dinsdag 14 maart 2017

Hoe vertel je het je kinderen? Preek 12-03-2017

Foto: Jay (flickr.com)
Wat voor een lijsttrekker zou Jezus zijn geweest? En dan denk ik niet aan de partij Jezus leeft!, maar aan de debatten die we inmiddels dagelijks in vele vormen voorbij zien komen. De kunst van veel interviewers lijkt te zijn om de lijsttrekker een uitspraak te ontlokken die tegen hem zal werken. Ik geef toe dat dit een wat negatief beeld is, maar ik zie dat vooralsnog ook gewoon als hun taak. Hoe zorg je ervoor dat het mooie campagneverhaal ook echt iets wordt om over te discussiëren? Dat kun je alleen maar doen door de pijnpunten naar boven te halen. Al heb je ook wel eens de indruk, zeg ik me enige schroom, dat het soms iets heeft van in de val proberen te laten lopen.

Kinderen te midden van een twistgesprek
In ieder geval proberen ze dat bij Jezus. Aan de zegening van de kinderen om hem heen, gaat een twistgesprek vooraf. En dat twistgesprek lezen is nodig om te begrijpen wat Jezus nu eigenlijk zegt over geloven als een kind. Ik zal het voorlezen:

Jezus vertrok uit Kafarnaüm naar Judea en het gebied van de overkant van de Jordaan, en de mensen verzamelden zich weer in groten getale om hem heen; hij onderwees hen zoals hij gewoon was te doen. Er kwamen ook Farizeeën op hem af. Ze vroegen hem of een man zijn vrouw mag verstoten. Zo wilden ze hem op de proef stellen. Hij vroeg hun: ‘Hoe luidt het voorschrift van Mozes?’ Ze zeiden: ‘Mozes heeft de man toegestaan een scheidingsbrief te schrijven en haar te verstoten.’ Jezus zei tegen hen: ‘Hij heeft dat voor u opgeschreven omdat u zo harteloos en koppig bent. Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en vrouwelijk gemaakt; daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden, ze zijn niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ In huis stelden de leerlingen hem hier weer vragen over. Hij zei tegen hen: ‘Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel; en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij overspel.’

Campagnetaal
Dit is niet de eerste heftige uitspraak van Jezus. Jezus is in deze hoofdstukken behoorlijk zwart-wit in zijn uitspraken. Campagnetaal zou je kunnen zeggen.

woensdag 8 maart 2017

Waarvoor doe ik het nu eigenlijk allemaal? Preek Biddag 8 maart 2017

Vandaag is het behalve Biddag voor Gewas en Arbeid ook Internationale Vrouwendag. En vanmorgen sprak ik op school – een basisschool met alleen maar leraressen – drie moeders uitgebreid, in verschillende gesprekken. En in die gesprekken ging het niet apart over werk. Werk kwam wel ter sprake. En dan ging het over betaald en onbetaald werk. Over werken in loondienst en als zzp’er. Over werken als uit de hand gelopen hobby. En ook over het verlangen om juist iets met je passie te gaan doen, al weet je nog niet hoe precies.

Niet werk alleen
Maar de gesprekken gingen niet apart over het werk. Het werk maakt deel uit van het hele leven, in combinatie met het gezin, hobby’s en wie je bent en waar je voor staat. Vrouwen lijken op een meer natuurlijke manier met die mix van bezigheden om te gaan dan mannen, voor wie er een papa-dag nodig is om er thuis voor de kinderen te kunnen zijn. Een mama-dag is er nooit.

Alle ballen in de lucht houden, werk én privé
Het sluit aan bij hoe de Prediker spreekt over het werken. Of eigenlijk: hoe hij niet spreekt over werken, maar over alles wat we doen en verwerven, verzamelen. Bij hem is er geen onderscheid tussen werk en privé. Maar het gaat bij hem over alles waar we druk mee zijn. Net zoals een boer van Boer Zoekt Vrouw niet naar zijn werk gaat, maar de dames uitnodigt op de boerderij die zijn leven is, zo is ook het leven in de tijd van de Prediker een geheel van drukke bezigheden. Eigenlijk is hij dus heel modern. Want vraag maar eens aan jonge ouders hoe hun leven geordend is. En dan hoor je dat er geen strikte scheiding is tussen werk en privé. En dat privé ook net zo druk kan zijn als werk. En dat het bij elkaar een enorme partij ballen is die ze in de lucht moeten zien te houden.

Zwoegen
En dat drukke bezig zijn omschrijft de Prediker als zwoegen. Dat is nou weer een ouderwets woord waar mensen vaak over vallen in Predikers teksten. Want is het leven alleen maar zwoegen?

Wat zie jij in de spiegel? Preek 5 maart 2017

De veertig dagen voor Pasen zijn begonnen. Afgelopen woensdag begonnen die veertig dagen tot Pasen. En wij starten vandaag. Veertig dagen bereiden ons voor op Pasen. Bereiden ons voor op een nieuw begin.

Opruimen
Hoe bereid je je voor op een nieuw begin? Of het nu in onze nieuwe samengevoegde gemeente is, waar we aan begonnen zijn, of een nieuwe relatie, een nieuw huis, of wat er ook maar een nieuw begin kan zijn in je leven; hoe bereid je je daarop voor? Daar bereid je je op voor door het oude achter je te laten. Door op te ruimen. En dat is niet zomaar hèt oude achter je laten; dat is vooral jóuw oude achter laten. En dat kan best pijn doen.

Oude pijn toelaten, verwerken en loslaten
Wat doet het meeste pijn bij het oude achterlaten? Dat wat jou het meest raakt. En dan gaat het me niet om wat je dierbaar is, want dat moet je vooral een nieuwe plek proberen te geven in het nieuwe begin. Het oude achter je laten gaat vooral over je oude pijn. Dat wat beschadigd is geraakt in onbevangenheid, openheid, kwetsbaarheid, geloof en dromen en wat niet al. Ook door je eigen toedoen. Het oude achter je laten is dat wat pijn doet toelaten, verwerken en loslaten. Toelaten, verwerken en loslaten. En dus niet van een ander, wat die allemaal moet loslaten, maar van jezelf. Want die oude pijn maakt wie je nu bent, hoe je reageert, hoe je mensen benadert, wat je verwacht van het leven, en wat je loslaat aan geloof, hoop en liefde. Hoe laat je dat toe, verwerk je dat en laat je dat los?

Wat gaat er niet goed?
De veertig dagen voor Pasen slaan even de maskers van je af. En vragen je in de spiegel te kijken. Om te kijken wat er niet goed is. Ja, er gaat heel veel goed. En ja, we doen heel erg ons best. Maar wat gaat er niet goed? In onszelf. En wat moeten we achter ons laten om opnieuw te kunnen beginnen?

Dat is geen leuke vraag. Nee, allicht. En we willen geloven in een wereld die goed geschapen is. Ja, allicht. Maar al vroeg in de Bijbel lezen we dat er ook iets niet goed is. Al één hoofdstuk nadat we hebben kunnen lezen hoe goed de wereld is geschapen, en bij het scheppen van de mens zelfs zeer goed, horen we dat er iets niet goed is.

Niet goed in de schepping
‘God, de Heer, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is.’ Wat erg.