maandag 26 maart 2018

Hoe ga je met twijfel om in je geloof? - preek in vespers Stille Week 26 maart 2018

'Het was een nacht, anders dan and're nachten
want in het duister loerde het verraad.
Bij elke leerling kwam het in gedachten:
o, ik toch niet, zo'n gruwelijke daad?'

Wonderlijk eigenlijk, en wat goed dat de voorbereiders van deze liturgie het zagen: waarom schiet bij elke leerling in gedachten: 'Ik toch niet, Heer?' Wat maakte dat ze dat dachten van zichzelf? Een andere evangelist, Lucas, schrijft een veel voorspelbaardere reactie op: 'Ze vroegen zich onder elkaar af wie van hen zoiets zou kunnen doen.' Je kunt je zomaar voorstellen dat ze zouden zeggen: 'Is hij het?' Alsof ze aan het nomineren slaan wie de Judas is onder hen. Maar dat zeggen ze niet. Ze zeggen: 'Ik toch niet, Heer?'

Onzeker

Wat gaat er toch in hen om dat ze dat zeggen? Als Jezus zegt: 'Eén van jullie zal mij uitleveren', dan zou je toch zeggen dat ze zelf weten of ze iets van plan zijn? Nou, dat is te zeggen. Vergeet niet dat zij op dat moment niet weten welke daad er bij het verraad hoort. Wij weten wat Judas gaat doen. Jezus misschien ook wel. Maar de leerlingen weten niet waar Jezus precies op doelt. 'Een van jullie zal mij uitleveren, verraden'. Kennelijk maakt Jezus' uitspraak hen onzeker. Het is meer dan een schok dat er onder hen een verrader is. Ze schrikken ook omdat het kennelijk iets in hen raakt. Wat zou dat zijn? In ieder geval een soort twijfel. Misschien twijfel of ze het kunnen volhouden dichtbij Jezus te blijven? Het vraagt best wel wat van ze. En wie weet hoe anderen erover praten. Hoe lang kun je tegenover anderen volhouden dat je bij Jezus hoort, ondanks alle vragen en misschien wel verwensingen? Hoe sterk ben je in je geloof? Nou, kennelijk valt dat nogal mee bij de leerlingen van Jezus. Of tegen.

Twijfel

En dat raakt aan onze twijfel.

zondag 25 maart 2018

Waarom zijn de mensen eerst blij met Jezus en daarna niet meer? - Preek Palmpasen Tilburg 25 maart 2018


Nog een week, en dan is het Pasen. En we vieren nu al feest. Dat lijkt een beetje voorbarig. We weten wat er nog te gebeuren staat. De komende week lezen we hoe Jezus geleden heeft om daarna uit de dood op te staan. Dat maakt het feest vandaag dubbel. We sluiten de viering vandaag daarom ook af met de bekende woorden: 'Heden Hosanna, morgen kruisig hem!' Vandaag juichen de mensen bij de intocht van Jezus in Jeruzalem. Maar de komende week zullen ze Barabbas verkiezen boven Jezus, als Pilatus aan het volk vraagt wie hij vrij moet laten. En als Pilatus dan vraagt wat hij dan moet doen met Jezus, antwoorden ze: Kruisig hem! Dat maakt het feest van vandaag heel dubbel. Het is een feest met een rouwrandje. Dat leverde dus nogal wat vragen op bij de basisschoolleerlingen van onze buren, de Prins Bernhardschool.

In mijn zoektocht naar aansluiting bij kinderen en jonge gezinnen ben ik maar eens gaan kennismaken op de enige protestants-christelijke school die we nog hebben in Tilburg. En voor ik het wist was ik betrokken bij de voorbereiding van de Paasviering. Die paasviering houden ze, net als een kerstviering, elk jaar hier in de kerk, dit jaar komende donderdagmiddag. Hoe bereid je nu met elkaar zo'n viering voor op school, als een groot deel, zo niet het merendeel van de kinderen, niet meer goed weet waar Pasen nu eigenlijk over gaat? Ook bij een aantal leerkrachten merkte ik verlegenheid. Help ons eens op gang, was de vraag. Toen hebben we eerst maar eens aan alle kinderen het paasverhaal verteld. In de aula, met twee enthousiaste leerkrachten, waarvan er één lid is van de Gereformeerd Vrijgemaakte Kerk en de ander aangestoken werd door ons enthousiasme. En we hebben dat verhaal verteld en ik heb ze een opdracht gegeven om in de klas uit te werken voor de paasviering.

Eerst blij, dan boos


Die presentatie vroeg nog wel om wat meer kennismaking met mij en toelichting op het paasverhaal in de klassen. Dus afgelopen maandag maakte ik een ronde in de groepen 5 tot en met 8. In drie van de vier klassen werd de volgende vraag gesteld die over de dubbelheid van Palmpasen gaat:

zondag 18 maart 2018

Durf lef te hebben - Preek Waalwijk 18 maart 2018


Tekst: Jeremia 31: 31-34 en Johannes 12: 20-33

'De tijd is gekomen' zegt Jezus. Nu. Hier. Het is tijd. 'De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven.' Maar niet zomaar: 'Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht.'

'De dag zal komen', zo spreekt de Heer volgens Jeremia, 'dat ik met het volk een nieuw verbond sluit: ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk.'

Die dag is nu gekomen. Het is tijd. Er staat iets te gebeuren dat voorgoed onze verbinding met God verandert. Onze verbinding met God zal in ons hart geschreven worden. En, voegt Jeremia eraan toe, 'Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan.'

Lichtpuntjes 


Voor een klaagprofeet als Jeremia is dit heel bijzonder. Door de grauwe deken die in zijn beelden over de wereld en over ons hangt ziet hij lichtpuntjes. 'Dan zal ik hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.'

Waar moeten we het zoeken in de kerk? 


Tja, ziet dat volk die lichtpuntjes nog? Zien wij ze nog?