zondag 29 maart 2015

Hoe kan ik met het lijden in mijn leven omgaan? (preek palmpasen en dopen 29 maart 2015)


Waarom zou je een kerk binnengaan om je kind te laten dopen? Een mooi feest is het, natuurlijk. We zijn dankbaar voor het nieuwe leven. En God is het die we dankbaar zijn. Dankbaar dat Hij dat nieuwe leven geeft, en zich met dat nieuwe leven wil verbinden. God zegt in de doop: Ik neem jou aan als mijn kind! Een mooi feest. Maar waarom zou je dat vieren als het daarna in de kerk toch ook heel nadrukkelijk gaat over wat er niet goed gaat in de wereld en in ons leven? Zeker in deze veertig dagen voor Pasen staan we stil bij het lijden in deze wereld, ons lijden, en ook onze rol daarin. Lekker feest vieren we dan. Hierna wordt het alleen maar minder. Lijkt het.

Het is zo, dat we in de kerk, of moeten we niet beter zeggen: in ons geloof, nadrukkelijk stil staan bij het lijden. Maar we moeten niet doen alsof we dat lijden zelf bedenken of zelfs willen. Nee, het is er gewoon. Het is er door wat we doen en door wat we laten. Het is er omdat we mensen verliezen aan de dood en aan het leven. Het is er omdat we staan voor onze principes, daar iets voor moeten doen en laten, terwijl andere wegen makkelijker lijken. Lijden is er omdat keuzes ergens voor, ook keuzen ergens tegen kunnen betekenen. Lijden is er omdat je met open ogen en open oren in de wereld staat, en alles ziet gebeuren wat er in de wereld gebeurt. En dat doet je wat.

Doet het lijden je dan niets als je niet gelooft? Ja, natuurlijk wel. Wie een vliegramp ziet blijft niet ongeroerd. Wie iemand verliest of op een andere manier pijn lijdt kan daar niet omheen. Ons geloof lijkt alleen het ervaren van lijden te verdiepen. Alsof we er iets mee moeten.

zondag 22 maart 2015

Wat heb jij nodig om Jezus te volgen? (preek 22 maart 2015)

Van heldenverhalen zijn we gewend dat helden een hoogtepunt bereiken. Op de toppen van hun kracht of van hun creativiteit breken ze uiteindelijk door en overwinnen. Je verlaat het verhaal of de film dan met het gevoel dat alles goed is gekomen. Zo'n climax voelen de mensen aankomen die op Jezus afkomen ook. Een aantal Grieken vraagt Jezus' leerling Fillipus of ze Jezus kunnen ontmoeten. Grappig dat het Grieken zijn. Het zijn geen autochtone Joden, maar allochtone Joden of mensen die iets met dat geloof hebben. In ieder geval uit de wijde omtrek. Hier wordt het angstbeeld van de Farizeeën werkelijkheid. 'Je ziet dat we niets hebben bereikt', zeggen ze hiervoor, 'kijk maar, de hele wereld loopt achter hem aan.'

Wat probeerden die Farizeeën dan tegen te houden? Dat gaat al even terug. Naar het vorige hoofdstuk om precies te zijn. Als je meeleest kun je in hoofdstuk elf lezen dat Lazarus ziek is, en dat zijn twee zussen Martha en Maria Jezus daarvan op de hoogte stellen. Ze noemen hem zijn vriend. En dan zegt Jezus iets heel vreemds in vers 4: 'Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar op de eer van God, zodat de Zoon van God geëerd zal worden.' Hij lijkt de ziekte van Lazarus op een hele vreemde wijze te bagatelliseren. In ieder geval voelt het voor de omstanders als een ontkenning van de ernst ervan. Het komt wel goed, lijkt hij te zeggen. Alsof er niets aan de hand is. En hij komt twee dagen niet van zijn plaats. Dat is zo lang dat Lazarus inmiddels is gestorven.

Wat Jezus doet is moeilijk te begrijpen
Wat hij vervolgens zegt gaat in tegen het voorstellingsvermogen en het begrip van zijn omstanders.

donderdag 19 maart 2015

Wat moet je met de paashaas?


Als je door de supermarkt loopt, lijkt het christelijke Paasfeest over iets heel anders te gaan dan de dood en opstanding van Jezus. De paashaas en zijn eieren vullen de schappen. Om tegenwicht te bieden tegen de commercialisering van 'onze' feesten lijkt er best wat voor te zeggen om de paashaas te weren uit het Paasfeest. Zo makkelijk is dat echter niet. Overal duikt ie op. Wat moet je met de paashaas?

Paashaas onlosmakelijk verbonden met Pasen
We hebben de paashaas niet nodig om het christelijke Paasverhaal te vertellen. Dat is duidelijk. Hij lijkt dat Paasverhaal zelfs in de weg te zitten als hij de boventoon gaat voeren. Hierdoor krijg je gauw het gevoel dat Pasen eigenlijk niet meer gaat waarover het zou moeten gaan. Veel mensen verlangen naar een Paasfeest zonder bijverschijnselen. Waar gaat het nou wérkelijk om?

Toch komen we er niet onderuit dat Pasen en de paashaas zo met elkaar verweven zijn, dat we ze nauwelijks uit elkaar kunnen halen. En wees nou eerlijk, wat is Pasen zonder paaseitjes? En wat is Pasen zonder de lente? En zonder de lammetjes? Het heeft er allemaal niks mee te maken, en toch ook weer wel. De traditie gaat ons daarin voor.

woensdag 11 maart 2015

Waar gaat het om in werk en zorg? (preek biddag 11 maart 2015)


In de aanloop naar deze Biddag voor Gewas en Arbeid heb ik mensen via Facebook en de nieuwsbrieven gevraagd waarover het op Biddag zou moeten gaan. Want ondanks dat Biddag voor Gewas en Arbeid een wat oude benaming is, bepaalt werken voor ons dagelijks brood natuurlijk nog steeds ons leven. En er is ook veel in beweging. Zowel binnen ons werk, in ons inkomen en in de zorg, maar ook in ons pensioen staan zekerheden op de tocht. En dan hebben we het nog niet over de druk op onze voedselvoorziening, zowel in de akkerbouw als in de veeteelt. Wat doet dat met een mens? Wat doet dat met ons?

Het is nu eenmaal een fact of life dat we moeite moeten doen om ons brood te verdienen. In het begin van de bijbel vertelt God aan Adam dat hij zal zweten voor zijn brood. Het leven is niet zo'n paradijs meer dat alles hem aan komt waaien. Dat alles voorhanden is. Kennelijk zou de mens dan precies dat ene willen hebben wat dan niet voor hem bestemd is. Ga er dan maar voor werken, zegt God. En dat zal je moeite kosten. Sorry, maar het is niet anders.

Werk is een deel van ons
Daarmee ging het werk ons mens zijn mede bepalen. Werken werd deel van wie we zijn. We weten niet hoe het in het paradijs zou zijn geweest. Misschien is het verschil dat er dan geen moeite en gezwoeg aan te pas zou komen. Werken op zich is goed en gezond. De moeite die het geeft ervaren we als iets onvolmaakts. En misschien ons werk ook wel. Dan botst het blijkbaar met ons mens zijn. Zo willen we niet leven. Waar zit dan het pijnpunt?

Waarover moet het gaan op Biddag? Vooruitblik n.a.v. reacties

Op woensdag 11 maart vindt de jaarlijkse viering plaats ter gelegenheid van de Biddag voor Gewas en Arbeid. In die dienst in het koor van de Kerk aan de Haven mag ik voorgaan. Waar moet die dienst over gaan? Wat speelt er op dit moment rondom je werk, uw pensioen, rondom de dagelijkse dingen waar je vruchten van probeert te plukken? Wat zijn belangrijke ontwikkelingen, hoopvolle perspectieven, en zorgelijke vooruitzichten? Waar bidden we voor? Wat hopen we te bereiken? Waar vragen we Gods zegen over? Ik vroeg het in de nieuwsbrief en op Facebook. Verschillende reacties kwamen binnen. Ik probeer wat lijnen uit te zetten in aanloop naar de voorbereiding op Biddag.

Lees meer...

zondag 1 maart 2015

Hoe moet het verder? (preek 1 maart 2015)


Hoe moet het verder? Hoe moet het verder met de wereld? Hoe moet het verder met ons? Er is genoeg aanleiding om deze vragen te stellen. De indringende vragen die we vorige week stelden wat we toch met het nieuws aanmoeten, bleken breed te leven. We leven in een nogal roerige tijd, waarin in hoge mate verwacht wordt dat we op eigen benen staan en voor onszelf opkomen. Gegarandeerde veiligheid, gegarandeerde vrede, gegarandeerd werk en gegarandeerde zorg is er niet. Daarmee is onze toekomst onzeker. En de een kan beter met die onzekerheid omgaan dan de ander. Voor de een is die onzekerheid een way of life geworden. Met een ondernemersgeest van steeds nieuwe kansen zoeken redt hij zich wel. Voor de ander is die onzekerheid een knagende onrust. Omdat je houdt van enige voorspelbaarheid en orde, of omdat je je heel afhankelijk voelt, overgeleverd misschien zelfs wel.

Hoe moet het dan verder als Jezus doodleuk vertelt dat hij zal moeten lijden alvorens hij zal opstaan. Nog maar koud bekomen van die warme ervaring bovenop de berg, begint Jezus er weer over. Hij herhaalt daarmee wat hij hiervoor al leerde aan zijn leerlingen: 'dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten van het volk, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen zou worden, maar drie dagen later zou opstaan.' (8:31) Dat was een nogal onwelkome boodschap. En Petrus leest Jezus de les. Ja, die boodschap horen we liever niet. Er is al genoeg rampspoed in het nieuws. En nu gaat Jezus, onze houvast, ook nog eens zeggen dat hij gedood zal worden. Ja, hij zegt erbij dat hij drie dagen later zou opstaan. Maar wat moeten de leerlingen daarmee? Wat moeten wij daarmee? Wat kunnen we ons daarbij voorstellen? Opstanding uit de dood? Onder de indruk van het tafereel op de berg nemen de leerlingen de woorden van Jezus later ter harte, 'maar vroegen zich onder elkaar wel af wat hij bedoelde met deze opstanding uit de dood.'

'Het komt wel goed!'?
Zo vanzelfsprekend en voorstelbaar is die opstanding uit de dood niet.