet verandert zelf. Zoals de roe verdwenen is, zo kan een Piet nu ook een vrouw zijn. Er is een baby-Piet geweest. En Piet is minder zwart. Maar wel zwart.

De aanval op Zwarte Piet is dit jaar geopend door kunstenaar Quinsy Gario, die in Amsterdam de strijd aanvoert. Zwarte Piet zou racistisch zijn, want hij zou de negroïde medelander bespotten. Dikke doei! Het is opvallend dat deze mensen, doorgaans ook grote pleitbezorgers van de multiculturele samenleving, niets van cultuur begrijpen. O, er zijn zeker motieven achter het Sinterklaasfeest die wij nu als racistisch betitelen. Maar daarom is het feest ook verder ontwikkeld. Zwarte Piet is geen negroïde slaaf meer, net zoals Sinterklaas geen bisschop meer is. Dat oude sinterklaasfeest, wat het allang niet meer is, was in zichzelf al een voortgaande ontwikkeling van een veel ouder motief. Onderzoeker Arnold-Jan Scheer laat zien: 'Overal in Europa worden op geïsoleerde plekken Sinterklaassiten gevierd die veel ouder zijn dan de bisschop van Myra uit 300.' Hij maakte er een documentaire over waarvan dit de preview is:



De les die we hieruit kunnen leren is een algemene cultuurles: We moeten niet kijken naar wat het feest in zijn oorsprong was, we moeten kijken naar wat het feest nú is. Kijk dan met kinderogen. En voel weer de mystiek van het feest. Moet Zwarte Piet daarbij zwart zijn? Ja, zo zwart als hij nu nog is, zonder overdreven lippen en gouden oorringen, maar die vrolijke clowneske zwarte kindervriend. Een bijzondere verschijning. En heerlijk om te spelen. En wat als een kind een zwarte man nawijst en roept: hé, daar gaat Zwarte Piet? Datzelfde kind wees ook naar deze man, en dacht dat hij de kerstman was.


Daarom zou ik willen zeggen: Grow up! Of eigenlijk liever niet: blijf met kinderogen naar dit feest kijken. Want meer dan ooit, en op een nieuwe wijze (zo gaat dat in een culturele ontwikkeling) is dit oude versje van Jos Brink sprekend:

'Je bent te groot,
je bent zo vreselijk volwassen.
Je bent zo nuchter,
en je ziet het te reeël.'



Ds. Otto Grevink, predikant en freelance Hoofdpiet