zondag 22 februari 2015

God, wat moet ik met het nieuws? (preekdicht 22 februari 2015)


Het duizelt me eerlijk gezegd. Al het nieuws van toenemende dreigingen komt steeds heftiger binnen. Of ik negeer het juist, omdat het er even niet bijkan. Hoe zoeken we rust in de toenemende onrust? Hoe kun je geloven in de blijde en goede boodschap bij zoveel onheilsberichten? Zou de wereld wel een nieuwe zondvloed kunnen gebruiken, of moet het ergens anders vandaan komen?

Mijn God, als ik naar het nieuws kijk,
waarom zou ik U aan uw belofte houden
dat er nooit meer een zondvloed zal komen?

Als ik naar het nieuws kijk, mijn God,
en ik zie 21 christenen in oranje pakken op een strand
en ik weet waar die oranje pakken naar verwijzen:
naar wat in ónze naam in de wereld is gebeurd,
en dat er nog steeds meer dan honderd man zonder aanklacht
in oranje pakken vastzitten op Quantanamo Bay
zou er dan niet een nieuwe zondvloed moeten komen?

Ik weet niet of we het gaan redden, mijn God,
we geloven teveel in onszelf.
Bloed vloeit en het schreeuwt uit de aarde.
Wat is de oplossing?
Nog meer geweld?

God, we draaien rondjes in onze eigen woestijn,
omringd door wilde dieren
en we zien de engelen niet.
We zorgen wel voor onszelf
en sluiten een verbond, niet met U,
maar met de Verzoeker,
om macht in de wereld
te hebben en te houden.
En ten koste van wat?
Misschien wel van onszelf.

God, uw tranen moeten zo talrijk zijn,
dat ze de aarde zouden overspoelen
als eens de zondvloed.
Maar wie moet in vredesnaam
die ark met weinigen besturen?
We zouden nog eens raar kunnen opkijken...

Toch zou ik me niet kunnen voorstellen, God,
dat U het zo nog eens zou laten regenen
want ik zie al honderden mensen ten onder gaan
in de woeste Middellandse Zee
op de vlucht in tweedehands arken.
Onschuldigen, die alleen maar willen leven.
Zouden wie gered worden alsnog hetzelfde lot moeten ondergaan?
Nee, dat wilt U niet.

vrijdag 6 februari 2015

Jakob ontmoet zijn vriendinnetje bij de bron - verhaal voor kinderen

Vrij naar Genesis 29: 1-12, naverteld voor het Bijbelproject over water (2015)

Weet je nog: dat al die mensen door Johannes de Doper gedoopt werden in het water van de rivier? En Jezus ook? Toen hebben ze allemaal een nieuw begin gemaakt met God. Water is heel belangrijk om een nieuw begin te kunnen maken. Zonder water kun je niet leven. Denk maar aan een zaadje dat je in de grond stopt. Als je er geen water over sproeit, dan zal het zaadje nooit uitkomen. Water is dus ook heel kostbaar als er niet zoveel van is. Bijvoorbeeld midden in de woestijn. Dan reizen mensen heel lang met een emmer om water de gaan halen uit een waterput, bij een bron. Bij zo'n bron komen mensen elkaar dus ook tegen. Ze praten ze over wat ze hebben meegemaakt. En ze leren nieuwe mensen kennen. Sommige mensen worden er zelfs verliefd!!

Dat gebeurde met Jakob. Hij reisde heel ver. En hij was eigenlijk op zoek waar hij een nieuw begin zou kunnen maken met zijn leven. En daar hoorde natuurlijk een vriendinnetje bij. Waar zou hij een vriendinnetje kunnen vinden? Misschien wel bij een bron. Want daar komen alle mensen water halen!

Jakob vond een bron. Maar daar waren nog geen leuke meisjes. Jammer. Wel een paar stevige en stoere herders. Die vonden het eigenlijk niet zo leuk dat Jakob daar ook was. Ze waren heel kortaf. Ze gaven hele korte antwoorden. Waar komen jullie vandaan? Charan. Hé, wacht, dacht Jakob, daar woont mijn oom ook, en die heeft een heel leuk nichtje. Eh, kennen jullie Laban? Ja. Was het korte antwoord. Enne, hoe gaat het met hem? Goed. Kijk maar, zeiden ze, daar komt zijn dochter Rachel aan.

Wauw hé! Die is mooi! Jakob wilde Rachel wel beter leren kennen. Eén probleem: met al die herders eromheen is het niet zo romantisch. Stelletje pottenkijkers. Die wil ik er niet bij hebben. "Zeg, luister eens", zei Jakob, "kunnen jullie niet alvast de dieren te drinken geven, dan kunnen jullie daarna weer weg om ze te laten grazen." "Niets daarvan", zeiden de herders. "Eerst moeten we er allemaal zijn. Dan gaan we met elkaar die zware steen van de bron aftillen. En geven we de dieren te drinken." Mislukt.

Toen Rachel met haar schapen eraan kwam, aarzelde geen moment. Als hij niet rustig met haar kon praten, dan zou hij haar wel eens laten zien hoe sterk dat hij is. En nog voor hij iets tegen haar gezegd had liep hij op haar af. Pakte de steen beet. En met al zijn stoere kracht tilde hij de steen langzaam maar zeker van de bron. Hij hoorde de herders joelen. "Uitslover! Beetje indruk maken hè? Pas maar op voor je rug, kleintje!" Jakob trok zich er niets van aan. En Rachel, die was wel onder de indruk. Ze had zelf ook wel dorst gekregen. En ze had helemaal geen zin om bij die grote herders water te gaan halen. Die maakte altijd opmerkingen. Maar ja, ze moest wel. Maar deze jongen was anders. Hoe zou hij heten? Was hij echt zo leuk als hij eruit zag? Stoer hoor, dat hij zo water voor haar wilde halen.


Jakob gaf Rachels schapen water. En wat hij toen deed kon Rachel eerst niet geloven. Hij zoende haar!! Jakob was zo blij met Rachel. En zo verliefd! Hij huilde van blijdschap toen hij haar zoende. Misschien was het handig als hij nu ook even zou zeggen hoe hij heette. "Ik ben Jakob," zei hij, "en ik ben familie van je vader." Goed volk dus. Geen vreemde, maar familie. Rachel was zo blij met die lieve Jakob. Het was alsof ze hem al jaren kende! Ze rende naar haar vader en vertelde hem dat ze een familielid had ontmoet. Hij rende naar Jakob toe, omhelsde hem en zei: "Wat fijn om jou te leren kennen. Wij horen bij elkaar." Zo betekende de ontmoeting van Jakob en Rachel bij de bron het begin van een nieuw leven. Zonder water heb je geen leven.

maandag 2 februari 2015

De doop van Jezus - verhaal voor kinderen

Vrij naar Marcus 1: 1-11, naverteld voor het Bijbelproject over water (2015)

We horen elk jaar weer met Kerstmis het verhaal van de geboorte van Jezus. Een mooi verhaal hè? Met Jozef en Maria, op een ezel, op weg naar de stal. Daar wordt het kindje Jezus geboren. En herders komen, omdat ze de engel hebben horen zeggen dat er een heel bijzonder kind geboren is. En er komen hele bijzondere mensen, drie wijzen, die een ster hebben zien stralen. Die zijn ze achterna gereisd en uiteindelijk bij de stal uitgekomen.

Maar dat is alweer eventjes geleden. En een lange tijd hebben we niets van Jezus gehoord. We weten niet hoe hij was als kind. En hoe hij met zijn broers en zusjes omging. Of hij goed was op school. En met wie hij graag speelde. Het verhaal van Jezus begint eigenlijk pas echt als hij groot geworden is. Maar hoe is het dan begonnen? Luister maar.

Jezus had een neef. En hij heette Johannes de Doper. Hij wist wel hoe je een nieuw begin moest maken. Johannes de Doper zei tegen de mensen: "Kom en maak een nieuw begin met God. Doe geen gemene dingen meer en wees niet hebberig. Maak geen ruzie en zeg geen onaardige dingen. Als je mee wilt doen en ook een nieuw begin wilt maken, kom dan hier naartoe. Dan duw ik je kopje-onder in de rivier!"

"Hè", zeiden de mensen, "voor mijn lol me kopje onder laten duwen in de rivier? Waarom zou ik dat laten doen?" Johannes de Doper legde het uit: "God wil dat je hart net zo schoon is als je lijf. Dus als je kopje-onder gaat in het water, dan maakt God niet alleen je lijf, maar ook je hart schoon. Willen jullie dat?" "Ja, dat willen we ook!" zeiden ze allemaal.

"Ik ook!" zei nog iemand. "Kijk nou," zeiden de mensen, "Dat is Jezus!" "Zeg neef," zei Johannes de Doper, "moet ik nou jóu gaan dopen? Jij gaat toch juist aan al deze mensen uitleggen hoe ze een nieuw begin moeten maken met hun leven? En hoe ze beter met elkaar en met God om kunnen gaan? Dan moet ik jou toch niet gaan dopen?"

"Juist wel," zei Jezus. "want ik wil ook weten hoe dat is om kopje-onder in de rivier te gaan. Niet iedereen vindt dat namelijk leuk. En dat is het ook niet. Kopje-onder gaan is ook best een beetje eng. En dat is precies waar dopen over gaat. Dat het leven ook niet altijd leuk is. Omdat er enge dingen gebeuren. En omdat mensen niet lief zijn tegen elkaar. En dat wil God allemaal afwassen. Zodat ons hart net zo schoon is als ons lijf."

Jezus herinnerde het ook wel van toen hij klein was. Dat hij zich bij het buiten spelen erg vies had gemaakt. En dat het ook wel eens niet goed ging. Dat hij in een sloot terecht kwam. Of in een modderpoel. En dat hij dan in bad moest. Dan duurde het wel even voor hij weer helemaal schoon was. En dat was lang niet altijd leuk. Maar dan was het wel extra fijn als hij weer helemaal schoon was en schone kleren aanhad. Dan kwam er weer een lach op zijn gezicht.

Toen Jezus door Johannes gedoopt werd gebeurde dat ook weer. Maar op een hele bijzondere manier. Toen Jezus kopje-onder geduwd werd door Johannes en weer omhoog kwam, straalde de hemel en kwam de heilige Geest als een duif uit de hemel. Er klonk ook een stem uit de hemel: "Jij bent mijn geliefde Zoon. Ik ben heel blij met jou."

Elke keer als mensen daarna Jezus zagen, dan zagen ze iets stralends aan hem. God is blij met hem. God heeft een nieuw begin gemaakt met Jezus. Hij wil dat ons hart net zo schoon is als ons lijf. En als je wilt weten hoe God wil dat je leeft, kijk dan maar naar Jezus: hij is de selfie van God!


zondag 1 februari 2015

Wat heb je eigenlijk met Jezus te maken? (preek 1 februari 2015)


Wat heb je eigenlijk met Jezus te maken? Waarom zou je een boodschap aan hem hebben? Voor wie vaker in de bijbel leest en in de kerk komt is dat een vreemde vraag. Maar in een samenleving waarin steeds minder mensen zeggen in Jezus te geloven, is dat wel een relevante vraag. Wat heb je eigenlijk met Jezus te maken? Waarom zou je een boodschap aan hem hebben?

Praat je gemakkelijk over je geloof met mensen die niet geloven? Bijvoorbeeld op je werk, of in je vriendenkring? Maar misschien ook binnen je gezin en familie? Wanneer je met niet-gelovigen praat over je geloof, dan stuit je vaak op onbegrip. Misschien krijg je nog geïnteresseerde vragen. Maar verder is het heel duidelijk dat dat geloof iets van jou is. En wat moet een ander met wat jij gelooft?

Is geloven alleen iets van jezelf?
In een samenleving met veel verschillende religies en levensbeschouwingen, en allerlei nieuwe en individuele spiritualiteit, zijn we gewend te raken te denken dat inderdaad dat geloof alleen maar iets van jezelf is. En daar zit meteen het idee bij dat je dat natuurlijk niet opdringt. En zo gauw een religieuze fundamentalist van welk genre dan ook aangeeft dat zijn religie de ware is en allesbepalend moet zijn in de maatschappij, dan worden we weer bevestigd daarin: geloof moet ieders vrije keuze zijn.

Daar mogen we niets aan af doen. Het is niet alleen een grondrecht in onze samenleving, maar ook een grondbeginsel van ons geloof. God gaat met ons een relatie aan, vrijwillig. Anders is het geen relatie, maar zouden we ondergeschikt zijn gemaakt. Voor geloven is het essentieel dat je vrij en eerlijk kunt besluiten te luisteren naar Jezus en te leven met God. De Bijbel staat vol van mensen die met God op weg gaan, en van mensen die hun eigen weg gaan. Daar kiezen ze voor. Aan dat grondrecht om zelf te kunnen beslissen of je gelooft en of het geloof je aanspreekt, doet ook de bijbel niets af.

Is daarmee alles gezegd?